18
I
r
HL
Aan het eind van het verslagjaar viel de beslissing
omtrent de huurverhoging te Scheveningen, waarover
Burgemeester en Wethouders reeds sedert 1947 met het
Directoraat-Generaal voor de Prijzen overleg hadden
gepleegd. Het betreft hier 1 857 zogenaamde vissers
woningen gelegen ten zuiden van het Afvoerkanaal en
in de omgeving van Oud Scheveningen die destijds lager
geprijsd waren dan overeenkomstige woningen te Sche
veningen, op grond van het feit, dat veel vissersgezin-
nen in verband met hun geringe inkomsten uitgewoonde
krotten bewoonden en de overgang naar een woning
met een economisch verantwoorde huur voor hen te
zwaar zou zijn.
Door de verbeterde omstandigheden en de stijging
der lonen in de laatste decennia waren deze lage huur
prijzen niet langer verantwoord en hebben Burgemees
ter en Wethouders getracht hierin verandering te bren
gen. Aanvankelijk vielen onder hun voorstel ook wo
ningen te Loosduinen en in Spoorwijk, doch voor deze
groep hebben de pogingen nog geen resultaat gehad.
verhouding tot andere woningen en winkels in de be
staande Scheveningse complexen zijn verbroken.
Ook deze woningen vallen niet onder de huurop
trekking die 1 Januari 1951 is ingegaan.
Van deze groep woningen zijn in het verslagjaar 52
woningen verhuurd; ten behoeve van Rijksvoorkeurs-
ambtenaren moest 10% beschikbaar worden gesteld.
Op een totaalbedrag van 2.406.490,13 aan ver
schuldigde huur (met inbegrip van de premie voor glas
verzekering) moest dit jaar ƒ80,88 of 0,003% als onin
baar worden afgeschreven, terwijl de huurschuld aan
het einde van het jaar 1.212,07 of 0,05% bedroeg.
Het bedrag aan onverhuurd wasƒ10.453,36 of 0,43
Het in de jaren 1946 tot en met 1950 geleden verlies
wegens onverhuurd was over de verschillende com
plexen als volgt verdeeld (het vermelde percentage is
het aandeel van elk complex in het totaal)
De huurverhoging van bovengenoemde visserswonin
gen loop uiteen van ƒ0,15 totƒ0,70 per week en brengt
in totaal per jaar 37.824,80 op.
De beslissing voor deze huurverhoging werd geno
men in de Raadsvergadering van 28 December 1950,
bijlage 625 van 1950. De datum van ingang van deze
huuroptrekking werd door Burgemeester en Wethou
ders bepaald op 31 December 1950.
De dubbele huurverhoging, die de gemeentehuurders
te Scheveningen te wachten staat door de hiervoren
vermelde huuroptrekking en de huurverhoging van
15% ingevolge de huurwet 1950, welke op 1 Januari
1951 in werking trad, zal voor de minder draagkrach-
tigen onder de bewoners worden opgevangen op de
wijze uiteengezet in bijlage no. 625 van 1950.
door huurverhoging tengevolge van samenwoning.
De volgende tabel geeft een overzicht van de be- -
14 I
I 37
Het aantal gevallen van samenwoning bleef ongeveer
hetzelfde. Er werd een bedrag van/11.558,22 ontvangen woning gedurende de laatste vijf jaren:
VERSLAG VAN DE STICHTING CENTRAAL WONINGBEHEER.
1949.
1950.
Complex.
1946.
1947.
1948.
aantal bewoners.
dubbele bewoning.
Jaar.
Totaal.
4
9.397,23
Huuroptrekking.
Visserswoningen Scheveningen.
1946
1947
1948
1949
1950
Aantal
woningen op
31 December.
8 543
8 543
8 581
8 854
9 900
Hiervan
bewoond op
31 December.
7 278
7 963
8 527
8 820
9 848
1.359,50
2.725,45
1.270,20
530,80
3.511,28
Aantal
gezinnen.
7 452
8 301
9 052
9 298
10 391
Inning der huren, huurschuld, huurschade.
Huurwet 1950.
Aantal
percelen.
174
338
525
478
543
In pCt. van
het aantal
bewoonde
percelen.
29 235
32 894
35 566
36 433
41 356
Gemiddeld
per woning.
4,02
4,13
4,17
4,13
4,19
i
2,4
4,2
6,17
5,76
5,51
I pCt.
22,2
31,2
3,5
9,2
33,9
100
1.006,30
1.416,25
158,40
417,75
1.540,10
4.538,80
953,— J
2.084,55
697,75 I
3.320,10
2.541,45
9.596,85
I pCt-
29
14
6
100
pCt.
19,2
21,2
3,5
24,9
31,2
100
Trek weg
Spoorwijk
Laakweg
Duindorp
Overige complexen
Dubbele bewoning.
2.548,50
3.288,86
1.271,10
62,45
3.209,01
10.379,92
j pCt.
10
22
7
35
26
100
pCt.
24
32
12
1
31
100
2.001,35
2.220,50
366,20
2.595,10
3.270,21
10.453,36