Tabel II
Tabel III
Tabel IV
Tabel V
In het verslagjaar vergaderde het algemeen
bestuur éénmaal, het dagelijks bestuur tienmaal.
In het verslagjaar werden geen inspectrice
kantoren verbouwd en geen nieuwe in gebruik
genomen.
geeft een overzicht van het aantal
woningen, gezinnen, bewoners enz.
naar de complexen aan het einde van
het jaar.
geeft een overzicht der huurinning
in 1949.
geeft een overzicht der huurinning
in de jaren 1945 t./m. 1949.
geeft enkele vergelijkende cijfers be
treffende Gemeente- en verenigings-
woningen.
geeft een overzicht van de onder
houdskosten en onderhoudsreserve.
I. ALGEMEEN.
Op 1 Januari 1949 bestond het bestuur van
de Stichting uit de Wethouder van Openbare
Werken, Wederopbouw en Volkshuisvesting Ir
L. J. M. Feber, voorzitter, Ir H. E. Suyver, gede
legeerd lid, mevrouw A. A. Tromp-Huisken, Ir
P. Bakker Schut, P. Stegman, C. Berkel, M.
Keus, G. W. Hijlkema, J. W. van den Akker en
K. J. Nieukerke, leden, en mej. Mr A. C. Stas,
secretaresse.
Op 30 October overleed het gedelegeerd lid der
Stichting, Ir H. E. Suyver. In zijn plaats werd
tot tijdelijk gedelegeerd lid van de Stichting
benoemd de directeur van de Dienst voor het
Gemeentelijk Grondbedrijf, Ir J. P. van der
Ploeg, in verband met zijn benoeming tot waar
nemend directeur van de Gemeentelijke Wo-
ningdienst.
STICHTING „CENTRAAL WONINGBEHEER" TE 'S-GRAVENHAGE.
VERSLAG OVER HET JAAR 1949.
Het personeel bestond op 31 December 1949
uit: 25 vaste ambtenaren, waarvan 1 met bui
tengewoon verlof in Indonesië verblijft; 3 tijde
lijke ambtenaren; 1 ambtenaar op arbeidsover
eenkomst; 6 ambtenaren en 3 werklieden gedeta
cheerd van de Gemeentelijke Woningdienst.
In de Joop van het verslagjaar kreeg de tech
nische herziening van de loon- en salarisrege
ling voor het Gemeentepersoneel haar beslag.
Voor het personeel der Stichting scheen de
regeling aanvankelijk minder gunstig dan ver
wacht werd. Aan het einde van het verslagjaar
waren de besprekingen daarover nog niet ge
ëindigd.
In 12 gevallen bleek het noodzakelijk te zijn
de huur op te zeggen. De reden van opzegging
was in 9 gevallen huurschuld, in 1 geval wan
gedrag, in 1 geval weigering om een hok in de
tuin af te breken en in 1 geval weigering een
woning te verlaten, welke wegens bouwvallig
heid onbewoonbaar was geworden. In 4 gevallen
werd het gezin gerechtelijk uitgezet.
In 4 gevallen werd de schuld betaald. In 1 ge
val wordt de schuld afbetaald. In het geval van
wangedrag, waar de onderhuurders aanleiding
waren tot het wangedrag der hoofdhuurders,
zijn deze onderhuurders vertrokken. Het hok,
dat aanleiding was tot huuropzegging, is afge
broken. De bewoner, die niet wilde vertrekken
uit de bouwvallige woning aan de Nieuwe-Ha-
ven werd eind 1949 overgeplaatst naar een her
stelde woning in de Zorgvlietstraat.
BIJLAGE 18
II. EXPLOITATIE DER NIEUWE, AANGEKOCHTE
EN OVERGENOMEN WONINGEN
(VOLKSHUISVESTING).
Op 1 Januari 1949 bedroeg het aantal in het
belang der volkshuisvesting gebouwde, ver-
Het totale aantal in de loop van het jaar ont
vangen aanvragen voor Gemeentewoningen be
droeg 3 505, waarvan 3 272 voor ’s-Gravenhage
en 233 voor Scheveningen.
bouwde, overgenomen en aangekochte wonin
gen 8 465, het aantal winkel woningen 116, het
aantal dagwinkels 4 en het aantal pakhuizen,
werkplaatsen en stallen 178.
In het verslagjaar werd een begin gemaakt
met de verhuur van nieuw gebouwde woningen.
In de loop van het jaar zijn aan de woningvoor
raad toegevoegd 83 woningen aan de Binck-
horstlaan, 66 aan de Kijkduinsestraat, 80 aan
de Erasmusweg en 48 aan de Melis-Stokelaan,
zodat de woningvoorraad aan het einde van het
jaar bedroeg 8 742, het aantal winkelhuizen 116,
het aantal winkels 4 en het aantal pakhuizen,
werkplaatsen en stallen 178.
Tabel I
l
Werkwijze.
Inspectricekantoren.
Samenstelling van het Bestuur.
Personeel.
Huuropzegging.
‘Jgemeen overzicht.
Woningaanvragen.