19 ij 1. 2. 3. 4. 5. 1 GEMEENTELIJKE DIENST VOOR DE WEDEROPBOUW EN GEMEENTELIJKE DIENST VAN DE WEDEROPBOUW EN DE STADSONTWIKKELING. VERSLAG OVER HET JAAR 1949. alle zorgen voor de wederopbouw onder éénhoof dige leiding. In verband daarmede werden in September 1949 besprekingen gevoerd met de directeur van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht in zake de bevoegdheid tot de afgifte van de zg. rijksgoedkeuringen voor de uitvoering van bouwwerken, welke namens Burgemeester en Wethouders werden af gegeven door vorenge noemde directeur. De terzake gevoerde besprekingen leidden tot het voorstel aan Burgemeester en Wethouders om de gang van zaken met betrekking tot de afgifte van de rijksgoedkeuringen voor het uit voeren van werken met ingang van 1 Januari 1950 als volgt te doen zijn: het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht toetst de zg. beginselaanvragen voor bouw plannen globaal aan de Bouw- en Woonver- ordening en voorts aan de ter plaatse gelden de stedebouwkundige voorschriften; de aanvrager dient de aanvrage voor de rijksgoedkeuring en voor de bouwvergun ning in bij het Gemeentelijk Bouw- en Wo ningtoezicht, dat indien het bouwplan in het algemeen voldoet aan de bepalingen van de Bouw- en Woonverordening de aan vrage om rijksgoedkeuring met de bijbeho rende bescheiden met vermelding van de op merkingen, waartoe de toetsing aan de stede bouwkundige voorschriften aanleiding geeft, doorzendt aan de Gemeentelijke Dienst van de Wederopbouw en de Stadsontwikkeling; aanvragen om rijksgoedkeuring van Ge meentelijke instellingen worden met een ex tra afschrift rechtstreeks bij de Gemeente lijke Dienst van de Wederopbouw en de Stadsontwikkeling ingediend; de Gemeentelijke Dienst van de Wederop bouw en de Stadsontwikkeling onderzoekt het plan op de urgentie, onderwerpt het zo nodig aan het oordeel van de Urgentiecom- missie voor de niet-Gemeentelijke bouwwer ken of de Urgentiecommissie Openbare Wer ken, stelt zich zo nodig in verbinding met andere Gemeentelijke diensten en/of met het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuis vesting en beoordeelt de opmerkingen van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht no pens de toetsing aan de stedebouwkundige maatregelen (met name ook eventuele voor stellen tot het verlenen van vrijstelling van stedebouwkundige voorschriften); indien daarvoor aanleiding aanwezig is, wor den de stukken met het advies van de hoofd goedkeuring van werken. Eén van de door Burgemeester en Wethouders met de instelling van de Gemeentelijke Dienst van de Wederopbouw en de Stadsontwikkeling beoogde doeleinden was de samenvatting van I. ALGEMENE ZAKEN EN COÖRDINATIE. Instelling en taak van de Dienst van de Wederopbouw en de Stadsontwikkeling. Mede in verband met de omstandigheid, dat de directeur van de toenmalige Gemeentelijke Dienst voor de Wederopbouw reeds in 1948 voor nemens was, met het oog op zijn leeftijd, in de loop van 1949 zijn functie neer te leggen, besloot de Gemeenteraad in zijn vergadering van 29 No vember 1948 tot het instellen van een Dienst van de Wederopbouw en de Stadsontwikkeling en van de functie van hoofddirecteur van deze Dienst, alsmede tot het opheffen van de Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting en van de Gemeentelijke Dienst voor de Wederop bouw. Gelijktijdig werd onder opheffing van de Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisves ting besloten tot het instellen van een Ge meentelijke Woningdienst en van een Dienst voor het Gemeentelijk Grondbedrijf en het op dragen van het dagelijkse beheer van de dien sten aan een voor elk dezer diensten aan te stel len directeur, zulks onder algemene leiding van de hoofddirecteur van de Dienst van de Weder opbouw en de Stadsontwikkeling. De nieuwe Gemeentelijke Dienst van de Weder opbouw en de Stadsontwikkeling werd mede wegens onvoldoende outillage in het pand Lange Voorhout 50 waarin de Gemeentelijke Dienst voor de Wederopbouw was gevestigd en ruim tegebrek in het gebouwencomplex Van-Speyk- straat 75, alwaar de Gemeentelijke Woningdienst en de Dienst voor het Gemeentelijk Grondbedrijf werden gehuisvest, per 1 Juni 1949 (de dag van zijn inwerkingtreding) ondergebracht in het per ceel Javastraat 36; enige tijd later werd ook het gedeeltelijk vrijgekomen perceel Javastraat 34 in gebruik genomen. Tot hoofddirecteur van de Gemeentelijke Dienst van de Wederopbouw en de Stadsontwik keling benoemde de Gemeenteraad in zijn verga dering van 28 Februari 1949, Dr Ir F. Bakker Schut, die voordien werkzaam was als directeur van de Rijksdienst voor het Nationale Plan. De indiensttreding van Dr Ir Bakker Schut had plaats op 1 Juni 1949. BIJLAGE

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1949 | | pagina 252