35
Dienstcommissie.
2
t
Voortzetting van deze lezingenreeks is dus
alleszins gerechtvaardigd.
Ontwikkeling.
Zoals in het vorige verslag is vermeld, werd
het wenselijk geacht het personeel inzicht te
geven in de gehele soeiaal-technische en admini
stratieve taak, welke aan de Dienst is opgedra
gen. Reeds in 1948 werd ernstig overwogen cur
sorische voordrachten te houden. In verhand
met het zeer grote aantal aanmeldingen daar
voor zou het, om aan alle inschrijvingen gevolg
te kunnen geven, noodzakelijk zijn geweest de
cursussen voor enige honderden deelnemers te
gelijkertijd te doen plaats hebben. Hiermede zou
echter het gestelde doel niet worden bereikt. Be
sloten wrerd daarom selectie toe te passen en
voor het seizoen 1949/1950, bij wijze van proef,
voorlopig te volstaan met het doen geven van
twee parallel kadercursussen (A en B), elk van
30 deelnemers, voor administratieve en
soeiaal-technische ambtenaren.
Een Cursuscommissie werd in het leven ge
roepen, bestaande uit de hoofden van de steun-
technische en administratieve dienst; als secre
taris treedt op een vertegenwoordiger van de
Dienstcommissie.
tevredenheid. Meermalen constateerde het Be
stuur uit eigen ervaring, met hoeveel toewijding
en sociaal gevoel het personeel zich aan zijn
moeilijke taak wijdt.
Achtereenvolgens werden de volgende onder
werpen behandeld: „In en om de vergaderzaal
„De beginselen, welke de Dienst volgt bij de uit
voering van de Armenwet”; „De organisatie van
de Dienst en moderne administratie”; „Vormen
van ondersteuning en de behandeling daarvan”;
„De commerciële taak van de Dienst” en „Onder
steuning van en werkverschaffing voor validen,
in verband met Sociale Bijstandsregeling en
Overbruggingsregeling”.
Aan het einde van het verslagjaar kon worden
vastgesteld, dat voor deze cursorische voor
drachten met daarop gevolgde gedachtenwisse
ling grote belangstelling bestaat en dat deze vol
komen aan de verwachting hebben beantwoord.
Terloops zij opgemerkt, dat besloten is naast
deze kadercursussen in het jaar 1950 een zg. vor
mingscursus te houden voor degenen, die niet
bij de kadercursus konden worden ingedeeld.
Ook op andere wijze werd aandacht besteed
aan de ontwikkeling van de ambtenaren. In het
jaar 1949 hielden de volgende deskundige spre
kers voor het personeel en voor genodigden
(voorzitter en bestuursleden van de Dienst, als
mede directeur en personeel van de Gemeente
lijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst, secre
taris en personeel van de Sociale Raad, Wijk
centra enz.) een voordracht over vraagstukken,
welke verband houden met de taak der ambte
naren.
Deze commissie vergaderde in 1949 tweemaal
Behandeld werd o.m. de instelling van de kader
cursus, waarvan hiervóór sprake is.
Deze voordrachten hadden buiten diensttijd in
de avonduren plaats en trokken onder het per
soneel zeer veel belangstelling, hetgeen ook
bleek uit het stellen van de vele vragen, waar
toe telkenmale na afloop van de inleiding gele
genheid werd gegeven en welke vragen dikwijls
zeer overdacht waren en de inleiders gelegen
heid gaven dieper in te gaan op hun onderwerp.
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN.
Spreker.
Onderwerp.
1 Februari
7 Maart
19 April
Psychologie van de na-oorlogse mens.
19 Mei
Mevr. Dr Sis Heijster, psychologe,
17 October
15 November
Vrije-tijdsbesteding van de moderne stedeling.
12 December
De reclassering en haar problemen.
W. J. Hemmes, algemeen secretaris van de Federatie
van Diaconieën in de Nederlandse Hervormde Kerk,
Dr J. v. d. Spek, geneesheer-directeur der Psychia
trische Inrichtingen „Maasoord” te Poortngaal,
Mej. N. Ongerboer, eertijds verbonden aan het
Medisch-Paedagogisch Bureau en aan Nederlands
Volksherstel,
G. H. L. Schouten, oud-directeur van de Clubhuizen
„de Arend” te Botterdam,
Prof Mr J. M. van Bemmelen, hoogleraar in straf
recht, strafvordering en criminologie aan de Rijks
universiteit te Leiden.
De verhouding van de ooer/ieids-armenzorg tot d<
kerkelijke, armenzorg en omgekeerd.
De psychische noden van de pubercens in het al
gemeen en van de arbeidersjeugd en de jeugd uil
het ontwrichte en a-soeiale gezin in het JSJjzondw
De nieuwe inzichten in het maatschappelijk werk
Datum van
de voo dracht.
De invloed der stedelijke samenleving op de on
maatschappelijkheid en de misdadigheid.
Dr H. van Rooy, privaat-docent in de criminologie
aan de Bjjks-Universiteit te Utrecht,