19
2
a.
b.
Bij dit onderwerp moet onderscheid gemaakt
worden tussen de financiële afwikkeling van de
kosten, welke de Gemeente gemaakt heeft om
tot de wederopbouw en het herstel van de Ge
meentelijke openbare werken en openbare ge
bouwen enz. te geraken, en de behandeling van
de financieringsaanvragen, welke betrekking
Ter afsluiting van de met het Rijk gevoerde
onderhandelingen inzake de overdracht van we
deropbouwwerkzaamheden door het Rijk aan de
Gemeente verklaarde de Minister van Weder
opbouw en Volkshuisvesting zich formeel (in de
feitelijke gang van zaken, welke reeds geruime
tijd in overeenstemming met dit besluit plaats
had, kwam geen wijziging) bereid, gerekend met
ingang van 1 Augustus 1949, de uitvoering van
een vijftal categorieën wederopbouwwerkzaam
heden aan het Gemeentebestuur over te dragen,
te weten:
de vaststelling van wederopbouwplannen, de
voorbereiding van onteigeningen in het belang
van de wederopbouw', de supervisie over de we-
deropbouwwerken, de voorbereiding en uitvoe
ring van puinruimingswerken en openbare wer
ken en de voorbereiding van de financiële af
wikkeling der particuliere herbouw- en herstel-
gevallen.
De Gemeenteraad verenigde zich met de over
neming van de werkzaamheden op de hiervoren
geschetste voet.
Een practisch gevolg daarvan was, dat het
Plaatselijk Bureau Goedkeuring Werken op 1
Augustus 1949 ophield te bestaan.
directeur w7elk advies een bindend karak
ter draagt en zo nodig met nadere opmer
kingen over de toetsing aan de stedebouw-
kundige voorschriften teruggezonden, onder
scheidenlijk doorgezonden, aan het Gemeente
lijk Bouw- en Woningtoezicht, dat het voorde
afgifte van de rijksgoedkeuring en de bouw
vergunning noodzakelijke verder verricht;
6. zonder het advies van de hoofddirecteur zul
len door het Gemeentelijk Bouw- en Woning
toezicht de bouv'aanvragen en rijksgoedkeu-
ringen w’orden afgedaan voor:
onderhoudswerken
inwendige verbouwingen beneden
f 10.000,—;
uitwendige verbouwingen beneden
f 3.000.—.
Burgemeester en Wethouders besloten hun
goedkeuring aan dit voorstel te hechten.
In het verslagjaar werden met deze regeling,
welke op 1 Januari 1950 in working trad, uiter
aard nog geen ervaringen opgedaan.
hebben op particuliere herbouw7- en herstelge-
vallen.
De eerstgenoemde taak betreft de toepassing
van de Wet Financiering Wederopbouw7 Pu-
bliekrechteljjke Lichamen; dienaangaande zijn
bijzonderheden opgenomen in hoofdstuk III van
dit verslag (Zie blz. 9). De laatstgenoemde taak
betreft de uitvoering van de Wet op de Mate
riële Oorlogsschaden.
Op voorstel van de directeur van de Gemeen
telijke Dienst voor de Wederopbouw besloten
Burgemeester en Wethouders op 18 Juli 1949 om
zowel de behandeling van de financiering van
het herstel van de zwrare schadegevallen als van
herbouw'gevallen in het vervolg niet meer te
doen geschieden door het Gemeentelijk Bouw
en Woningtoezicht, maar door de Gemeentelijke
Woningdienst. Aangezien de goedkeuring van
werken in het verslagjaar nog geheel door het
Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht werd
behandeld en de hantering van deze bevoegdheid
mede van voorname betekenis was bij de finan
ciering van de particuliere nieuw7bouw, kon in
het verslagjaar door de Gemeentelijke Dienst
van de Wederopbouw7 en de Stadsontwikkeling
nog weinig of geen leiding worden gegeven aan
het bepalen van de particuliere herbouw7plannen,
w7elke al dan niet voorrang zouden genieten.
Na de overdracht van de bescheiden van het
Gemeentelijk Bouw7- en Woningtoezicht aan de
Gemeentelijke Woningdienst moest dan ook ge
durende de verdere loop van het verslagjaar
hoofdzakelijk worden gewerkt met inachtne
ming van inmiddels reeds gedane toezeggingen.
Ten einde te vermijden, dat in de jaarverslagen
van onderscheidene diensten dezelfde gegevens
worden opgenomen, wordt ten aanzien van de
aantallen en soorten der gefinancierde gevallen
volstaan met verwijzing naar het jaarverslag
van de Gemeentelijke Woningdienst, dat in
verband met de aan die Dienst opgedragen taak
eveneens gegevens inzake de toepassing van
de overige financieringsregelingen bevat.
In verband met de aan de Dienst opgedragen
taak w7erd door of vanw7ege de hoofddireeteur
min of meer regelmatig deelgenomen aan de
volgende bijeenkomsten:
1. De Urgentiecommissie voor de niet-
Gemeentelijke bouwwerken.
Deze Commissie wrerd door Burgemeester en
Wethouders in October 1949 uitgebreid en ten
einde verwarring met de Urgentiecommissie
Openbare Werken te voorkomen in naam ge
wijzigd. Haar samenstelling was sedertdien als
volgt
H. M. Burghard, directeur van de Nederlandse
Middenstandsbank; D. J. Lucas, aannemer; K. i
VERSLAG WEDEROPBOUW EN STADSONTWIKKELING.
c.
Financiering wederopbouw.
Overdracht wederopbouwwerkzaamheden.
Commissies.