I t' 10 I J b. 4 Bij Raadsbesluit van 12 April 1948, Bijl. 138, goedgekeurd by Koninklijk besluit van 3 Juli 1948, No. 15, werd de navorderingstermijn, die in verschillende sehoolgeldverordeningen was ge steld op „drie jaren na de aanvang van het schoolgeldjaar” verlengd tot „vijf jaren na het einde van het schoolgeldjaar”. Verder werd een heid gebracht in de in de schoolgeldverordenin- gen voorkomende bepalingen betreffende het aantal invorderingstermijnen. Openbaar voorbereidend lager onderwijs. Het schoolgeld is geregeld in de Verordening No. 9 van 1944. Openbaar middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs. Het schoolgeld is geregeld in de Verordening No. 6 van 1943. Openbaar buitengewoon lager onderwijs. De regeling van het schoolgeld is opgenomen in de Verordening No. 1 van 1944. (zie het Raadsbesluit van 11 Februari 1946, Bijl. No. 19). Voor het uitgebreid lager onderwijs geldt het vermenigvuldigingscijfer 1. Openbaar en bijzonder gewoon, voortgezet ge woon en uitgebreid lager onderwijs. Van het schoolgeldjaar 1945/’46 af gelden de tarieven van het „Tijdelijk Besluit schoolgeld lager onderwijs 1945”, met dien verstande, dat voor het gewoon en het voortgezet gewoon lager onderwijs het vermenigvuldigingscijfer 2 geldt Algemeen. Staat VI geeft een overzicht van de stand der schoolgeldheffing over de schoolgeldjaren 1945/ 1946, 1946/1947 en 1947/1948. In het algemeen is de maatstaf voor het ver schuldigde schoolgeld het totaal bedrag, dat de schoolgeldplichtige verschuldigd is w'egens in komstenbelasting over het bij de aanvang van het schoolgeldjaar laatst verlopen kalenderjaar en wegens vermogensbelasting over het bij de aanvang van het schoolgeldjaar lopende belas tingjaar. Voor het opleggen van de schoolgeldaanslagen is de Gemeente dus afhankelijk van de gegevens van de Rijksbelastingadministratie. Ten gevolge van de achterstand bij deze administratie wor den de nodige gegevens eerst laat ontvangen. Gemeentelijke middelbare technische school. De regeling van het schoolgeld voor de Ge meentelijke middelbare technische school is op genomen in de Verordening No. 19 van 1942. De Raad besloot in zijn vergadering van 28 Juni 1948, Bijl. 276, per 1 April 1948 in te trekken: de Verordening op het schoolgeld voor leer lingen van de voorcursus voor „sterren” (No. 20 van 1942) en de Verordening regelende de heffing van het examengeld (No. 21 van 1942). Het examengeld werd geheven van personen, die aan het toelatingsexamen wensten deel te nemen, zonder toelating tot de m.t.s. te beogen. Dit examen is tegenwoordig echter landelijk ge regeld. Het Raadsbesluit verkreeg de vereiste goed keuring bij Koninklijk besluit van 28 Januari 1949. No. 17. Gemeentelijke tuinbouw cursus en voorbereidende tuinbouw cursus te Loosduinen. Het schoolgeld voor deze cursussen wordt ge heven krachtens de Verordening No. 12 van 1926. Bij Raadsbesluit van 28 Juni 1948, Bijl. 276, goedgekeurd by Koninklijk besluit van 28 Januari 1949, No. 17, is het schoolgeld verhoogd van f 2,50 tot f 5,per leerling en per cursus, gerekend te zijn ingegaan op 1 September 1947. De zuivere opbrengst van het vergunnings- en verlofsrecht heeft bedragen: Ir V g f Ingevolge de bepalingen van de Drankwet (Stbl. 1931, No. 476) moet de helft van de zuivere opbrengst van het hotelvergunningsrecht en van het verlofsrecht aan het Rijk worden afge dragen. Gemeentelijke Centrale school voor machine- schrijven. Het schoolgeld, dat f 15,bedroeg voor de jaarcursus en de korte cursus in machineschrij- ven, alsmede voor de cursus in stenografie, is per 1 September 1947 verhoogd tot f 25,(zie het Raadsbesluit van 18 Augustus 1947, Bijl. 347. goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 17 No vember 1947, No. 65). De Verordening No. 33 van 1934 heeft op de heffing van dit schoolgeld betrekking. VERSLAG GEMEENTEBELASTINGEN, 1939/40 1947/48 1948/49 1946 47 f 104.271,25 f 141 646,25 f 80.442,50 f 103.717,50 a. f: vergunningsrecht hotelvergunnings- recht verlofsrecht. Schoolgelden. Vergunnings- en verlofsrecht. 903,76 12 231,25 846,25 11.306,25 686,87 11.818,75 847,60 12.325,-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1948 | | pagina 96