33
a.
1.
C.
2.
10
f
a.
b.
J23
ter hand genomen (zie verslag over het jaar
1948).
De samenstelling en de vergaderingen van de
Plaatselijke Adviescommissie.
De samenstelling van de Plaatselijke Advies
commissie zoals deze in de Zelfstandigenrege
ling is voorgesehreven, bleef in het verslagjaar
ongewijzigd. Zij was aan het einde van het ver
slagjaar als volgt: R. P. Baas, directeur van
het Gemeentelijk Bureau voor Werklozenzorg
en Personeelsvoorziening, lid-voorzitter; J. Ph.
H. Pleines, vertegenwoordiger van het Mini
sterie van Sociale Zaken en J. Pasman, ver
tegenwoordiger van het Ministerie van Econo
mische Zaken, leden; H. Statema, commies bij
het Gemeentelijk Bureau voor Werklozenzorg
en Personeelsvoorziening, secretaris (geen lid).
De schriftelijke afdoening van de aanvragen
om uitkering, zoals deze ter vermijding van
het veelvuldige en tijdrovende vergaderen reeds
sedert 1947 werd toegepast, is ook in 1949 tot
algehele tevredenheid voortgezet. Slechts een
maal kwam de Commissie in vergadering bij
een, nl. op 7 October 1949. In deze vergadering
vormde voornamelijk de vraag, of de arbeid van
iemand, die zich kunstschilder noemt, werke
lijk als kunst kan worden beschouwd, een punt
van bespreking. Besloten werd, de beantwoor
ding van deze vraag over te laten aan de Com
missie voor Sociale Kunstopdrachten.
Voor de omvang, welke de hulpverlening
aan zelfstandigen gedurende het verslagjaar
had, moge naar onderstaande staat worden ver
wezen. (Staat IV).
de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Belangen
ondersteunde armlastigen te werk gesteld. Uit
zonderingen werden gemaakt voor enige door
diaconieën ondersteunden, waarbij echter voor
af overleg met de Gemeentelijke Dienst voor
Sociale Belangen werd gepleegd. Ook werd nog
een aantal minder-validen geplaatst in overleg
met het Gewestelijk Arbeidsbureau te ’s-Gra-
venhage.
Ingevolge de regeling tewerkstelling hoofd
arbeiders, vastgelegd in de circulaire van de
Minister van Sociale Zaken, no. C 6248 afd. S.B.,
van 2 Mei 1947, werd na advies van het Gewes-
teljjk Arbeidsbureau te 's-Gravenhage een aan
tal werkloze hoofdarbeiders te werk gesteld bij
enkele Rijks- en semi-Rijksinstellingen.
Via de Commissie voor Sociale Kunstop
drachten werd voorts een aantal beeldende kun
stenaars te werk gesteld ingevolge de regeling
voor sociale bijstand aan beeldende kunste
naars, neergelegd in de rondzendbrief van de
Minister van Sociale Zaken, no. C. 3018 S.B.,
van 31 Maart 1949.
In de kosten van beide laatste soorten werk
verruiming werd door het Rijk een subsidie
van 75 pCt. verleend. Bij de objecten der Ge
meentelijke niet-gesubsidieerde werkverschaf
fing werden 577 personen geplaatst, van wie
200 meermalen werden te werk gesteld, zodat
het aantal plaatsingen 861 beliep.
Ingevolge de regeling tewerkstelling hoofd
arbeiders werden 37 personen te werk gesteld;
ingevolge de regeling voor sociale bijstand aan
beeldende kunstenaars werd in 124 gevallen hulp
verleend.
Hieronder volgt een overzicht van de soor
ten werkverruiming en werkverschaffing; een
overzicht van de daarvoor uitgegeven gelden
is opgenomen als bijlage II van dit verslag.
Zoals reeds hiervoren werd opgemerkt, wer
den in deze werkverschaffing, behoudens in die
voor minder-valide handarbeiders, slechts arm-
lastigen geplaatst, nadat een verzoek daartoe
vanwege de Gemeentelijke Dienst voor Sociale
Belangen was gedaan. De hier bedoelde werk
verschaffing kan worden onderscheiden in:
arbeid voor handarbeiders;
arbeid voor minder-valide handarbeiders;
waakdiensten.
Arbeid voor handarbeiders.
De tewerkstelling in deze werkverschaffing
geschiedde:
bij de Gemeentelijke School- en Kinder
tuinen;
bij de Gemeentelijke Reinigingsdienst:
a. schoonhouden landerijen,
b. papierprikken Stille Strand.
Evenals in vorige jaren werden in 1949 in de
Gemeentelijke werkverschaffing slechts door
VERSLAG VAN HET BUREAU VOOR WERKLOZENZORG EN PERSONEELSVOORZIENING.
Maand.
Januari
Februari
Maart
April
Mei
Juni
Juli
Augustus
September
October
November
December
Aantal
weken.
165
159
205
129
184
201
216
145
J»
Jï
77
3.727.—
5.891,—
6.852, —
7.928, —
4.852, —
4.468, —
6.440,—
5.631,—
5.468, —
7.223,—
5.929, —
9.839,—
c.
het aantal personen, dat uitkering ontving
aan zelfstandigen in het
STAAT IV.
Overzicht van
ingevolge de regeling hulpverlening
jaar 1949.
4
4
4
5
4
4
5
4
4
5
4
5
52
46
27
27
37
41
41
49
52
54
82
73
652
Totaal aantal
uitkeringen.
Groep
A. B.
1. Gemeentelijke niet-gesubsidieerde werkverschaffing.
f 1.422,—
875,—
919,—
1.206,-
1.191,—
136 1.082,—
194 1.481,—
1.700,—
1.472,—
2.211,—
173 2.311,—
277 3.850,—
2 184 19.720,7—j 74.258,—
Tewerkstelling in werkverruiming en werk
verschaffing.
Totaal bedrag
der uitkeringen.
Groep
A. B. 4-