37
19
De regelmatige bezoeken aan de Ramaerkli-
niek, de St.-Jacobusstichting en de Kliniek Oc-
kenburgh werden in het verslagjaar voortgezet.
Aan verpleeginrichtingen buiten de Gemeente
werden 68 bezoeken gebracht, waartoe 53 dienst
reizen werden gemaakt.
Bij geschillen gerezen tussen overheidsorga
nen over de verplichting tot betaling van ver-
pleegkosten in psychiatrische inrichtingen, stel
den de psychiaters in 124 gevallen een specialis
tisch onderzoek in naar het vermogen van de
patiënt tot bewuste keuze van het wettige do
micilie.
Met de geesteszieken wordt het contact onder
houden op spreekuren van de psychiaters en van
de ambtenaren voor sociale arbeid in een speci-
halve te zamen 1895 geesteszieke patiënten in
verpleging voor rekening van de Gemeente. Bij
een aantal inwoners van 558 848 is dit 3,391 pro
mille.
plaats onbekend 107; militaire dienst 8; ingeslo
ten in de gevangenis 18; overgedragen aan ande
re nazorginstanties 39.
De toeneming bedroeg in 1949 dus 55 nazorg-
pupillen.
Onder de 1 031 nieuwe nazorgpatiënten waren
480 nazorggevallen in engere zin, waarvan 298
afkomstig uit de drie klinieken en 182 uit de ge
stichten, terwijl 551 gevallen onder „voorzorg”
konden worden gerubriceerd, zijnde deze naar de
Dienst verwezen door familie, artsen of over
heidsinstellingen.
Van de 4 374 patiënten, waarover de bemoeiin
gen liepen, waren 2 634 mannen en 1740 vrou
wen.
Van de onder toezicht staande patiënten wer
den er 3 778 in het eigen gezin en 673 bij vreem
den verzorgd, waartoe van 65 pleeggezinnen ge
bruik werd gemaakt.
Aan het begin van het verslagjaar waren 372
patiënten in gezinsverpleging; in de loop van
het jaar werden 301 nieuwe patiënten geplaatst
en 266 afgevoerd, zodat op het einde van het
verslagjaar nog 417 patiënten in gezinsverple
ging waren. Er werden 56 patiënten overge
plaatst naar een ander pleeggezin. In totaal wa
ren er bij de gezinsverpleging dus 623 mutaties
onder de patiënten. Er werden door de artsen
en de maatschappelijke werksters 1368 controle
bezoeken gebracht aan de pleeggezinnen.
In arbeidstherapie werden door bemiddeling
van de ,,’s-Gravenhaagsche Vereniging Dr.
Schroeder van der Kolk” 342 pupillen te werk
gesteld en wel 222 in de nazorg-werkinrichtin-
gen voor volwassenen (117 mannen en 105 vrou
wen), 77 in de nazorg-werkinrichtingen voor
kinderen (43 jongens en 34 meisjes); bovendien
7 bij Gemeenteplantsoenen, 36 patiënten in psy
chiatrische inrichtingen, nl. bij de Stichting Ro-
senburg, in Endegeest en in de St.-Jacobusstich
ting.
Op 1 Januari 1949 waren in arbeidstherapie
werkzaam 222 patiënten. Er werden 120 nieuwe
patiënten geplaatst, 110 werden afgevoerd, zodat
op 31 December 1949 nog 232 patiënten op deze
wijze dagelijkse bezigheid vonden.
Door de psychiater van de Dienst, die als ad
viserend psychiater van genoemde Vereniging
fungeert, werden deze patiënten regelmatig ge
controleerd.
Door de welwillende medewerking van de ge-
neesheren-directeur kan ook dit jaar weer een
tamelijk objectieve indruk worden gegeven van
de invloed van de voor- en nazorgwerkzaamhe-
den op het ontslag van de patiënten uit de psy
chiatrische inrichtingen.
In 1949 kwamen 480 patiënten onder nazorg
na hun ontslag uit psychiatrische inrichtingen,
klinieken, gestichten en sanatoria. In 277 geval
len werd naar het inzicht van de behandelende
psychiaters het ontslag (onderscheidenlijk proef
verlof) uit de inrichting bespoedigd door de be
moeiingen van de afdeling Geestelijke Volksge
zondheid van de Dienst.
Bij de nazorg stonden op 1 Januari 1949 inge
schreven 3 343 patiënten. In de loop van 1949
werden 1031 nieuwe patiënten ingeschreven, te
weten 545 mannen en 486 vrouwen, zodat de na
zorg in 1949 in totaal bemoeiingen had met 4 374
patiënten.
In de loop van het jaar werden afgevoerd 976
patiënten, te weten 546 mannen en 430 vrouwen,
zodat op het einde van het jaar nog 3 398 perso
nen onder nazorgtoezicht stonden, 2 088 mannen
en 1310 vrouwen.
De redenen, waarom de patiënten werden af-
Kevoerd, waren de navolgende: sociaal herstel
275; opneming 339; opneming in een ziekenhuis
52; overlijden 21; suicide 3; plaatsing in een in
richting voor maatschappelijk onvolwaardigen
9; houding van de patiënt en/of familie 105; ver
trek uit de Gemeente onderscheidenlijk verblijf-
VERSLAG VAN DE GE.M. GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST.
Toezicht op de in aangewezen inrichtingen en
krankzinnigengestichten verpleegde patiënten.
Domiciliekwestie.
Nazorg voor geesteszieken.
Gezinsverpleging.
Arbeidstherapie.
Invloed van de nazorg op de asylering.
Omvang van de nazorg.