35
VIII. Overige baten.
LASTEN.
II. Algemeen Beheer.
35
De ontvangsten terzake van distributie van
levensmiddelen zijn f 9.117,79 lager, terwijl aan
bijzondere inkomsten f 4.324,35 minder werd ont
vangen.
Het onder dit hoofdstuk in 1948 geboekte aan
vullende subsidie van de gemeente ’s-Graven-
hage over 1947 komt uit den aard der zaak dit
jaar niet voor.
VII. Gemeentelijke Werkplaatsen voor Blinden
c.a.
De opbrengst van vervaardigde artikelen en
verrichte werkzaamheden was f 24.950,82 hoger,
terwijl aan renten ingevolge sociale wetgeving
f 8.270.28 meer werd ontvangen. Zowel de bor
stel- en bezemmakery als de rijwielreparatie-af-
deling hadden een lagere opbrengst en wel in
totaal rond f 22.000,—.
De ontvangsten, opgebracht door de matten
makerij, mandenmakerij, weverij en afdeling
stemmen en repareren van piano's daarentegen
waren rond f 47.000,hoger. Hierin had de we
verij het grootste aandeel nl. f 40.000,als re
sultaat van een uitbreiding van de werkgelegen
heid.
Het verhaal van bijdragen voor pensioen e.d.
wordt thans verantwoord onder de lasten van
dit hoofdstuk en in mindering gebracht op de
kosten van „sociale voorzieningen”.
vember 1948 verhoogde steunnormen en stijging
van het aantal ondersteunde partijen; de kosten
van steun van bijzondere aard zijn gestegen door
meer verstrekkingen aan ligging, dekking, kle
ding en schoeisel, als gevolg van het beëindigen
van het consumentencrediet in begin 1949, en
hogere prijzen van brandstoffen.
Door invoering van een nieuwe loonregeling
op 5 Juli 1948, waardoor voor een belangrijk
deel der te werk gestelde blinden de steunrege
ling niet meer van toepassing is, bedraagt de
verstrekte steun aan blinden, werkzaam in de
Gemeentelijke Werkinrichting f 15.805,11 minder.
Wegens kosten van begraven van onvermo-
genden werd f 517,41 meer uitgegeven.
Onder het hogere bedrag is ook begrepen
f 4.794,27 voor ondersteuning aan doortrekken-
den en daklozen, veroorzaakt door kosten we
gens onderbrenging in een gedeelte van het Te
huis voor Onbehuisden van uit hun woning ge
zette gezinnen (zg. uitzettingsgevallen). Deze
kosten kwamen in 1948 niet voor.
De verstrekking bij wijze van voorschot in
geld en in natura voor noodzakelijk levenson
derhoud was f 40.860,75 hoger, eveneens als ge
volg van het beëindigen van het consumenten
crediet.
De kosten van verzorging anders dan in
de Gemeentelijke Verzorgingshuizen zijn
f 112.311,49 hoger. Deze hogere kosten zijn toe te
schrijven aan een toeneming van het aantal ver
zorgden en een voortdurende stijging der ver-
zorgingsprijzen.
De kosten van verpleging van niet-verzeker-
den waren ondanks stijging der verpleegprijzen
f 199.054,47 lager. De aanzienlijke stijging van
het aantal aanvullend-verzekerden was hierop
van overwegende invloed. Daartegenover zijn de
kosten van verpleging van verzekerden met
aanvullende verzekering met f 379.846,62 geste
gen.
De kosten van verpleging in sanatoria van
niet-verzekerden en van aanvullend-verzekerden
zijn onderscheidenlijk f 140.132,11 en f 194.853,84
hoger dan in 1948. Dit vindt hoofdzakelijk zijn
oorzaak in het feit, dat voorheen de netto-lasten
(kosten verminderd met bijdragen van de Stich
ting „Nederlandse Sanatorium Verzekering”)
werden verantwoord. Deze baten werden voor
heen geboekt onder afd. B Gemeentelijk Bu
reau .voor Ziekenhuisverpleging. (Zie ook de
baten van hoofdstuk III.)
Over 1949 zijn de kosten van verpleging van
personen, opgenomen ter bestrijding van ge
slachtsziekten, f 122,80 lager dan vorig jaar.
De kosten van verstrekking van streptomy-
cine waren f 27.821,14 hoger, terwijl voor para-
amino-salirylzuur werd uitgegeven f 30.456,20.
Laatstgenoemde kosten kwamen in 1948 niet
voor.
De uitgaven aan kindertoelage, premiën en
pensioenen, premiën ingevolge sociale wetge
ving, vereveningsheffing en spaarregeling, zijn
niet meer afzonderlijk, maar als één post „So
ciale voorzieningen” opgenomen, waarop het
verhaal van bijdragen voor pensioen enz. in
mindering is gebracht. Als gevolg van deze
netto-boekingswijze zijn de lasten van dit hoofd
stuk lager dan in 1948, hoewel enkele posten
t 'v. salarissen, schoonhouden van gebouwen en
personenauto’s in vergelijking met 1948 zijn
gestegen als gevolg van salaris- en loonsverho
gingen. Bovendien zijn de kosten van onder
houd, voorzieningen enz. van gebouwen, brand
stoffen, drukwerk en porti gestegen. Daartegen
over zijn de kosten van overwerk gedaald.
III. Ondersteuning niet geld of levensbehoeften,
verzorging, verpleging in ziekenhuizen.
De kosten van ondersteuning zijn f 979.087,24
hoger dan in 1948, als gevolg van de per 1 No-
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN.