21 Brigade tijdens het badseizoen op het strand dienst ge daan om het zwemmen op verboden plaatsen te be letten. In verschillende gevallen werd hulp verleend aan in gevaar verkerende baders en zwemmers. In 1949 werden 326 processen-verbaal opgemaakt. Verstoringen van de openbare orde. De vertoning van de film „The Iron Curtain” in de eerste helft van Juli in een tweetal bioscopen te dezer stede veroorzaakte in en buiten deze gebouwen enige wanordelijkheden, waarbij de Politie af en toe moest ingrijpen. Ernstige onregelmatigheden op de openbare straat deden zich hierbij niet voor, doch een intensief politietoezicht was noodzakelijk. Tijdens de jaarwisseling 1949/1950 kwam het in de omgeving van de Van-Ravesteinstraat tot een ernstige verstoring van de openbare orde, doordat het publiek zich tegen de Politie keerde toen deze bezig was met het uiteenhalen van brandstapels, bestaande uit grote hoe veelheden Kerstbomen, oude autobanden, rubber laarzen en dergelijke. Tijdens de blussingswerkzaam- heden werden enige slangen van brandweerauto’s door gesneden. Er moest van de wapens gebruik worden gemaakt. Criminaliteit. In 1949 kwamen bij de Politie 9 157 aangiften van misdrijf in. Aan de Justitie werden 2 428 processen verbaal toegezonden, opgemaakt terzake van misdrijf, waaronder 792 wegens diefstal en 356 wegens zeden delicten. Aangehouden als verdacht van misdrijf wer den 3 045 personen, waarvan 925 personen in verzeke ring werden gesteld; 441 personen werden aan de Offi cier van Justitie voorgeleid. Voorts werden 11 427 per sonen naar een politiebureau geleid, waaronder 5 040 personen terzake van overtredingen, waarvan 555 in verband met openbare dronkenschap. Aan de Justitie werden 49 376 processen-verbaal terzake van overtredingen gezonden t.w.5 982 wegens overtredingen van de Algemene Politieverordening voor ’s-Gravenhage, 1 463 wegens overtredingen opgenomen in het Wetboek van Strafrecht, waaronder 795 wegens ordeverstoring in dronkenschap en wegens openbare dronkenschap; 1 217 wegens overtreding van de Pro vinciale en Waterschapsverordeningen en 40 714 ter zake van overtreding van bijzondere wetten en besluiten. Kinderpolitie. In het jaar 1949 werden door de Kinderpolitie o.a. behandeld, respectievelijk geregistreerd, 3 288 gevallen van minderjarigen, die zich op verschillende wijze mis droegen, waaronder 344 gevallen van onhandelbaarheid, waarvan 173 jongens en 171 meisjes; 173 gevallen van onzedelijk ge drag, voor zover niet door de Zedenpolitie afgedaan, waarvan 32 jongens en 141 meisjes; 43 gevallen van oneerlijkheid, zonder dat van misdrijf kon worden ge sproken, waarvan 27 jongens en 16 meisjes; 801 ge vallen van schoolverzuim, waarvan 472 gevallen door personeel van de Sectiebureaux met een rapport werden afgedaan en 91 gevallen, waarin de schoolhoofden zich rechtstreeks tot de Kinderpolitie richtten in verband met hardnekkig schoolverzuim, alsmede 238 gevallen ten aanzien waarvan de Ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij het Kantongerecht aan de Kinderpolitie verzocht om, in verband met een door de Inspectie van het Lager Onderwijs opgemaakt proces-verbaal tegen de ouders, een onderzoek in het gezin in te stellen; 298 gevallen van andere misdragingen, bijvoorbeeld het zich ’s nachts op straat bevinden, bedelen, dobbelen en dronkenschap; 1 629 gevallen van baldadigheid; 883 gevallen van vermogens- en andere misdrijven, in 131 waarvan proces-verbaal werd opgemaakt; 613 verzoeken tot opsporing van minderjarigen (hier onder zijn niet begrepen de verzoeken om opsporing van verdwaalde kleuters, die gewoonlijk dezelfde dag terecht komen). In totaal werden 95 minderjarigen, die van huis of uit inrichtingen waren weggelopen, op transport gesteld naar de plaats hunner inwoning; 31 minderjarigen wer den aangebracht terzake van overtreding van de Ver ordening „Jeugdbescherming”; 54 minderjarigen wer den aangehouden op last van de Officier van Justitie; 153 klachten van kinderverwaarlozing in verschillende vormen werden behandeld; 1 173 onderzoeken werden ingesteld op verzoek van verschillende autoriteiten en particulieren; 3 440 maal werd op een of andere manier bemiddeling verleend of advies gegeven. Voorts werden opgemaakt processen-verbaal terzake van misdrijf tegen meerderjarige verdachten: 1 terzake van het misdrijf bedoeld bij art. 255 Sr. 1 terzake van het misdrijf bedoeld bij art. 256 jo. 258 Sr.5 terzake van het misdrijf bedoeld bij art. 279 en 280 Sr.1 terzake van het misdrijf bedoeld bij art. 300 Sr.1 terzake van het misdrijf bedoeld bij art. 281 Sr. en 1 terzake van overtreding van art. 12 Besluit Bevol kingsboekhouding. In verband met de Verordening op het oprichten en het hebben van Kinderbewaarplaatsen en op het op nemen van pleegkinderen waren op 31 December 1949 697 pleegkinderen en 576 pleeggezinnen bij de Kinder politie geregistreerd. Voorts werden 1 076 controle bezoeken gebracht, 624 onderzoeken ingesteld naar antecedenten van pleegouders, 9 maal proces-verbaal tegen pleegouders opgemaakt terzake van overtreding van de Verordening, 1 pleeggezin op voorstel van de Kinderpolitie door Burgemeester en Wethouders on geschikt verklaard tot het hebben van pleegkinderen, 27 klachten over pleeggezinnen en/of pleegkinderen be handeld en 14 maal overplaatsing van het pleegkind bevorderd. Nachtverblijf. In 1949 werd door de Politie aan 327 personen nacht verblijf verschaft. 47 17 549 300 Parkeerregeling automobielen. Aantal autobewakers Aantal parkeerplaatsen Aantal bewaakte geparkeerde auto’s Bruto opbrengst voor de Gemeente 40.809,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1949 | | pagina 29