35 Bijzondere zorg. Personeelsvereniging. III. STEUNVERLENING. Geldelijke ondersteuning. 3 1 De Personeelsvereniging, welke in het jaar 1950 haar eerste lustrum hoopt te vieren, had in het verslagjaar wederom haar aandeel in het organiseren van wijdings- en ontspanningsbij- eenkonisten in de Gemeentelijke Verzorgings huizen. Een woord van dank daarvoor is hier op zijn plaats. In het verslagjaar kwam een aantal sociale I wetten tot uitvoering, dat van invloed was op i het vaststellen van de steunbedragen. Genoemd worden de toeslagen op de uitkeringen ingevolge j de Noodwet Ouderdomsvoorziening en op de kin- I derbijslagen ten behoeve van de Invaliditeits-, i Ouderdoms- en Wezenrentetrekkers; voorts de I uitkeringen aan de mobilisatieslachtoffers 1914 —’18, welke in pensioen werden omgezet en het I op onregelmatige tijden verlenen van 25 pCt. toeslag aan de gepensionneerden op hun pen sioen over de jaren 1946 e.v. Aangezien al deze I verhogingen van terugwerkende kracht waren, vroegen zij veel aandacht in verband met de juiste verrekening met de uitgekeerde steun gelden. In 1949 werd voor de eerste maal, aanvangen de 1 October, boven het steunbedrag en naast de brandstoffenverstrekking, een wekelijkse wintertoeslag van 50 cent voor gezinnen en van 25 cent voor alleenstaanden uitgekeerd, ten ein de tegemoet te komen in de extra seizoenuit- gaven. Met de bedoeling meer tijd te kunnen besteden aan de individuele behandeling en de zich steeds uitbreidende sociale zorg, had op 2 November een herziening van de wijken plaats, waardoor het door de sociale werkers te behandelen aantal I gevallen op gemiddeld 125 werd gebracht. Er pijn thans 39 wijken en daarnaast de afdeling ■■Bijzondere Zorg” met 9 oudergroeperingen en voorts de groepen „Logementbewoners” en In 1949 waren in deze groep gemiddeld 200 ge vallen in behandeling, verdeeld over 5 sociale werksters en 1 sociale werker. Hieruit blijkt, dat het aantal partijen in deze groep per ambtenaar veel lager ligt dan in de overige groepen. Dit houdt verband met de diep gaande bemoeiingen en de tijdrovende bespre kingen, die voor deze gevallen nodig zijn. De verzwakking der zedelijkenormen, mede als gevolg van de oorlogsjaren, doet nog steeds haar nadelige invloed gelden. Huwelijkstrouw is voor velen nauwelijks een begrip; op zeer lichtvaardige gronden worden huwelijken ge sloten en ontbonden. Tal van vrouwelijke hoof den van onvolledige gezinnen offeren de gezins sfeer en de opvoeding harer kinderen op aan de bevrediging van eigen verlangens. Zij verwaar lozen de huishouding; de voldoening van vaste lasten en de betaling aan leveranciers blijven dikwijls achterwege. Een andere oorzaak van de gezinsverwaar- lozing is het feit, dat vele vrouwen, vooral als zij er alleen voor staan, niet meer tegen de moei lijkheden van de opvoeding, de huishouding en het voortdurend gebrek aan middelen kunnen optornen, de moed verliezen en bij de pakken gaan neerzitten. Vervolgens zijn er degenen, die hun omstan digheden misbruiken om medelijden op te wek ken en er niet aan denken mede te werken aan de pogingen hen uit hun toestand van armlas tigheid op te heffen. Vele gevallen vertonen een complex van factoren, die tot de a-socialiteit hebben geleid. Met veel doorzettingsvermogen blijven de ambtenaren van deze groep ondersteunden in de weer om te pogen deze gevallen op te heffen. Regelmatig wordt daarbij contact opgenomen en onderhouden met artsen, geestelijke leiders, werkgevers, schoolhoofden en vertegenwoordi gers van allerlei instellingen op het terrein van het sociale werk. De successen zijn maar matig, hetgeen ook in de aard der gevallen ligt. De meeste vragen een langdurige behandeling. Het feit, dat velen althans voor verder afglijden kunnen worden behoed, stemt evenwel reeds tot dankbaarheid. De tijden zijn ook niet gunstig voor een doel treffend ingrijpen in bepaalde omstandigheden. Zo zouden bjjv. tal van ongewenste toestanden kunnen worden opgeheven, indien er een rui mere woongelegenheid zou zijn. Veel aandacht wordt geschonken aan de vrije tijdsbesteding van de jeugd, door deze onder te brengen in jeugdverenigingen, en clubhuizen, waardoor tevens bereikt wordt, dat de kinderen tijdelijk aan de ongunstige sfeer van het gezin en van de straat zijn onttrokken. »N i et-Europeanen”. (h> 1 November ging de behandeling van aan- vragen om huisraad, kleding, schoeisel, dekking eu ligging van ondersteunden over van de af deling „Bijzondere Gevallen” (zie ook blz. 11) naar de sociale werkers van de wijken, waardoor dj ook hieraan bij huisbezoek de nodige aan dacht moeten besteden. In het zomerseizoen maakten, door de welwil lende medewerking van de N.V. Rederij Koppe, "ederom tal van ondersteunde ouden van dagen een tochtje langs de kust met de „Van der Üek”. VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1949 | | pagina 434