41 2 i Namens Curatoren van het Gymnasium Haganum, L. A. NYPELS, voorzitter. J. VAN IJZEREN, secretaris. achten Curatoren het hun plicht er op te wijzen, dat er aldus niet minder dan vier wettelijk onbe voegden aan de school verbonden waren. Het behoeft niet gezegd, dat op de duur een derge lijke toestand schadelijk zal zijn. Aan het eind van het schooljaar zagen Cura toren, evenals allen, die aan de school verbon den waren, met groot leedwezen de heer J. M. J. Korpershoek wegens het bereiken van de pen- sioensleeftijd heen gaan als leraar in lichame lijke oefening. Bij het sluiten van de cursus wer den ook namens Curatoren hartelijke woorden van dank en afscheid gesproken tot de heengaan de leraar, die zich in een bijna dertigjarige loop baan groot aanzien had verworven niet alleen door zijn degelijk en opgewekt onderwijs, maar ook door zijn buitengewone toewijding voor de karaktervorming zijner leerlingen die hij uit de aard der zaak vaak van andere zijde leerde ken nen dan zijn collega’s. De mededeling van de Voorzitter van het College, dat door Burgemees ter en Wethouders aan de heer Korpershoek de grote zilveren medaille der Gemeente was toege kend, werd met gejuich begroet. Tot opvolger van de heer Korpershoek werd door de Gemeenteraad d.d. 28 Maart 1949 be noemd de heer D. J. Riem, die door zijn tijdelijke werkzaamheid in de jaren vóór de oorlog zich enigszins een moreel recht op deze benoeming had verworven. Curatoren betreurden echter hierbij, dat door aanstelling van de heer Riem, die alle lessen in lichamelijke opvoeding aan de jongens te geven, zal overnemen, het heengaan noodzakelijk werd van de heer C. van Vreumin- gen, die gedurende enige jaren met grote toe wijding als tijdelijk leraar werkzaam was ge weest. Curatoren kunnen tot hun vreugde de tevre denheid op dit punt, in vorige verslagen uit gesproken, weder tot uiting brengen. De over tuiging bleef bij hen gevestigd, ook door het geregeld contact met rector en conrector, dat de werklust bij de grote meerderheid niet te wensen overlaat en dat neiging tot wanorder lijkheid of ongehoorzaamheid zich slechts zelden vertoont. De vernieuwing der centrale-verwarmings- installatie, waarover in het vorig verslag ge sproken werd, bleek nog niet af doende resultaten te .geven in het tekenlokaal; in de loop van de cursus werd echter door medewerking van de Dienst der Gemeentewerken en door deskundige adviezen, dezerzijds verstrekt, naar het schijnt verbetering gebracht. Van grote waarde is het te achten, dat door doelmatige verbouwing van enige localiteiten Het College van curatoren was dit jaar als volgt samengesteld: Ir J. K. Tromp, voorzitter, Mr T. A. van Dijken, ondervoorzitter, mevr. M. H. J. 1’. van Buttingha Wichers-Van Voorst Vader, secretaresse, Ir J. J. M. Aangenendt, Mr F. J. de Jong, J. F. Posthuma, mevr. Dr J. W. P. Warning-Drost en mej. Ds W. Wiardi Beekman. In de loop van het jaar kwam er een wijziging in de samenstelling door het bedanken van mej. Ds Wiardi Beekman. Deze vacature werd in Mei 1949 vervuld door de benoeming van Dr J. Schouten. Een bespreking vond plaats met enkele verte genwoordigers van de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs over het grote tekort aan leerkrachten bij het V.H.M.O. Een gevolg van dit tekort is, dat dikwijls gepension- neerde leraren nog lessen blijven geven, daar er geen jonge docenten beschikbaar zijn, hetgeen toch zeker een ongewenste toestand is. De leerlingen van het Grotius-Lyceum brachten deze winter een voortreffelijke opvoering van „Maria Stuart”, welk stuk ingestudeerd werd onder leiding van de heer Schneider, leraar in de Duitse taal aan het Grotius-Lyceum. Namens van de eerste verdieping, het mogelijk is ge worden het natuur- en scheikunde practicum in het schoolgebouw te geven; het is nu niet meer nodig de gastvrijheid van andere scholen in te roepen. De atmosfeer van de vergaderzaal van Cura toren werd aanzienlijk verbeterd doordat de sterk verouderde vloerbedekking vervangen werd door een parketvloer. Het feit, dat een der leerlingen een niet onbe langrijke verwonding opliep door de slechte toestand van de vloer der jongensgymnastiek- zaal gaf Curatoren aanleiding om nogmaals op verbetering aan te dringen. Met vreugde tenslotte ontvingen Curatoren de mededeling dat met ingang van de cursus 19491950 het niet meer nodig zal zijn lokalen van het gymnasium ter beschikking te stellen aan de Hogere Burgerschool voor meisjes. Hoe wel de samenwerking van beide partijen gedu rende de ruim zes jaren, waarin deze samen woning geheel of gedeeltelijk verplicht was. steeds op de meest collegiale wijze heeft plaats I gevonden, zal de scheiding slechts gevoelens van voldoening kunnen wekken. VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS. Houding en gedrag der leerlingen. Schoolgebouw. Verslag van Curatoren der Gemeentelijke Lycea over het jaar 1948-1949.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1949 | | pagina 537