r I I I I 1 J 20 Criminaliteit. In 1950 kwamen bij de Politie 9 815 aangiften van misdrijf in. Aan de Justitie werden 2 286 processen verbaal toegezonden, opgemaakt terzake van misdrijf, waaronder 108 wegens diefstal door middel van braak e.d., 9 terzake van motordiefstal, 7 terzake van auto diefstal, 74 terzake van rijwieldiefstal, 632 terzake van overige diefstallen en 300 terzake van zeden delicten. Er werden in het verslagjaar 2 891 personen aan gehouden als verdacht van misdrijf; van hen werden er 925 in verzekerde bewaring gesteld en 434 voor geleid aan de Officier van Justitie. Kinderpolitie. In het jaar 1950 werden door de Kinderpolitie o.a. behandeld, onderscheidenlijk geregistreerd, 2 945 ge vallen van minderjarigen, die zich op verschillende wijze misdroegen, waaronder: 333 gevallen van onhandelbaarheid, waarvan 131 jongens en 202 meisjes; 90 gevallen van onzedelijk gedrag, voorzover niet door de Zedenpolitie afgedaan, waarvan 14 jongens en 76 meisjes; 50 gevallen van oneerlijkheid, zonder dat van misdrijf kon worden ge sproken, waarvan 41 jongens en 9 meisjes; 646 ge vallen van schoolverzuim, waarvan 361 door perso neel van de Sectiebureaux met een rapport werden afgedaan en 87 gevallen, waarin de schoolhoofden zich rechtstreeks tot de Kinderpolitie richtten in ver band met hardnekkig schoolverzuim, alsmede 198 gevallen ten aanzien waarvan de Ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij het Kantongerecht aan de Kinderpolitie verzocht om, in verband met een door de Inspectie van het Lager Onderwijs opgemaakt pro- ces-verbaal tegen de ouders, een onderzoek in het gezin in te stellen; 189 gevallen van andere misdra gingen, bijvoorbeeld het zich ’s nachts op straat be vinden, bedelen, dobbelen, dronkenschap en alge meen slecht gedrag, waarvan 72 jongens en 117 meis jes (inclusief 67 bevallingen buiten echt); 1 637 ge vallen van baldadigheid; 1 039 gevallen van vermo gens- en andere misdrijven (942 jongens en 97 meis jes), in 93 (89 jongens en 4 meisjes) waarvan een pro- ces-verbaal werd opgemaakt; 572 verzoeken tot opsporing van minderjarigen. (Hieronder zijn niet begrepen de verzoeken om opsporing van verdwaalde kleuters, die gewoonlijk dezelfde dag terecht komen.) In totaal werden 120 minderjarigen, die van huis of uit inrichtingen waren weggelopen, op transport gesteld naar de plaats hunner inwoning; 19 minder jarigen werden aangebracht terzake van overtreding van de Verordening „Jeugdbescherming”; 51 minder jarigen werden aangehouden op last van de Officier van Justitie; 162 klachten van kinderverwaarlozing in verschillende vormei^erden behandeld; 1 341 onder zoeken werden ingesreid op verzoek van verschillende autoriteiten en particulieren; 2 250 maal werd op een of andere manier bemiddeling verleend of advies ge geven. Voor begeleidingen (optochten, officiële personen, bijzondere transporten en dergelijke) werd 1 065 maal uitgerukt; voor het regelen van aan- en afrijden en parkeren bij partijen, recepties en wedstrijden werd 797 maal assistentie verleend. Terzake van gebreken aan de openbare straatver lichting (lantarens, zuilen en pijlen) werden 466 mel dingen doorgegeven aan de afdeling Openbare Ver lichting van het Gemeentelijk Electriciteits-Bedrijf. Sinds Maart 1950 worden deze gebreken door de wachtcommandanten der Sectiebureaux aan genoem de afdeling doorgegeven. In totaal werden 4 662 apostilles behandeld. Voor de verkeersexamens, die aan de leerlingen der lagere scholen werden afgenomen en waaraan 1 314 leerlingen voor het theoretische en 814 leerlingen voor het practische gedeelte deelnamen, slaagden 730 leerlingen voor eerstgenoemd en 444 voor laatstge noemd deel. In de maand Juni van het verslagjaar vond een ver- keersactie plaats, uitgaande van het Verbond voor Veilig Verkeer. Het Gemeentebestuur steunde deze actie door het verlenen van een subsidie. Bereden Politie. Gedurende het verslagjaar had de Bereden Brigade de beschikking over 30 paarden, terwijl het aantal manschappen gemiddeld 28 bedroeg. Naast de ge wone surveillance werden vele optochten begeleid, terwijl veelvuldig assistentie werd verleend bij afzet tingen en feestelijkheden op de openbare straat. Bo vendien heeft de Brigade tijdens het badseizoen op het strand dienst gedaan om het zwemmen op ver boden plaatsen te beletten. In verschillende gevallen werd hulp verleend aan in gevaar verkerende baders en zwemmers. In 1950 werden 308 processen-verbaal opgemaakt. Verstoringen van de openbare orde. In de binnenstad hadden op 1 en 24 Maart 1950 enkele betogingen plaats, in verband met de in de beide Kamers der Staten-Generaal gevoerde debatten over Amerikaanse wapenleveranties. Bij de op 24 Maart gehouden betoging moest van de gummistok gebruik worden gemaakt om de deelnemers uiteen te drijven. Tijdens de jaarwisseling 1950/1951 werd de open bare orde in de omgeving van de Van-Ravestein- straat ernstig verstoord, doordat het publiek zich tegen de Politie keerde toen deze bezig was met het uiteenhalen van grote brandstapels, bestaande uit hoe veelheden kerstbomen, oude autobanden, oud meu bilair, balken en dergelijke. Voorts moest in die nacht enkele malen worden opgetreden op de Gouvemeurlaan, waar het publiek auto’s aanhield, vuurwerk en projectielen van allerlei aard naar de voertuigen wierp en een aanhangwagen van de tram loskoppelde. In genoemde gevallen moest de Politie, die bij haar verschijnen met allerlei pro jectielen werd bestookt, vele malen krachtdadig op treden. I h, I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1950 | | pagina 28