37
8
Er kwamen 13 gevallen voor. Twee patiënten
werden (met vrij grote zekerheid) in Rotterdam
geïnfecteerd, twee vermoedelijk in Friesland
door het drinken van ongekookte melk en/of
putwater en één in Zeeland. In al deze gevallen
werd dit aan de betrokken geneeskundig-inspee-
teurs van de Volksgezondheid, via de inspecteur
voor Zuid-Holland doorgegeven.
Eén geval was vermoedelijk een laboratorium-
infeetie, terwijl 1 patiënt voorkwam in een ge
zin, waar een familielid bacillendrager was. In
2 gevallen deden in een gezin van een typhus-
patiënt, ten aanzien van wie de infeetiebron niet
kon worden opgehelderd, nog twee andere ge
zinsleden vermoedelijk de infectie op. Van de
overige gevallen bleef de bron onbekend.
Ultimo 1949 waren bij de Dienst 17 typhus-
bacillendragers bekend, waarvan de faeces perio
diek worden gecontroleerd.
Ook dit jaar was het aantal gevallen (6) weer
laag in vergelijking met de jaren 1947 en daar
voor.
Hiervan kwamen sleehts 4 gevallen voor,
waarvan 3 in één gezin.
In 1949 zijn er 5 nieuwe paratyphusbacillen-
dragers bij gekomen, zodat op 31 December 1949
in totaal 7 paratyphusbacillendragers in de Ge
meente bekend waren.
der onderzoek bleek, dat in de familie een kind
aan paratyphus lijdende was. Ook hier werden
in de excreta van de familieleden en het perso
neel geen paratyphusbacillen aangetoond. Der
tien van de 48 patiënten hadden en melk en vlees
van genoemde firma’s betrokken. Bij verder on
derzoek bleek nog in het gezin van een andere
slager een kind aan paratyphus te lijden, maar
ook hier werden geen pathogene bacillen in de
excreta van de familieleden en het personeel
aangetroffen. Zes patiënten kochten vlees bij
deze slager, waaronder 1 patiënt was, die ook
melk betrok van genoemde melkinrichting.
Negen gevallen deden zich voor in een psy
chiatrische inrichting (onder het verplegend
personeel en patiënten), die haar melk en vlees
ontving van bovengenoemde melkinrichting en
eerstgenoemde slager. Bij verder onderzoek van
het verplegend personeel (65 personen) werden
in de excreta van 6 personen paratyphusbacil
len aangetroffen, die ten slotte allen weer nega
tief weiden. Eén patiënte van dit epidemietje
bleef bacillendraagster.
Van de 44 overige gevallen bleken er met gro
te waarschijnlijkheid 4 personen in het buiten
land geïnfecteerd te zijn, terwijl in 10 gevallen
gezinsinfectie het meest waarschijnlijk was. Van
de overige gevallen is de infeetiebron onbekend
gebleven.
Ook van deze ziekte was het aantal gevallen
weer opvallend laag.
Er werden 285 gevallen aangegeven. Dit getal
is stellig veel te laag doordat, zoals reeds in het
vorige verslag is opgemerkt, de huisartsen veel
al vergeten aangifte te doen, de ziekte licht ver
loopt en dus niet herkend wordt, of geen medi
sche hulp wordt ingeroepen. Patiënten en con
tactpersonen worden eerst bij de G.G. en G.D.
gecontroleerd, alvorens de school weer mag
worden bezocht.
Het aantal gevallen bleef vrijwel gelijk aan
het vorige jaar.
Diphtherie.
Ook dit jaar is het aantal diphtheriegevallen
(192) weer minder dan in 1948 (256). Enkele ge
vallen van toxische aard met dodelijke afloop
deden zich voor. De geregelde prophylactische
inenting tegen diphtherie, thans met z.g. P.T.-
vaccin, werd door de afd. Kinderbescherming
voortgezet. Contactpersonen en herstelde patiën
ten worden bacteriologisch onderzocht; zo nodig
wordt door het laboratorium van het Gemeente
ziekenhuis de virulentieproef gedaan.
Er werden hiervan 7 gevallen aangegeven.
Zes patiënten hadden de infectie in Indonesië
en één in Burma opgedaan.
Het totale aantal vaccinaties en revaccinaties
in 1949 bedroeg 11 458. In het eerste en tweede
levensjaar werden onderscheidenlijk 6 802 en
1 308 kinderen ingeënt.
Zoals gewoonlijk werd voor de ouders van kin
deren, die het eerste levensjaar hadden vol
bracht en nog niet waren ingeënt, op enkele
avonden een samenkomst belegd, waarop door
een geneeskundige een toespraak werd gehou
den en de ouders met klem werd aangereden
hun kinderen alsnog te laten inenten.
Hoewel verschillende plaatsen in Indonesië
met pokken waren besmet en het luchtverkeer
van die plaatsen uit met Nederland zeer levendig
is en de passagiers vóór het verstrijken van de
VERSLAG VAN DE GEM. GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST.
Febris typhoïdea.
Poliomyelitis anterior acuta.
Paratyphus B (gastro-enteritische vorm).
Dysenterie.
Roodvonk.
Meningitis cerebrospinalis epidemics.
Malaria.
Inenting tegen pokken.