35
Totaal 7 784 100
pCt.
Mei
9
1
Van de 8 261 steunpartijen, die in 1949 een of
meer uitkeringen genoten, ontvingen 3 745 par
tijen gedurende het gehele jaar ondersteuning.
De overige 4516 partijen werden slechts gedu
rende een deel van het jaar ondersteund.
1118
1083
1025
868
676
331
374
392
360
284
286
Kerkelijke gezindte der ondersteunden.
De 7 784 partijen, die in 1949 als ondersteunden
in de administratie voorkwamen, zijn als volgt
verdeeld naar kerkelijke gezindte.
4 Jan.
4 April
4 Juli
3 Oct.
2 Jan.
3 April
3 Juli
2 Oct.
31 Dec.
v an de 8 309 partijen, die in 1949 in ondersteu-
D|ng waren, genoten er 8 023 uitsluitend onder
steuning van de Dienst, terwijl 284 partijen bo
lle vermeerdering van het aantal onder
steunde niet-Nederlanders betreft hoofdzakelijk
Duitsers en staatlozen, nl. tezamen 24 van de 30
Partijen.
- 393 5,05
vendien een uitkering ontvingen van een andere
instelling en 2 partijen bovendien een uitkering
van twee andere instellingen.
Deze zg. meervoudige ondersteuning heeft in
de loop der jaren aan betekenis verloren. Dit
komt tot uiting in onderstaand overzicht.
1939
1940
1941
1942
1943
1944
1945
1946
1947
1948
1949
van dagen.
Hieronder volgt het verloop van het aantal
ondersteunde oude lieden (65 jaar en ouder) van
het tijdstip af, waarop de Noodwet Ouderdoms
voorziening in werking is getreden, te weten
1 October 1947. De volgende cijfers staan daar
voor ter beschikking.
1947 3 231 ondersteunde oude lieden
(Noodwet nog niet in werking).
1948 2 722 ondersteunde oude lieden
1948 2155
1948 1 966
1948 1927
1949 2139
1949 2 212
1949 2 227
1949 2 257
1949 2 329
Voor het verloop van het aantal ouden van
dagen per week in 1949 wordt verwezen naar de
grafiek op blz. 10. De sterke daling van het aan
tal ondersteunde ouden van dagen sedert 1 No
vember 1947, zich voortzettend in 1948, is het ge
volg van de uitkeringen krachtens de Noodwet
Ouderdomsvoorziening. Bovendien werd in vele
gevallen gevolg gegeven aan het beroep, gedaan
op de onderhoudsplichtigen om door een verho
ging van de bijdrage de ouden van dagen geheel
vrij te maken van de steunverlening.
De gunstige werking van de Noodwet ten aan
zien van het aantal ondersteunden werd ten dele
teniet gedaan, toen in November 1948 in verband
met de gestegen kosten voor levensonderhoud
steunverhoging noodzakelijk werd. De bijslag op
de uitkeringen Noodwet Ouderdomsvoorziening
per 1 November 1948 kon niet verhinderen, dat
vele oude lieden weer een beroep moesten doen
op de Dienst om in hun levensonderhoud te kun
nen voorzien. Deze financiële nood onder de
1,39
2 949 37,89
36 0,46
Nederlands en Waals Her
vormde gezindte 3173 40,76 pCt.
Gereformeerd108
Rooms-Katholiek
Israëliet
Overige kerkelijke gezindten
a. Christelijk 365
b. Niet-Christelijk 28
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN.
Ondersteunde ouden
Ondersteunde niet-Nederlanders.
In ondersteuning op 31 December 1949.
Totaal per
Nationaliteit.
3
3
15
4
1
1
2
1
1
35
19
9
32
57
37
140
110
14
1
1
1
1
1
55
55
55
55
55
55
55
55
55
55
55
55
Duur van ondersteuning.
Hoofden
van gezinnen.
Man
nen.
Vrou
wen.
Man
nen.
Alleen
wonenden.
Vrou
wen.
1
12
31 Dec.
1949.
1
1
60
1
1
5
1
13
1
1
1
2
1
1
7
1
37
2
1
1
4
1
1
1
4
2
1
1
1 Jan.
11*49.
5
1
28
1
1
2
1
1
1
4
1
2
Aantal.
i
78
Belgische.
Chinese
Duitse
Engelse
Franse
Hongaarse
Italiaanse
Letlandse
Luxemburgse
Lithause
Oostenrijkse
Roemeense
Russische
Tsjechische
Yoegoslavisehe
Zwitserse.
Staatloos
Totaal
Meervoudige ondersteuning.
Geen kerkelijke gezindte 1125 14,45
Jaar.
55
55
55
55
55
55
55
55