18
1
personeel der Stichting het vorig jaar niet haar beslag
kreeg, leidde er toe dat een ambtelijk onderzoek is in
gesteld naar de arbeidstaken bij de Stichting.
Als gevolg daarvan is besloten een nieuwe rang van
woninginspectrice C op te nemen en deze onder te
brengen in groep 11 van de indelingsstaat voor ambte
naren:
Inspectrice-kantoren.
In de loop van het jaar werd het kantoor Deiman-
straat vergroot door de aangrenzende overdekte poort
bij het bestaande kantoortje te trekken, waardoor een
wachtkamer en een afzonderlijk vertrekje voor de op
zichter konden worden ingericht.
Een nieuw kantoor Moerweg 155 werd in het najaar
voor de woningen in Moerwijk I en III in gebruik ge
nomen, terwijl in het complex Binckhorst, dat 120
woningen omvat en vrij ver is gelegen van de bestaande
wijken, in een der woningen een kamer ten behoeve van
de inspectrice en de opzichter werd gereserveerd. De
huurder van deze woning, een gepensionneerd huur-
ophaler, werd gratis wonen en een vergoeding van 5,
per week toegekend als compensatie voor het toezicht-
houden op de aan te leggen gemeenschappelijke tuin
met kleuterspeelplaats en het aannemen van boodschap
pen betreffende spoedreparaties.
Hoofdkantoor Van-Speykstraat 61.
Het toenemende aantal bezoekers aan het hoofd
kantoor maakte het noodzakelijk de gehele beneden
verdieping voor de ontvangst van het publiek te be
stemmen. Om de grote toeloop van meer dan 1000 per
sonen per maand te kunnen verwerken, moest nood
gedwongen tot het aanbrengen van loketten worden
overgegaan.
Deze uitbreiding ging voorts helaas ten koste van de
ruimten bestemd voor de administratie en de buiten
dienst, welke hierdoor onvoldoende zijn ondergebracht.
II. EXPLOITATIE DER NIEUWE, AANGEKOCHTE
EN OVERGENOMEN WONINGEN
(VOLKSHUISVESTING).
Algemeen overzicht.
Op 1 Januari 1950 bedroeg het aantal in het belang
van de Volkshuisvesting gebouwde, verbouwde, over
genomen en aangekochte woningen 8 738, het aantal
winkelwoningen 116, het aantal winkels 4 en het aantal
pakhuizen, werkplaatsen en stallen 178.
In de loop van het verslagjaar zijn aan de woning
voorraad toegevoegd 120 woningen en 2 pakhuizen aan
de Wieringsestraat, 52 woningen aan de Zeearend-
straat, 36 woningen en 1 winkelwoning aan de Binck-
STICHTING „CENTRAAL WONINGBEHEER” TE ’S-GRAVENHAGE.
VERSLAG OVER HET JAAR 1950.
Werkwijze van het Bestuur.
In het begin van het verslagjaar kwam tot uiting dat
de tot dusver gevolgde werkwijze van het Dagelijks
Bestuur niet meer aan de gevoelde behoefte voldeed.
Om beter op de (loogte te geraken van de bestaande
problemen is besloten dat daartoe aangewezen leden
bijzondere aandacht zullen schenken aan bepaalde
onderdelen van het werkterrein der Stichting.
In het verslagjaar vergaderde het Algemeen Bestuur
tweemaal en het Dagelijks Bestuur negen maal.
Personeel.
Het personeel, werkzaam bij de Stichting, bestond op
31 December 1950 uit 46 personen onder te verdelen in
de volgende groepen
a. werkzaam ten behoeve van het woningbeheer
1 hoofdinspectrice, 17 inspectrices, 1 inspectrice/
huisbezoekster, 1 rapporteuse, 1 hoofdopzichter,
15 opzichters/geldophalers, 4 administratieve krach
ten en 2 wakers;
b. werkzaam ten behoeve van het badhuis: 2 bad
juffrouwen, 1 cassière en 1 stoker.
Deze waren als volgt te specificeren:
34 vaste ambtenaren, van wie één met buitengewoon
verlof in Indonesië verbleef, 8 tijdelijke ambtenaren,
1 vast werkman, 1 tijdelijk werkman, 2 losse werk
lieden.
De technische herziening, welke onder meer voor het
I. ALGEMEEN.
Samenstelling van het Bestuur.
Op 1 Januari 1950 bestond het Bestuur van de
Stichting uit Wethouder Ir L. J. M. Feber, voorzitter,
Ir J. P. van der Ploeg, waarnemend Directeur van de
Gemeentelijke Woningdienst, Gedelegeerd Lid, me
vrouw A. A. Tromp-Huisken, Ir P. Bakker Schut,
P. Stegman, C. Berkel, M. Keus, G. W. Hijlkema,
J. W. v. d. Akker, K. J. Nieukerke, leden en mej.
Mr A. C. Stas, secretaresse.
Het Bestuur werd in het verslagjaar uitgebreid met
twee nieuwe leden namelijk mevrouw N. Platteeuw-
v. d. Eyk en H. de Kraa, die op voorstel van Burge
meester en Wethouders in de Raadsvergadering van
3 Juli 1950 benoemd werden.
Ir H. G. C. Cohen Stuart aanvaardde met ingang van
I Augustus 1950 zijn functie als Directeur van de Ge
meentelijke Woningdienst en volgde uit dien hoofde
Ir van der Ploeg op als Gedelegeerd Lid.
Op verzoek van de Hoofddirecteur van de Gemeen
telijke Dienst van de Wederopbouw en de Stadsont
wikkeling, Dr Ir F. Bakker Schut, werd hem toegestaan
de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur mee te
maken.
BIJLAGE