19
3
DIENST WEDEROPBOUW EN STADSONTWIKKELING.
toestand)
Totaal-generaal.
Woningwetbouwfinanciering.
Totaal.
Periode.
Percentages.
381
39
6 907
100
65,2
1 981
Totaal
1 635
2 871
4 506
1950
950
I 139
169
5 666
100
2 156
3 408
60,1
Totaal
Totaal-generaal.
Periode.
Aantal
onbekend
381
6 907
onbekend
1945 t./m. 1949
4 506
258
1 981
314
onbekend
39
251
1950
3 408
213
169
334
950
346
5 666
1 139
274
3. Financiering van de nieuwbouw.
Ook bij de totale particuliere bouw blijkt derhalve na
1 Januari 1950 een verschuiving, alhoewel aanzienlijk
geringer dan bij de woningwetbouw, in de richting van
meer één- en tweeslaapkamerwoningen tot stand te zijn
gekomen (één- en tweeslaapkamerwoningen periode
’45 t./m. '49 35 pCt,; één en tweeslaapkamerwoningen
over 1950 46 pCt.).
Deze verschuiving is echter niet voorgekomen bij de
gefinancierde particuliere bouw, maar is vrijwel uit-
Uit dit overzicht blijkt, dat de gemiddelde classifi-
catie-inhoud der woningwetwoningen nog steeds circa
60 m3 kleiner is dan die van de met financieringsrege-
lingen gebouwde particuliere woningen en dat deze
voor beide categorieën woningen in 1950 vergeleken
met de periode 1945/49 met 40 a 45 m3 is afgenomen.
De inhoud van de met herbouwfinanciering gebouwde
woningen en van die, welke in de vrije sector zijn ge
bouwd, ligt hier nog aanmerkelijk boven, ondanks het
Aantal
slaapkamers
per woning, j
Aantal
woningen.
Gemiddelde
classificatie-
inhoud
in m3.
54
719
757
96
9
373
586
292
1
147
1 256
1 275
116
77
Financiële regeling
particulieren.
690
960
476
16
14
Absolute
cijfers.
201
1 975
2 032
212
86
1 063
1 546
768
17
14
Aantal
woningen.
uit onderstaande tabel, waarin een verdeling per
financieringstype van het totale aantal goedgekeurde
woningen naar het aantal slaapkamers per woning is
gegeven over de periode 1945 t./m. 1949 en over het
jaar 1950.
sluitend een gevolg van het feit, dat bij de sinds 1 Janu
ari 1950 sterk toegenomen particuliere bouw zonder
financieringsregeling een groot aantal één- en tweeslaap
kamerwoningen (flats) werd geprojecteerd.
In aansluiting aan het bovenstaande volgt hieronder
nog een overzicht, waarin onderscheid wordt gemaakt
naar de gemiddelde classificatie-inhoud der woning per
financieringstype (wederom naar de gesplitste toestand).
feit, dat ruim 58 pCt. dezer woningen in het verslagjaar
uit één- en tweeslaapkamerwoningen bestond.
Omtrent de wijze van financiering van de na-oorlogse
goedgekeurde woningbouw in de Gemeente geeft het
overzicht op blz. 4 uitsluitsel.
Financiële
regeling
particulieren.
Gemiddelde
classificatie-
inhoud
in m3.
260
430
732
365
194
91
303
580
164
1
Herbouw
financiering.
22
116
214
8
21
15
92
47
6
9
Zonder
financiering.
Gemiddelde
classificatie-
inhoud
in m3.
1
12
21
4
1
Absolute
cijfers.
484
2 533
2 999
589
302
1 320
2 337
1 718
223
68
Percen
tages.
Aantal
woningen.
Aantal
woningen.
151
396
323
36
44
7
36,7
43,4
8,5
4,4
23,3
41,2
30,4
3,9
1,2
1945
t./m.
1949
1
2
3
4
5 en meer
1
2
3
4
5 en meer
2,9
28,6
29,4
3,1
1,2
18,8
27,3
13,5
0,3
0,2
e s p I i t s t e
Herbouw
financiering.
Gemiddelde
classificatie-
inhoud I
in m3.
De conclusie, die uit deze gegevens werd getrokken,
was, dat de woningpolitiek erop gericht moest zijn aan
zienlijk meer één- en tweeslaapkamerwoningen (kleine
woningen dus) te doen bouwen dan voordien het geval
was. Dit is ook inderdaad geschied, zoals blijkt
Zonder
financiering, j
Woning-
Gemeente. j bouw-
vereniging.
W oning wetbou w-
financiering.
Goedgekeurde woningen (onderverdeling naar de g
j Gemiddelde
classificatie-
woningen. j inhoud
in m3.
1 252