l 1 35 I ft s f 575.006,20 216.443,— 22 Als represailleslachtoffers worden beschouwd de nagelaten betrekkingen van bonafide Neder landers, die door de Duitse bezettingsmacht c.s. in de jaren 1940-1945 werden gedood als repre saillemaatregel wegens de verzetsdaad van een ander, terwijl de bezetter wist, of althans aan nam, dat de betrokkene aan deze verzetsdaad niet schuldig was. Ten aanzien van deze groep personen, waar van er bij de Dienst op 31 December 1949 slechts 2 in uitkering waren, heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken een bijzondere regeling ge troffen, welke op 1 April 1949 van kracht werd. Van die datum af worden bedoelde gezinnen gesteund op de voet van de Wet Buitengewoon Pensioen 1940-1945 (Staatsblad 1947, no. H 313). Ned. oorlogsslachtoffers in 31 898 betalingen Uit Indonesië gerepatrieerden in 9 349 betalingen Geen rekening houdende met de bij de uitbe taling incidenteel ingehouden bedragen, werd in het verslagjaar in totaal betaald aan perio dieke uitkeringen voor levensonderhoud: Personen, die voorheen een rente krachtens de Duitse sociale wetten genoten, welke thans niet Algemeen. Hieronder volgen enkele cijfers betreffende het aantal partijen en hun uitkeringen per 31 December 1947, 1948 en 1949. De op de oorlogsslachtoffers betrekking heb bende cijfers zijn vermeld in bijlage 12, blz. 32). fcï meer door de betrokken instelling wordt uitbe taald, kunnen een uitkering door bemiddeling van de Dienst ontvangen tot aan het bedrag van hun rente, tegen de koers van 1 R.M. f 0,75. Hierbij zijn bepaalde grenzen gesteld. Op 31 December waren bij de Dienst nog 12 Duitse-rentetrekkers in uitkering. Wanneer een evacué terugkeert naar de wo ning van waaruit hij werd geëvacueerd of wan neer hij verhuist naar een ander permanent adres, wordt dit beschouwd als beëindiging van de evacuatie. In een dergelijk geval kan alsnog een vergoe ding worden uitbetaald, echter uitsluitend aan natuurlijke personen. Deze uitkeringen bestaan uit: vergoeding van transportkosten en tege moetkomingen in de kosten van opslag van meu bilair en inrichting van de nieuwe woning. In tegenstelling met alle andere vergoedingen blijven de -persoonlijke omstandigheden van de betrokkenen hierbij geheel buiten beschouwing. r Nederlanders, die ten gevolge van evacuatie behoeftig zijn geworden, hebben weliswaar de status van oorlogsslachtoffer, maar worden on dersteund krachtens een regeling, welke afwijkt van die voor andere oorlogsslachtoffers. Op 31 December waren 30 évacué’s bij de Dienst in uitkering. Het totale aantal door de afdeling „Centrale Inspectie en Controle” uitgebrachte rapporten bedroeg 42 283 (48 052), verdeeld als hieronder aangegeven. heemden en verliep de terugzending vrij vlot. Vanzelfsprekend keerden zij graag terug naar hun geboortegrond; zij zouden in Nederland waarschijnlijk altijd op overheidshulp aangewe zen zijn gebleven. Ten behoeve van een niet onbelangrijk aantal kinderen van gerepatrieerden konden studie beurzen of -toelagen van het Ministerie van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen worden verkregen. Het Ministerie maakte deze gelden rechtstreeks aan de Dienst over, waardoor de over de overeenkomstige tijdvakken verleende voorschotten voor levensonderhoud konden wor den verrekend. In vele gevallen werden gezinnen, die de beschikking over een woning kregen, maar geen meubilair bezaten, door bemiddeling van de Dienst met een Rijksmeubelcrediet geholpen. VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN. z Totaal. Datum. Uitkering. Partyen. Uitkering. XV. ONDERZOEKAPPARAAT. - Represailleslachtoffers. Trekkers van Duitse rente. 723 615 607 327 207 175 1 050 822 782 31 December 1947 31 1948 31 1949 7.650.— 4.516,25 4.419,- f 14.713,75 11.372,50 10.716,75 Uit Indonesië gerepatrieerden. Partyen. Uitkeringen aan teruggekeerde evacué's (zg. gereëvacueerden). Nederlandse evacué's. f 22.363,75 15.888,75 15.135,75 Nederlandse oorlogsslachtoffers. Partijen Uitkering.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1949 | | pagina 453