41 A. BESCHRIJVEND GEDEELTE. Tijdens het schooljaar kwam geen verorde ning, verband houdend met het voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs, tot stand, noch werd een dergelijke verordening gewijzigd. In het aantal, noch in de plaats van vestiging der scholen kwam gedurende het verslagjaar enige verandering. lesuren per week onderscheidenlijk aan de 4e en 5e klassen der Gemeentelijke H.B.S.-en en aan de 3e en 4e klasse der Gemeentelijke Handels- dagschool. De Commissie, die reeds eerder een voorstel steunde tot instelling van een 2-jaarlijkse cursus in de Spaanse handelscorrespondentie aan de Gemeentelijke handelsavondschool aan de Raam straat, was van oordeel, dat invoering van dit vak ook aan de H.B.S.-A afdelingen en aan de Handelsdagschool ware toe te juichen, nu in de practijk de vraag naar personeel met enige kennis van Spaans steeds meer naar voren komt. Door Burgemeester en Wethouders werd be sloten, bij wijze van proef de mogelijkheid te openen tot invoering van Spaans als facultatief leervak aan de genoemde scholen. Deze proef neming zal voorshands uitsluitend gelden voor het leerjaar 19491950. Van de in dit leerjaar opgedane ervaringen zal het afhangen, of de proefneming zal worden voortgezet. Wederom bereikte de Commissie een verzoek om advies terzake van een voorstel tot omzet ting van enige H.B.S.-en in Lycea, ditmaal be treffende de Thorbecke-H.B.S. en de H.B.S. Johan de Witt. Bij het verstrijken van het ver slagjaar was deze kwestie nog bij de Commissie in behandeling. Naast de H.B.S. aan de Aronskelkweg en de H.B.S. voor meisjes, waar Dalton-onderwijs wordt gegeven, wordt aan de H.B.S. Johan de Witt thans een methode gevolgd, waarbij door losser maken van het klasseverband, ernaar wordt gestreefd, de nadelen, welke het klassi kaal onderwijs voor bepaalde leerlingen zou kunnen hebben, te ondervangen. De gewone werkzaamheden der Commissie, de uitoefening van het toezicht op de verschillende scholen, schoolbezoek, haar adviserende werk zaamheid, geven geen aanleiding tot bijzondere opmerkingen. De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs te ’s-Gravenhage, C. v. d. BERG, voorzitter. M. H. J. P. VAN BUTTINGHA WICHERS- VAN VOORST VADER, secretaresse. meentelijk vakinspecteur voor het middelbaar onderwijs c.q. het voorbereidend hoger onderwijs op bezwaren zou stuiten. In haar advies aan de Wethouder zette de Commissie haar standpunt in deze uiteen, waar bij erop werd gewezen, dat ons onderwijsstelsel inhoudt, dat de directeuren, rectoren en hoofden van scholen, als „het bestuur uitoefenend over het geheel van de aan hun zorg toevertrouwde sehoolinriehtingen” daarvoor ook de hoofdver antwoordelijkheid dragen, onder de over hen gestelde instanties en onder het toezicht mede van de daarvoor bij de wet aangewezen inspectie- leden, curatoria en commissiën van toezicht. Deze verdeling van taak, functie en verant woordelijkheid in het Nederlandse onderwijs stelsel heeft tot dusver uitstekend voldaan. Een indeling der inspectie naar de vakken van onderwijs is hier te lande nimmer tot stand gekomen, in tegenstelling b.v. met België. De Nederlandse wetgeving laat tot dusver niet toe, voor één bepaald vak, i.c. de lichamelijke op voeding, het hier vigerend stelsel te doorbreken. De Commissie wees in haar advies echter op de mogelijkheid, dat een deskundig ambtenaar als adviseur door de ambtelijk ingeschakelde en verantwoordelijke instanties veel en stelselmatig wordt geraadpleegd. Met ingang van 1 September 1949 werd door Burgemeester en Wethouders een nieuwe rege ling getroffen, waarbij met betrekking tot de lichamelijke oefening bij het V.H.M.O. een „op dit terrein onderwijsdeskundig ambtenaar” wordt ingeschakeld, wiens taak in hoofdzaak zal om vatten het geven van advies omtrent de ver deling van de lesuren over de roosters, het maken van klassecombinaties in verband met het aantal leerlingen, de inrichting en het onderhoud van gymnastieklokalen, het verant woord gebruik maken van speelvelden en zwem- zalen, het bevorderen van de juiste verdeling van de oefenmiddelen over de beschikbare tijd, de regeling van het gezamenlijk gebruik van speelvelden, enz. Tevens zal hij advies hebben te geven betreffende de benoeming van leer krachten in de lichamelijke oefening. In de nieuw gecreëerde functie werd benoemd de heer W. Boer, inspecteur van het onderwijs. Burgemeester en Wethouders vestigden er in een schrijven aan de Commissie de aandacht op, dat de taak van de nieuwe functionaris ligt op het terrein van bestuur en uitvoering van ge meentewege en de bevoegdheden van de daar naast door de Wet met het toezicht op het V.H.M.O. belaste colleges en ambtenaren onver kort worden gelaten. Aan Burgemeester en Wethouders werd advies uitgebracht ten aanzien van eventuele invoering van Spaans als facultatief leervak voor twee VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS. 4 Vorderingen. Scholen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1949 | | pagina 539