-1 oliën. 9 Vis. Het jaar 1950 begon voor de trawlvisserij zeer on gunstig, daar in IJmuiden het grootste deel der vissers vloot werd opgelegd. Hierdoor was de bevoorrading van de handel grotendeels aangewezen op de aanvoer van vis, welke door de kleinere schokkers werd ge vangen deze was van goede kwaliteit. In Februari en Maart werd de voorziening van verse vis weer tamelijk normaal; in Mei werd zelfs veel vis van goede kwaliteit aangevoerd. Eind Mei gingen de loggers ter haringvangst en de vangsten bleken reeds dadelijk van prima kwaliteit te zijn. In Juli en Augustus werd zeer veel trawlharing aangevoerd, welke veel werd ingezouten. De vangsten in October van zg. Engelse walharing waren ook voor spoedig en leverden gestoomd een zeer mooi product op. Het aantal gekeurde partijen in het keuringsgebied bedroeg 47 200, waarbij 135 partijen werden afgekeurd. Het aantal inspecties van winkels, markten,voertuigen, opslag- en bereidplaatsen bedroeg 14 010, waarbij 181 waarschuwingen betreffende hoedanigheid van de waar, hygiënische inrichting van het bedrijf of aanduiding werden uitgereikt. Een aantal monsters garnalen werd voor onderzoek op conserveermiddelen op het laboratorium ingebracht. In de meeste gevallen bleek het gehalte aan boorzuur beneden de gestelde grens te liggen. Een intensieve controle werd uitgeoefend op de aan duiding van in blik geconserveerde vis. In talrijke ge vallen bleek de verpakking, in het bijzonder van geïm porteerde partijen, niet voorzien te zijn van de voorge schreven Nederlandse benaming; bovendien komt de inhoud lang niet altijd overeen met hetgeen op de ver pakking wordt gepretendeerd. Talrijke partijen werden, totdat aanduiding en inhoud met elkaar in overeen stemming waren gebracht, voorlopig in beslag ge nomen. Met het Bedrijfschap voor Visserijproducten is een zeer vruchtbare samenwerking ontstaan bij de controle op verkoopplaatsen en bereidplaatsen van vis en bij de inspectie van voertuigen bij vishandelaren in ge bruik, waarmede de belangen van beide instanties worden gediend. Door particulieren werden 24 klachten ingebracht, waarvan na onderzoek 3 gegrond bleken te zijn. In tabel H (blz. 10) wordt een overzicht gegeven van de keuring van vis. De resultaten van het scheikundig onderzoek van de genomen monsters vleeswaren gaven veelvuldig aanleiding tot het uitreiken van waarschuwingen en het opmaken van processen-verbaal. Eén van de meest voorkomende overtredingen was wel het verwerken van meer dan 6 pCt. zetmeel in gebraden gehakt en van meer dan 4 pCt. daarvan in verschillende soorten gekookte worst. Ook monsters worst, vooral leverworst, met een te hoog Federgetal (hetwelk wijst op het verwerken van te veel water of sterk waterhoudende grondstoffen) werden nog regelmatig aangetroffen. Tweemaal werd een vleeswaar bemonsterd, waarin een kunstmatige kleurstof was verwerkt. In één dezer gevallen was dit gedaan, ten einde een sterke vervalsing met meel te camoufleren. Het onderzoek van monsters rauw gehakt heeft uit gewezen, dat deze vaak meer dan 0,03 pCt. zwavelig zuur bevatten, als gevolg van het te kwistig omspringen met het zg. meat-preserve. De verwerkte hoeveelheden van deze stof varieerden tussen 3 en 8 maal de maximaal toegelaten hoeveelheid. Naar aanleiding van een binnengekomen klacht be treffende rauwe rookworst, die bij verwarmen uiteen sprong, werd bij de betrokken slager een onderzoek ingesteld. Daarbij kwam aan het licht, dat in strijd een positieve schimmelproef. Een monster gemalen noot bleek bij onderzoek gemalen piment te zijn. Een partij Spaanse peper, voor 25 pCt. bestaande uit keukenzout, werd aan de handel onttrokken. Een als „gemengde specerijen met suiker en kalisal- peter” aangeduide waar, bestemd voor verwerking in vleeswaren, bleek behalve de aangegeven grondstoffen een belangrijke hoeveelheid magere melkpoeder te bevatten. Hiertegen werd ernstig bezwaar gemaakt, temeer daar magere melkpoeder niet behoort tot de in vleeswaren toegelaten stoffen. Op het bij een slager aangetroffen zout, dat 8 pCt. natriumnitriet bevatte, werd beslag gelegd, aangezien bedoeld gehalte niet meer dan 0,6 pCt. mag bedragen. Een partij reuzel werd aangetroffen, welke vermengd was met rundvet. Het onderzoek van een aantal monsters rundvet gaf meermalen aanleiding tot het maken van aanmerkingen. Verscheidene malen wees het onderzoek uit, dat vreemde vetten waren bijgemengd. Ook werd herhaalde lijk de toevoeging van plantaardig vet aan rundvet en dierlijk vet vastgesteld. Een grote hoeveelheid rundvet, hetwelk bij onder zoek zg. bak- en braadvet bleek te zijn, werd in beslag genomen. De partij was afkomstig van een slager, die een voorraad bak- en braadvet had verpakt en aange duid 'als rundvet, aangelokt door de hogere prijs van dit laatste; via een grossier was dit zg. rundvet bij talrijke wederverkopers geplaatst. Een proces-verbaal voor slager en grossier was de schaduwzijde van deze transactie. Het watergehalte van margarine bleek slechts zelden boven de grens van 16 pCt. te liggen. Op de samenstelling van deze waren behoefden geen aanmerkingen te worden gemaakt, met uitzondering van een aantal monsters vanille-suiker, welke te weinig vanilline bevatten. IS - Vleeswaren. Spijsvetten en VERSLAG VAN DE KEURINGSDIENST VAN WAREN. J J Suiker, stropen en honig. 3Ü8 “'1

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1950 | | pagina 115