19 5 Uit vorenstaande tabel blijkt, dat in het verslagjaar zowel bij de Gemeente als bij de woningbouwvereni gingen de verhouding systeembouw-traditionele bouw ten gunste van de eerste radicaal gewijzigd is. 5. Goedkeuringsstop. Het grote aantal in Nederland in uitvoering zijnde woningen was voor de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting aanleiding te bepalen, dat van 4 De cember 1950 tot 1 Januari 1951 geen Rijksgoedkeuringen voor woningen mochten worden afgegeven. Na overleg met het Ministerie werd echter toestemming verleend deze wel te doen verstrekken voorzover het de uit de extra contingenten (gerepatrieerden en militairen) te bouwen woningen betrof. Daar het aan de Gemeente voor het jaar 1950 toege wezen volume overigens reeds geheel was besteed, on dervond ’s-Gravenhage van deze „bouwstop” practisch geen nadeel. Het aantal voltooide woningen vertoont, zoals uit vorenstaande tabel blijkt, ten opzichte van het tijdvak 1945 t./m. 1949 een zeer verheugende vooruitgang. Voor de in uitvoering genomen woningen geldt dit eveneens, doch de gegevens hierover waren niet vol doende nauwkeurig om in de tabel op te nemen. Men dient bij de beschouwing der cijfers in het oog te houden, dat de Gemeente op de bevrijdingsdatum niet minder dan ruim 21 000 beschadigde woningen telde, aan welker herstel jarenlang voorrang moest wor den verleend, omdat hierdoor meer woningen aan de woningvoorraad toegevoegd konden worden dan bij nieuwe bouw het geval geweest zou zijn. De periode 1945 t./m. 1949 was dan ook voor een belangrijk deel aan het herstel van (zwaar) beschadigde woningen gewijd. moest het toegewezen aantal verplichte systeemwonin- gen door woningbouwverenigingen en de Gemeente worden gebouwd. In verband met plaatselijke omstandigheden was het in het verslagjaar echter gewenst dit aantal voor de Ge meente vrijwillig nog aanmerkelijk te verhogen. De beslissing omtrent de toekenning van deze premies berust evenwel bij de hoofddirecteur van de Dienst. Ten aanzien van de „Premieregeling voor woning verbetering en woningsplitsing”, 4e „Bijdrage-regeling voor het verbeteren van woningen wegens door derden aan de Gemeente beschikbaar gestelde gelden” (zg. T.- premie) en de „Premieregeling wegens vrijwillige be schikbaarstelling van woonruimte” (zg. V.B. of keuken- premie) wordt verwezen naar het jaarverslag van de Ge meentelijke Woningdienst, aangezien de behandeling van dergelijke aanvragen aan die Dienst is opgedragen. Het volgende overzicht, waarin behalve naar op drachtgevers ook onderscheid is gemaakt naar traditio nele of systeembouw, geeft de verhoudingen op dit punt in procenten weer. Uit dit overzicht blijkt, dat in de na-oorlogse periode de Gemeente ruim van de totale Haagse woningbouw rechtstreeks voor haar rekening heeft genomen en dat de verdeling van de bouwbedrijvigheid over woning- wetbouw en particuliere bouw de verhouding 60 40 benadert. Zoals in het vorige jaarverslag reeds werd vermeld, is met ingang van 1 Januari 1950 met betrekking tot de afgifte van Rijksgoedkeuringen voor alle andere bouw werken de regel ingevoerd, dat de aanvragen, na onder zoek door het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht, bij de Gemeentelijke Dienst van de Wederopbouw en de Stadsontwikkeling worden ingediend, welke de plan nen op hun urgentie onderzoekt in samenwerking met de Urgentie Commissie Openbare Werken c.q. de Urgentie Commissie voor de Niet-Gemeentelijke Bouwwerken. ’^JlOOpCt. DIENST WEDEROPBOUW EN STADSONTWIKKELING. Particulieren. Totaal. Gemeente. Periode. Systeembouw. Systeembouw, j Systeembouw. j Systeembouw. Particulieren. Totaal. Periode. Gemeente. 32,2 pCt. 41,2 pCt. 31,2 pCt. 41,0 pCt. 27,8 pCt. Paragraaf 2. Andere bouwwerken. In aanbouw genomen Voltooid: 1945 t./m. '49 1950 Traditionele bouw. 16 pCt. 94 pCt. 83 pCt. 51 pCt. 1 710 647) 911) Traditionele bouw. 100 pCt. 100 pCt. 2 186 595) 1 453) Traditionele bouw. 84 pCt. 6 pCt. Woningbouw verenigingen. 89 pCt. 60 pCt. 11 pCt. 40 pCt. Woningbouwverenigingen. Traditionele bouw. 17 pCt. 49 pCt. C. VERBETERING, HERSTEL ENZ. VAN WONINGEN. B. IN UITVOERING GENOMEN EN VOLTOOIDE WONINGEN. 5 304) 100 pCt. 1950 1 408 26,6 pCt. 1945 t./m. 1949 440) 1950 i 950)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1950 | | pagina 266