33 J b. Arbeid voor minder-valide handarbeiders. 11 uit een geldbedrag gelijk aan 25 pCt. van het steunbedrag, afgerond op f 0,05. De tewërkstellingstermijn was evenals in het vorige verslagjaar zes maanden, terwijl de leeftijdsgrens op 65 jaar bleef gesteld. De tewerkstelling van minder-valide arbei ders werd in 1949 voortgezet. In het verslag jaar nam hun aantal weer toe. Geregeld waren 35 a 40 arbeiders werkzaam. In totaal werden 31 personen geplaatst bij de Gemeenteplant- soenen en 22 bij de Gemeentelijke School- en Kindertuinen, object Leyweg I. Voor zover het betrof plaatsing van niet door de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Be langen ondersteunde minder-validen, werd over leg gepleegd met het Gewestelijk Arbeidsbu reau te ’s-Gravenhage, afdeling Bijzondere Bemiddeling. De arbeiders ontvingen een ver goeding, die door de technische leiding van de dienst, waarbij de betrokken arbeider was te werk gesteld, in overleg met het Gemeentelijk Bureau voor Werklozenzorg, werd vastgesteld op grond van de arbeidsprestatie. De vergoeding bedroeg in 1949 evenals in het vorige verslagjaar voor vrijwel alle arbeiders, die bij de Gemeen teplantsoenen werkten, 100 pCt. van het normale loon van f 0,71 per uur, aan gezien hun arbeidsprestatie, na enige oefening, gelijk of vrijwel gelijk kon worden gesteld met die van valide arbeiders in de werkverschaffing. In de regel blijven zij echter de speciale voor hen geschikte arbeid verrichten. De te werk gestelden bij de Gemeentelijke School- en Kindertuinen ontvingen, gelet op de aard van het werk en de geschiktheid van deze arbeiders, een vergoeding die werd bepaald op 80 tot 95 pCt. van het normale loon. In 1949 werd een duurtetoeslag van f 0,02 per uur of f 1,per week (de zg. ,,Joekes”-gulden) aan hen betaald. Voorzover zij daarvoor in aanmerking kwa men, ontvingen zij eveneens de Kerstgave en de emolumenten. Voor deze categorie te werk ge- stelden gold het gewone rouleersysteem van zes maanden niet. Bij brief van Burgemeester en Wethouders van 23 Juli 1949, corr. no. 229546, afd. S.Z., werd toestemming verleend om te handelen overeen komstig de beslissing van Burgemeester en Wet houders van 22 Augustus 1947, no. 189110, afd. S.Z., hetgeen inhield, dat aan hen, die in de Ge meentelijke Werkverschaffing arbeidden, ver lof kon worden toegekend met dien verstande, dat hun, die langer dan zes achtereenvolgende maanden waren te werk gesteld, voor elke maand van tewerkstelling één dag verlof met behoud van loon kon worden verleend en de va- cantiebijslag van 2 pCt. kon worden uitbetaald, Door de arbeiders, te werk gesteld op het on der a genoemde object, werd grondwerk verricht ten behoeve van de schooltuinen en bijbehoren- de terreinen, alsmede de onderhoudswerken daarvan. De gedurende kortere of langere tijd te werk i gestelden op het onder b genoemde object, i werkten op terreinen aan de Leyweg, ten einde I deze teeltrijp te maken voor het kweken van gewassen, waarvan de opbrengst ten goede kwam aan de gemeente ’s-Gravenhage ofwel bestemd wns voor verzorgings- en ziekenhuizen. Bij de Gemeentelijke Reinigingsdienst ver richtte voorts een aantal te werk gestelden werkzaamheden, verband houdende met het schoonhouden van landerijen en van het Stille Strand. De lonen voor de groepen, te werk gesteld on der a en b genoemde objecten, bedroegen f 0,71 per uur plus een duurtetoeslag van f 0,02 per uur of f 1,per week (zg. ,,Joekes”-gulden). De emolumenten, zoals die aan de steun- I verlening ingevolge de Armenwet 1912 verbon den zijn, werden aan deze te werk gestelden niet meer verleend met uitzondering van de zg. kolenbijslag, die aanvankelijk nog werd ver strekt aan hen, die op het moment der verstrek king niet langer dan drie maanden te werk gesteld waren. Bij de verstrekking 1949/1950 werd echter de laatste beperking opgeheven. Voor zover mogelijk werden de sociale ver zekeringswetten toegepast. Het percentage van de Ziekenfondspremie, dat op de lonen werd verhaald, bedroeg in 1949: 1,8 pCt. Volgens brief van 12 December 1949, no. 5529, van de directeur van de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Be langen werden aan hen, die langer dan twee weken uitkering ingevolge de Ziektewret ge noten, de emolumenten verbonden aan de steun verlening ingevolge de Armenwet 1912, toege kend. In December 1949 werd aan hen, die voldeden aan de richtlijnen voor de verlening van de brandstoffenbijslag, de gebruikelijke Kerstgave verstrekt. Deze bestond ook nu weer Gemeentelijke School- en Kindertuinen. Evenals in het jaar 1948 werd het grootste deel van de in de categorie handarbeiders te werk gestelden, geplaatst bij de Gemeentelijke School- en Kindertuinen. De tewerkstelling had plaats op een drietal I objecten: het object Gemeentelijke School- en Kinder tuinen; I b. het object Leyweg II B; I c. het object Leyweg I, dat echter speciaal be stemd was voor tewerkstelling van minder- valide arbeiders. VERSLAG VAN HET BUREAU VOOR WERKLOZENZORG EN PERSONEELSVOORZIENING. a.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1949 | | pagina 422