30
22 424 lampen totaal.
22 424 lampen totaal.
3
Het aantal verbruikers steeg van 147 375 op
31 December 1948 tot 149 473 op 31 December 1949.
totaal 19 300
lampen.
energie meer uit het koppelnet kon worden
betrokken. Toen daarbij nog pijpbreuk optrad
in één van de stoomketels moest de opwekking
gedurende enige tijd geheel worden gestaakt.
Ten gevolge van deze storing kon gedurende
ruim een uur geen electriciteit aan de verbrui
kers worden geleverd.
I
Openbare verlichting.
Op 31 December 1949
hoeve van
de openbare verlichting
gloeilampen J
Ir--ïtt v Ir/"I rvv-» a
lampen S
Het aantal licht
punten bedroeg
waarvan met
2 lampen 1 766
Het aantal lichtpunten vermeerderde met
621 stuks.
17534/
18 190 1
1110 kwikdamp-
Het in- en uitschakelen geschiedt geheel auto
matisch, nl. van:
19 032 lampen door verstelbare astronomische
schakelautomaten, aangebracht aan poli-
tiebureaux.
Bij het niet fuuetionneren dezer schakel
automaten kan van de politiebureaux uit
de verlichting met handbediening worden
in- en uitgeschakeld. Ter controle hiervan
zijn waarsehuwingslichten in de politie
bureaux bij de wachtcommandant ge
plaatst;
149 lampen door 12 schakelkasten, voorzien
van schakelklokken;
2 939 lampen door afzonderlijke klokjes in
palen enz.;
44 lampen door afzonderlijke klokjes in zui
len enz.;
6 lampen door de gemeente Monster;
254 lampen op meter (verkeersapparatem
stoplichtbakken bij bruggen enz.);
waren aanwezig ten be
de openbare dienst:
2501 gloeilampen in verkeerszuilen, -pijlen,
alarmcellen, urinoirs enz.
derden:
623 gloeilampen in tijdklokken, telefooncel
len enz.
Met de eigen productiemiddelen werden opge
wekt 209 340 000 kWh.
De hoogste gemiddelde 5-minuten-belasting
(niet inbegrepen eigen bedrijf) van de eigen
productiemiddelen bedroeg 70 920 kW en trad op
in de maand December 1949.
De totale hoogste gemiddelde 5-minuten-belas
ting van het debiet bedroeg 67760 kW.
Dit maximum trad op in de maand Decem
ber 1949.
aan masten, overspannin
gen, muurarmen enz.
In het kabelnet werden 29 transformatorsta-
tions en -zuilen bijgeplaatst (waarvan 7 tijde
lijke), terwijl 16 transformatorstations en
-zuilen werden weggenomen (waarvan 3 tijde
lijke stations).
De isolatietoestand van het net was goed.
In het laagspanningsnet kwamen een aantal
storingen van beperkte omvang voor, welke voor
het merendeel veroorzaakt werden door tijde
lijke overbelasting van kabels.
Op 14 Juni 1949 werd bij het uitvoeren van
graafwerk op particulier terrein met een hou
weel een 3-kV-kabel beschadigd.
Op 19 Juni 1949, omstreeks 16 uur, raakte op
Scheveningen een 3-kV-kabel defect, waardoor
een tweetal transformatorstations stroomloos
werden. Hierdoor had een aantal woningen
geen spanning. Na omschakeling van het laag
spanningsnet was de stroomlevering omstreeks
16.45 uur aan alle woningen weer hersteld. Later
bleek, dat deze 3-kV-kabelstoring reeds tijdens
de bezetting moest zijn ingeleid door een bom
inslag.
Op 17 November 1949 werd omstreeks 2.15 uur
de energielevering aan de gemeente Voorburg
en een fabriek aan de Maanweg gestoord. Na
opsporing en afschakeling van de defecte 3-kV-
kabel werd om circa 7 uur de energielevering
aan de gemeente Voorburg hersteld en om circa
61 1 uur die aan de fabriek aan de Maanweg.
Op 27 December 1949 ontstond een ernstige
storing in het 150-kV-koppelnet. De storing be
ïnvloedde de voorziening van de eigenbedrijf-
histallaties in de centrale dusdanig, dat de op
wekking sterk werd gereduceerd, terwijl geen
10 950,160 ton a f 29,65'3 f
324.686,02
7 118,026 ton a f 37,15” 264.480,11
Voorraad op
31 Per. 1949.
Verbruikers.
Verbruikt In
1949
Brandstoffen.
Voorraad op
1 Jan. 1949
Aangevoerd in
1949
VERSLAG VAN HKT GEMEENTELIJK ELECTKICITEITS-BEnhlJF.
Eigen opwekking en debiet.
Kabelnet.
126 645,376 36,1761 4.581.534,94
122 813,242 36,8147 4.521.329,03
133 763,402 ton a f 36,22” f 4.846.015,05