Mijne Heren,
ALGEMENE TOESTAND.
5
Wij hebben de eer U hierbij ons verslag over
de toestand en de verrichtingen onzer vennoot
schap over het jaar 1949, zijnde het 23e boekjaar,
zomede de balans en de verlies- en winstreke
ning, afgesloten per 31 December 1949, ter goed
keuring aan te bieden.
4,22 J
Zoals reeds in het verslag over het vorige
boekjaar werd medegedeeld, heeft de kennelijke
daling van de ontvangsten, welke sedert April
1948 is opgetreden, zich in 1949 aanvankelijk in
versterkte mate voortgezet. In het laatste kwar
taal van dit boekjaar werd in zekere mate een
stabiliteit in het vervoer bereikt.
Als gevolg van deze omstandigheden was het
eindresultaat, dat de totale ontvangsten bijna
8minder bedroegen dan in 1948. Ofschoon
talloze maatregelen werden getroffen om de
exploitatiekosten te beperken door de exploi-
tatie zoveel mogelijk met de verminderde ver
voersbehoefte in overeenstemming te brengen,
kon niet worden vermeden, dat, in verband met
de stijging van loonniveau, sociale lasten en
materiaalprijzen, de totale exploitatiekosten
met bijna 2!6 ®/o toenamen.
In de bestaande tram- en busverbindingen
zijn in het verslagjaar geen wijzigingen van
betekenis tot stand gebracht, zodat per 31
December 1949 geëxploiteerd werden de inter
communale tramlijnen, 15 stadstramlijnen en 11
autobuslijnen, waaronder begrepen de verbin
ding met Kijkduin en met het vliegveld Ypen-
burg.
Aan het einde van het verslag zijn de gebrui
kelijke grafieken opgenomen.
Figuur 1 geeft een beeld van het aantal per
jaar afgelegde wagenkilometers over de 23
jaren van het bestaan onzer vennootschap.
Het aantal vervoerde reizigers per afgelegde
wagenkilometer over de jaren 1939 t./m. 1949 is
in onderstaande tabel aangegeven.
De ogenschijnlijk geringere teruggang van
het vervoer op de autobuslijnen gedurende het
eerste halfjaar in vergelijking met het tweede
halfjaar, welke uit bovenstaand overzicht is af
te lezen, is een gevolg van de omstandigheid,
dat de volle ontwikkeling van de autobuslijnen
in de eerste helft van 1948 nog niet bereikt was.
De opbrengst van het stadsvervoer per tram
en bus tezamen nam af met f 939.04)0,of 7,4
ter aan voor de stadstramlijnen over de jaren
sinds de oprichting van het Gemengd Bedrijf.
Hieronder volgt het gebruikelijke overzicht
van de toe- of afneming der totale ontvangsten
in de beide semesters van het jaar 1949, verge
leken met die van het jaar 1948.
De laatste kolom van bovenstaande tabel toont
aan, dat ook in dit jaar de daling der gemiddelde
bezetting zich op alle lijnen heeft voortgezet.
Deze daling werd geheel veroorzaakt door een
vermindering van de vervoersbehoefte.
Figuur 2 geeft de reizigers per wagenkilome-
De beide intercommunale tramlijnen brachten
tezamen f 250.000,of 10,7 °/o minder op dan in
het vorige jaar.
In 1949 werden rond 143.905.000 reizigers
voerd. De afname van het aantal vervoerde
reizigers bedroeg t.o.v. het jaar 1948 rond
12.600.000 of 8,1 °/o.
Van het stadsvervoer hebben de tramlijnen
70,6de autobuslijnen 29,4 bewerkstelligd.
1947
1946
1940
1945
1941
1944
1942
1943
12,48
Totaal.
Ie halfjaar.
2e halfjaar.
0,5%)
43.000
VOT-
f
n
Stadstramlijnen
buslijnen
Lijn Pen HaagDelft
Den HaagLeiden.
Stadstramlijnen
Autobuslijnen
Intercom-
munale
lijnen
Te zamen
8,07
7,97
8,07
4.84
850.000
89.000
158.000
92.000
4,87
6,60
4,53
2,99
11,51
5,80
Delft
Leiden
7,11
9.21
7,06
4.42
9,75
11,67
9,58
5,66 j
10,91
9,84
10,82
6,32
5,72
6,12
6,19
3,87
3.24 I
2,99 j
2,87
2,47 1
10,75
9,22 I
9,08
5,72
f
- 77.000 (- 11,1%)
n
6,26 i
6,67
7,09
1939 I
478.000 (- 10,5%)
9.000 (-
f 372.000
80.000
3.79
3,91 1
3,64 I
2,75 I
n
f 1.189.000 7,9%)
49.000 10,1%)
f 613.000 8,2%)
8.-%)
ov.vvv V- 4.6%)
81.000 (- 11,8%)
43.000 8,9%)
(- 9,2%)
(- 2,6%)
(- 11,5%)
(- 9,4%)
f 576.000 7,6%)
1948 I 1949