j
10
2.378,-]
2
le.
2e.
In staat III komen voor het aantal houders
van honden, ingedeeld naar hun inkomen, het
aantal luxe-, waak- en bedrijfshonden, alsmede
de opbrengst der belasting over de jaren 1945
tot en met 1949.
Het aantal honden bedroeg:
1946
1947
1948
1949
De regeling van deze belasting is opgenomen
in de Verordening no. 5 van 1938.
Van 1 Januari 1947 af wordt geheven:
voor de eerste luxe-hond
elke waakhond
bedrüfshond
kennel
Jaarlijks by de behandeling van de Gemeente
begroting bepaalt de Gemeenteraad met welk
verhoudingscijfer het in artikel 6 der Belas
tingverordening no. 30 van 1922 opgenomen
tarief voor het desbetreffende belastingjaar zat
worden vermenigvuldigd. Van 1941 af geldt het i
verhoudingscijfer 2%. Voor het jaar 1949 is het j
verhoudingscijfer vastgesteld bij Raadsbesluit
van 15 November 1948, Bijl. 492, goedgekeurd
bij Koninklijk besluit van 10 Maart 1949, no. 72.
Staat IV geeft een vergelijkend overzicht van
het aantal aangeslagen percelen, de opbrengst
der kohieren en de zuivere opbrengst na aftrek
van ontheffing na reclame en van de oninbare
posten, over de jaren 1941 tot en met 1949.
Het aantal belastbare percelen steeg van
70817 in 1948 tot 71243 in 1949, alzo met 426 of
0,6 pCt.
Staat V geeft een overzicht van de belastbare j
percelen voor de straatbelasting, gerangschikt i
in 13 groepen naar de belastbare opbrengst en
het liedrag der belasting voor iedere groep naai
de toestand op 1 Januari 1949.
Uit deze staat blijkt voorts voor hoeveel per- j
celen groepsgewijs verschuldigd is:
de normale belasting:
der lielastiug, wanneer slechts één der I
voorzieningen aan de wegen (aanleg en
onderhoud, verlichting, afvoer van water
en vuil) voor rekening van de Gemeente i
komt.
Deze rechten worden geheven krachtens de j
Verordening no. 5 van 1926. Het thans opge
nomen tarief geldt van 1 Januari 1947 af. Del
zuivere opbrengsten van de rechten, voor zover j
zij krachtens kohieren worden in gevorderd,
hebben bedragen:
f 25,—
20
8,—
150,maximaal.
De belasting bedraagt voor de tweede luxe-
hond van dezelfde houder f 50,en voor iedere
verdere hond van dezelfde houder telkens f 25,
meer dan voor de vorige hond verschuldigd is.
Gedeeltelijke ontheffing wordt verleend bij
een inkomen van minder dan f 3.000,
In 1949 bedroeg het totale aantal honden dus
5,2 pCt. meer dan in 1948.
De zuivere opbrengst van deze belasting be
droeg over de jaren 1948 en 1949 onderscheidenlijk
f 296.263,en f 336.664,—, alzo over 1949 rond
f 40.400,of 13,6 pCt. meer dan over 1948.
Deze cijfers kunnen nog wijzigingen onder
gaan ten gevolge van nog op te leggen aan
slagen, te verlenen ontheffingen op reclames en
wegens oninbare posten.
Voorts geeft deze staat een overzicht van de
houders van honden, die aan de controlerende
belastingambtenaren geen belastingbewjjs kon
den tonen. Deze aanhoudingen hebben geleid tot
het opleggen van de volgende aanslagen:
in 1945 voor 2 157 honden;
4 629
5 850
4 374
4 509
Verder vermeldt de staat het aantal honden,
dat als gevonden aan de politie werd af gegeven
en ten slotte de aantallen honden, welke koste
loos of tegen vergoeding in het dierenasyl wer
den af gemaakt.
VERSLAG GEMEENTEBELASTINGEN.
9»
Totael.
in 194V.
in 1948.
a.
f 95.602,-1
b.
17.512,-
c.
9.336,-
99
d.
2.403,—
e.
33.552,— 34.969,-]
99
99
99
99
1939
1945
1946
1947
1948
1949
Luxe-
honden.
21 956
12 473
14 938
18 642
20 770
21 724
Bedry fs-
honden.
Waak
honden.
in
20
17
17
16
24
31
22 082
12 532
15010
18 758
21 016
22 103
106
42
55
100
222
348
Hondenbelasting.
(Zie staat III.)
van openbare
Straatbelasting.
(Zie de staten IV en V.)
Rechten voor het gebruik of genot
Gemeentegrond.
voor het hebben van een buis
tot lozing van faecaliën, van
huishoud- of van hemelwater
(63 054 stuks in 1948 en 63 951
stuks in 1949)f 94.370,
voor het hebben van een ben
zinepomp met toebehoren (252
stuks in 1948 en 239 stuks in
1949)18.225,—
voor het hebben van andere
voorwerpen9.345,
voor het innemen van openbare
Gemeentegrond met hand
wagens
voor het innemen van openbare
Gemeentegrond met motor
rijtuigen vóór of in de omgeving
van het woonhuis, kantoor enz.