35 20 19125 30751 1947 1948 1949 werking. Onder deze groep vallen blinden en andere lichamelijk gebrekkigen, die wegens mindere arbeidsprestatie, leeftijd of afkeuring niet ingevolge de bepalingen van het Blinden reglement 1948 kunnen worden geplaatst. De nieuwe regeling was noodzakelijk, ten einde het verschil met het loon van de op arbeids overeenkomst aangestelden, dat door de invoe ring van genoemd Blindenreglement was ont staan, tot redelijke grenzen terug te brengen en tevens om in de stijgende kosten van levens onderhoud tegemoet te komen. In het algemeen kan worden gezegd, dat de nieuwe regeling door de betrokkenen met in stemming is begroet. De opneming van de op arbeidsovereenkomst aangestelden in de sociale verzekering stuit nog steeds op moeilijkheden. De Raad van Beroep te ’s-Gravenhage stelde weliswaar de Raad van Arbeid ten aanzien van zijn standpunt, dat de betrokken blinden niet als verzekerden in de zin der Wet kunnen worden aangemerkt, in het ongelijk, maar laatstgenoemde Raad lokte daar na een uitspraak uit van de Centrale Raad van Beroep en deze verklaarde de uitspraak van de Raad van Beroep nietig. Er wordt getracht herziening van deze uitspraak te verkrijgen. De commerciële inslag van de Werkplaatsen voor Blinden c.a. kwam dit jaar op bijzondere wijze tot uiting. Er werd namelijk een stand ingericht op de Najaarsbeurs te Utrecht onder de leuze: „Ook de blinde heeft zijn plaats in het bedrijfsleven”. Geëxposeerd werden artikelen van de afdelingen borstel makerij en weverij. Voor deze stand bestond veel belangstelling. Verscheidene nieuwe relaties werden aange- knoopt. Zowel uit propagandistisch als uit eco nomisch standpunt bezien was het resultaat alleszins bevredigend. De herscholing van de blinden heeft voort durend volle aandacht. Vooral voor wat de borstelmakers betreft is deze aangelegenheid urgent, daar de markt thans weer wordt over stroomd met mechanisch vervaardigd borstel werk tegen de laagst denkbare prijzen. Ten einde voor de borstelartikelen toch nog tot een redelijke omzet te komen, 'was het noodzakelijk de prjjzen aanzienlijk te verlagen, waardoor de bedrijfsuitkomsten ongunstiger werden. De pro ductie van borstelwerk zal dus zoveel mogelijk moeten worden ingekrompen. Het opheffen van de borstelmakerij is uit sociale overwegingen niet doenlijk, gezien de grote bezwaren, ver bonden aan de omscholing van sommige blin den met bescheiden capaciteiten. De bezetting van deze afdeling werd in het verslagjaar reeds teruggebracht van 33 tot 25 man. Proeven zul len worden genomen om enige daarvoor ge schikte borstelmakers op te leiden tot matras senmaker. De productie van de borstelmakerij bedroeg: (21 337 in 1948) 9 429 5 994 4 510 (42 347 - - bezems e.d. vaatkwasten kopj eskwasten 12 452 zwabbers3 306 borstels, e.d29 698 stofzuigerborstels 11230 boenmachineborstels250 De omzet bedroeg f 84.790,31 (f 81.973,95). Door de ruimere toewijzing van cocosgarens was het in de loop van het verslagjaar moge lijk de mattenmakerij met een tweetal matten makers uit te breiden. Het aantal vervaardigde matten bedroeg 1 293 (1 034). De werkzaamheden op de mandenmakerij, de pekkerij en de stoelenmatter ij geven geen reden tot opmerkingen. De omzet van de rij wielafdeling bedroeg f 34.109,87 tegen f 51.018,08 in 1948. De daling was een gevolg van de geringe verkoop van nieuwe rijwielen. De behoefte bij de verschil lende Gemeente-instellingen is langzamerhand gedekt. De piano-af deling verzorgde weer het stem men en repareren van de piano’s van de Haag se openbare scholen. Door bezoek aan de bijzon dere scholen werden ook hier verscheidene stemabonnementen afgesloten. De weverij bestaat nu ruim twee jaar. De om scholing van geschikte krachten van de borstel makerij e.a. voor deze afdeling vorderde vrij veel tijd. De weverij is onder deskundige leiding in haar korte bestaan snel gegroeid. De omzet nedroeg f 64.163,99 (f 24.474,37); het totale ver lies f 3.000,—, hetgeen zeer laag kan worden genoemd, aangezien in dit bedrag alle lasten (o.a. gedeeltelijke afschrijving van nieuwe ge touwen) zijn verdisconteerd en in het verslag jaar 11 blinden hier emplooi vonden. Deze afde ling eist veel „ziend” toezicht, zodat aan de op zichter een assistent moest worden toegevoegd. In het verslagjaar werd nog een drietal ge touwen aangeschaft, waaronder één voor het knopen van tapijten. Enige tapijten werden reeds geknoopt door een tweetal blinde vrou wen. Het laat zich aanzien, dat zij ook in dit werk zeer bedreven zullen worden. Voorts werden er o.m. 1373 bedspreien ver vaardigd. Dit solide product vond veel aftrek bij ziekenhuizen en verzorgingsinrichtingen. Daarnaast werden op de kleine getouwen 6483 handdoeken geweven. Ook hiervoor konden vele orders worden geplaatst. Algemeen. De totale omzet van de werkplaatsen toont in de laatste jaren het volgende beeld: rond f 153.000, 192.000,— 216.000,— VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN. 5? 5, 99 99 ,5 99 99 - - a

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1949 | | pagina 451