I
12
I
10
T~
Het verlies of de winst der afzonderlijke bedrijven heeft bedragen:
ft
Art.
Art.
16.000,—
Art.
I»
600,—
f
56.150,-
Art.
3.700,—
24.400,—
31.750,-
f
Saldo meer uitgaven
f
92.950,—
Saldo meer opbrengst
1948.
Winst
Verlies.
Winst
Verlies.
f
4.757.25
6.599.21
f
„Ijsfabriek”
6.599.21
f 248.060,61
21.992,52
30.744,85
f 156.105,05
Einduitkomst
f 217.315,76
1949.
Verliezen en winsten.
Vergelijking uitkomsten.
Vergelijking van de werkelijke uitkomsten der
„Verhaal aandeel nadelig saldo ten laste der kring-
gemeenten”
„Slachthuis, inbegrepen koelruimten vers vlees”
„Koelruimten diverse waren”
20.300,—
2.050,—
2.050,—
800,—
30.050,—
8.700,—
f 248.734,36
JL 5.925,46
f 254.659.82
f 169.214,39
13.640,43
f 182.854,82
4.757.25
f 178.097,57
Meer brachten op:
I. „Opbrengst slachthuis,
inbegr. koelruimten vers
vlees”
III. „Opbrengst ijs”
V. „Verhaal van pensioens
bijdragen en ziekte-
verzekeringspremie”
f 101.850,—
1.100,—
8.750,—
500,—
- 12.950,—
2.950,—
- f 105.900,—
Meer uitgegeven werd voor:
I. „Exploitatiekosten
slachthuis, inbegr. koel
ruimten vers vlees” f
II. „Exploitatiekosten koel
ruimten diverse waren”
III. „Fabricatie- en distribu-
tiekosten van het ijs”.
V. „Algemene onkosten”
VII. „Afschrijving”.
baten en lasten met die over 1948 toont in af
geronde bedragen de volgende verschillen aan.
terwijl minder opbrachten:
II. „Opbrengst koelruimten
diverse waren” f
VI. „Verhaal aandeel nadelig
saldo ten laste der kring-
gemeenten”
VII. „Bijzondere baten”
terwijl minder uitgegeven werd voor:
Art. IV. „Onderhoudskosten”
VI. „Renten”
XI. „Rente van kasgeld”