I
1
GEMEENTELIJKE CRISIS- EN DISTRIBUTIEDIENST VAN 'S-GRAVENHAGE.
VERSLAG OVER HET JAAR 1949.
Personeel.
De afvloeiing van het overtollige personeel
van de Dienst geschiedde ook |in het jaar 1949
geleidelijk; bij de keuze van hen, die voor ont-
heden dan ook, steeds ten volle aan hun taak te
wijden. Zijn nagedachtenis zal bij hen, die met
en onder hem hebben mogen werken, steeds in
dankbare herinnering blijven.
Tot opvolger van de heer Wesseling als direc
teur van de Dienst werd met ingang van 12
Augustus 1949 benoemd J. B. G. M. van Pelt,
referendaris A in algemene dienst der Gemeente,
tevoren sedert 12 Januari 1944 als adjunct-
directeur aan de Dienst verbonden. Mede met
het oog op het stadium, waarin de distributie-
maatregelen verkeerden, werd in de vacature
van adjunct-directeur niet voorzien.
In het Stadhuis werd op 4 Mei 1949 een ge
denkplaat onthuld, waarin de namen zijn gegrift
van de seeretarie-ambtenaren, die ten gevolge
van de oorlog of de bezetting de dood hebben
gevonden. Hierbij bevinden zich de namen van
elf ambtenaren van de Distributiedienst.
In de loop van het verslagjaar werden, met
ingang van de achter het artikel vermelde
datum, vrij in de handel verkrijgbaar gesteld:
boter/margarine/vet/spijsolie 23 Juni; cacao 3
Februari; cokes 20 Mei; kaas en rijst 4 Novem
ber; tabak 1 Juli; thee 2 Januari; vlees en tex-
tielgoederen 4 November.
Hoewel de distributie van koffie en vaste
brandstoffen, met uitzondering van turf, kolen-
slik, bruinkoolbriketten en cokes, nog niet is
beëindigd, hadden de plaatselijke diensten hier
mede na 27 November geen bemoeienis meer,
omdat de daaraan verbonden werkzaamheden
werden overgenomen door onderscheidenlijk het
Bedrijfschap voor Granen, Zaden en Peulvruch
ten en het Rijkskolenbureau met zijn Toewij-
zingskantoren.
Als gevolg van een en ander beperkte het
contact met het publiek zich nog slechts tot de
uitvoering van de Tweede-Distributiestamkaar-
tenbesehikking 1946 en het uitreiken van bon
kaarten aan de daarvoor in aanmerking
komende personen. Ten gevolge van de intrek
king van deze beschikking komt de Dienst met
ingang van 1 Januari 1950 in het stadium van
een definitieve liquidatie.
Ofschoon het in de voorafgaande jaren reeds
mogelijk was geweest tot vrije aflevering van
een zeer groot gedeelte van de in de distributie-
regeling opgenomen goederen over te gaan,
waren de plaatselijke diensten bij de aanvang
van het verslagjaar nog betrokken bij de ver
deling van een tiental artikelen, waaronder
kaas, boter, vlees, textiel en brandstoffen de
voornaamste waren. Weliswaar betekende dit
aantal ten opzichte van de periode, waarin de
overheidsbemoeiingen zich over ruim veertig
artikelen uitstrekten en bij de Haagse Distri
butiedienst ruim 1550 personen werkten, een
belangrijke daling, maar de werkzaamheden
namen niet in hetzelfde tempo af, zodat on
danks de toegepaste rationalisatie in de
Gemeente op 1 Januari 1949 toch nog 246 ambte
naren bij de distributie werkzaam waren.
Naast het streven van het Centraal Distri
butiekantoor tot beperking van de differentiatie
in het distributiesysteem en de vereenvoudi
ging van de voorschriften in het algemeen,
werden dezerzijds de pogingen om door een met
beleid uitgevoerde reorganisatie te geraken tot
een minimum bezetting, aangepast aan de zieh
steeds wijzigende omstandigheden, onvermin
derd voortgezet. In het licht van de huidige
stand van zaken kan worden vastgesteld, dat
het doel, waarnaar in de na-oorlogse jaren
steeds is gestreefd, werd bereikt.
In dit verband past op de eerste plaats een
woord ter nagedachtenis van de heer P. C. Wes
seling, in leven directeur van de Distributie
dienst en hoofd van de afdeling „Bevolking,
Verkiezingen en Burgerlijke Stand” der Ge
meentesecretarie, die, na een kort verblijf in een
ziekenhuis, vrij onverwacht 17 Juni 1949 op
•’••-jarige leeftijd is overleden. Vooral de grote
organisatorische talenten van de heer Wesse
ling, die, behoudens een gedwongen afwezigheid
gedurende de oorlogsjaren van 4 Mei 1942 af,
steeds met het directoraat was belast, hebben er
toe bijgedragen de nu eenmaal niet te vermijden
moeilijkheden voor de Haagse burgerij i.v.m. de
distributie zo veel mogelijk te beperken. Ook
voor de belangen van de vele aan zijn leiding
•^vertrouwde ambtenaren stond hij te allen
tijde op de bres. Zijn plichtsbetrachting alleen
reeds was voor de afdelingschefs van zijn Dienst
oen stimulans om zieh, onder welke omstandig-
Algemeen.
Personeel
en salariëring.
BIJLAGE 28