I 1711 4 1 I. ALGEMEEN. c. d. e. f- g- h. i. talrijke commis- Tot de aan de Dienst opgedragen taken behoren: 1 GEMEENTELIJK GRONDBEDRIJF. VERSLAG OVER HET JAAR 1950. De Dienst voor het Gemeentelijk Grondbedrijf werd beheerd door Burgemeester en Wethouders, bijge staan door de Commissie voor de Plaatselijke Werken en Eigendommen. De samenstelling van deze Commissie werd in de Raadsvergadering van 4 September 1950 als volgt bepaald: de heer Ir L. J. M. Feber, voorzitter. Mevrouw N. C. Boumavan Strieland en de heren Jhr Mr J. M. M. van Asch van Wijck, P. den Duik Hzn., G. W. Hijl- kema, K. J. Nieukerke en F. H. M. Lem, leden. Met ingang van 1 Januari 1950 werd als gevolg van de, in het jaarverslag 1949 van de Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting reeds toege lichte reorganisatie, de Dienst van het Gemeentelijk Grondbedrijf aangewezen als afzonderlijke tak van dienst, als bedoeld in art. 252 der Gemeentewet. Voorshands bleven om practische redenen en in afwachting van verdere doorvoering der reorganisatie, verschillende afdelingen nog centraal (voor Grond bedrijf en Woningdienst) werkzaam; daartoe behoor den de financiële en comptabele afdeling, de afdeling archief, typekamer en expeditie, alsmede de centrale bibliotheek. (Deze laatste mede ten behoeve van de Dienst van de Wederopbouw' en de Stadsontwikke ling.) a. het beheer van de in het „Grondbedrijf 1909” in gebrachte eigendommen; b. het beheer van niet in het „Grondbedrijf 1909” ingebrachte en niet voor de openbare dienst der Gemeente bestemde of gebruikte gronden, terrei nen en landelijke eigendommen; Het bij de Dienst rechtstreeks aangestelde perso neel bestond op 31 December 1950 uit 40 ambtena ren en 16 werklieden, gespecificeerd als volgt: 30 vaste ambtenaren; 10 tijdelijke ambtenaren; 15 vaste werklieden en 1 werkman in losse dienst. Hierbij zij aangetekend dat het voor de Dienst voor het Gemeentelijk Grondbedrijf werkzame comp tabele en administratieve personeel, alsmede de af delingen personeel, financiering particuliere woning bouw en het secretariaat met onderafdelingen, geza menlijk bestaande uit 44 ambtenaren, gedurende het jaar 1950 organisatorisch bij de Gemeentelijke Wo ningdienst waren ingedeeld. het voorbereiden van overeenkomsten van straat- aanleg met particulieren; het voeren van enige exploitaties met inbegrip van het verhuren van eigendommen voor reclamedoel einden; het verrichten van metingen, het vervaardigen van kaarten op schaal, het bijhouden van eigendoms- kaarten; het voorbereiden van het in eigendom verkrijgen van onroerende goederen door aankoop, ruiling, onteigening en dergelijke, zomede vervreemding van onroerend goed; bemoeiingen met de financiering van nieuwbouw door particulieren; a het voorbereiden van herverkaveling en toewijzing van terreinen in wederopbouwplannen; het deelnemen aan het werk van sies. 3j 31 BIJLAGE Beheer. Organisatie. Personeel. de Dienst. ia Taak van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1950 | | pagina 212