13
400000 m’.
5
De afdeling Winning en Filters" voerde de normale
onderhouds- en exploitatiewerkzaamheden uit, waar
onder het schoonmaken van voor- en nafilters.
De in eigen beheer uitgevoerde verbouwing van
Machinekamer IV, waarvan in het vorige verslag het
begin werd vermeld, had goede voortgang. Deze werk
zaamheden eisten een groot deel van de energie van de
afdeling „Winning en Filters” op.
De bouw van de nieuwe rein-waterkelder kwam ge
reed. Op 7 Juli 1950 was deze kelder, die een inhoud
heeft van rond 20 000 m’, geheel in dienst.
In het voorfiltergebouw werden twee pompen opge
steld, waarmede de voorfilters op meer effectieve wijze
kunnen worden gespoeld. Voor het spoelen, dat voor
dien met rein water geschiedde, kan thans van voor-
filtraat gebruik worden gemaakt.
In de watertoren werd het houtwerk geschilderd.
Bij de overdekte met rivierzand gevulde nafilters
werd een proefinstallatie gemaakt om het op de filters
gebrachte water te kunnen beluchten.
De dakbedekking van de dienstwoningen Pomp-
stationsweg 329, 331 en 333 en van het laboratorium
werd vernieuwd.
Er werd begonnen met de aanleg van een beproe-
vingsinrichting voor grote watermeters in het voor
filtergebouw.
Voor rekening van het Gemeentelijk Electriciteits-
Bedrijf werden op het terrein van dat bedrijf twee diepe
putten geboord.
De afdeling „Machinekamer" verzorgde de regel
matige revisie van pompen en motoren aan het Pomp
station en in de onderpompstations in de duinen. Ver-
150000m3;
250000 m3;
der verzorgde deze afdeling het onderhoud van diverse
mechanische en electrische gereedschappen en van de
electrische installaties in dienstgebouwen en dienst
woningen op het Pompstation.
Deze afdeling voerde eveneens de opstelling en aan
sluiting uit van de electrische pompaggregaten van de
nieuwe serie diepe putten op „Klein Zwitserland”, van
de voorfilters en van de beluchting boven nafilter 8.
In verband met de verbouwing van Machinekamer
IV moesten er in de electrische installatie wijzigingen
worden aangebracht. De aansluiting 3000/220 Volt
werd buiten gebruik gesteld. Daardoor kwam pomp 12
Machinekamer buiten dienst. Deze pomp werd gede
monteerd. De pompen 10 en 11 Machinekamer moesten
worden verplaatst.
Evenals het vorige jaar werd in de wintermaanden
gedurende de spitsuren energie opgewekt met de eigen
Dieselgenerator (in het geheel 71 000 kWh).
De afdeling „Beplantingen" onderhield de bestaande
aanleg van beplantingen, wegen, paden en afrasteringen.
Nadat door het Hoogheemraadschap Delfland een
deel van de tankmuur bij het Koningsbos was opge
ruimd, werd het terrein om het overblijvende gedeelte
muur door het Bedrijf gereed gemaakt om in het plant
seizoen 1950/1951 met gemengd loofhout te worden
beplant. Op deze wijze zal worden getracht dit laatste
oorlogsoverblijfsel zoveel mogelijk aan het gezicht te
onttrekken.
Het terrein „Koningsbos”, waarvan door de Duitse
bezettingsmacht de bebossing grotendeels is gekapt,
ging door het bezoek van publiek steeds verder achteruit.
Gevreesd moet worden, dat binnenkort de grasmat
versleten zal zijn, zodat het terrein een zandvlakte zal
worden, die enerzijds voor publiek weinig aantrekkelijks
heeften anderzijds met het oog op verstuiven voor
publiek zal moeten worden gesloten om te kunnen
worden beplant.
Het „Nieuwe Koningsbos”, dat aan de zeezijde van
het fietspad tegenover het oude „Koningsbos” is ge
legen en dat na de oorlog is aangeplant, groeit voor
spoedig. Dit is voor een belangrijk deel te danken aan
het feit, dat het nieuw beplante gebied geheel door een
gaasafzetting is omgeven, waarbinnen de konijnen vol
ledig zijn uitgeroeid. Het „Nieuwe Koningsbos” werd
in 1950 nog op beperkte schaal ingeboet; vermoedelijk
zal verdere inboeting niet meer nodig zijn.
In „Meijendel” werd een perceel bij de ingang van
het zogenaamde „Grote Bos” met gaas afgerasterd en
voor beplanting met gemengd loofhout gereed gemaakt.
Ook dit betreft een perceel, dat door uitkap door de
Duitsers, na de oorlog gevolgd door geconcentreerd
bezoek van publiek in degeneratie is geraakt.
Het terrein „Meijendel” bleef voorwaardelijk voor
het publiek opengesteld, zonder dat voor het betreden
daarvan het bezit van een toegangskaart werd vereist
en zonder dat de toegankelijkheid tot wegen en paden
werd beperkt.
Op enkele plaatsen kon het voor publiek toegankelijk
gestelde bos enigszins worden uitgebreid.
De terreinen „Kijfhoek en Bierlap” waren, evenals
De diepe putten, die hevelend op Sprang A zijn aan
gesloten, leverden de volgende hoeveelheden water.
Serie R (in Meijendel)
Serie A (in Meijendel) (geschat)
Serie C (in de Vlakte van Waalsdorp)
(geschat)
In het geheel leverden alle diepe putten te zamen in
het jaar 1950 rond 11 millioen m3 water.
Het vernieuwen van de eerste 12 diepe putten in de
Bierlap kwam in het begin van 1950 gereed. Tegen het
einde van 1950 werd een begin gemaakt met de ver
nieuwing van de overige diepe putten aldaar.
De aanleg van een serie diepe putten met bijbe
horende zuig- en persleidingen en pompinstallatie in
Klein Zwitserland kwam gereed. De serie werd op 2
Juni 1950 in dienst gesteld.
':"r
VERSLAG DER DUINWATERLEIDING
Installatie.
Serie S (Spoorbaan)
Serie H (Harstenhoek)
Serie K (Kijfhoek)
Serie B (Bierlap)
Serie D (Kaswetering)
Serie Z (Klein Zwitserland)
90
87
361
348
365
186
300 000
250 000
950 000
2 050 000
5 200 000
1 550 000
Opbrengst
gedurende
1950 in m3.
Diverse werkzaamheden.
Aantal dagen
in bedrijf.