i
1
Gebouw.
Op 23 Januari 1950 is de Oostelijke vleugel van het
gebouw betrokken door de afdeling Militaire Zaken
der Gemeentesecretarie.
Afdeling Woningzaken.
In verband met het gereed komen van een aantal
tweekamerwoningen (nieuwe bouw) is de mogelijkheid
De uitvoering van laatstvermelde wet heeft geleid tot
veelvuldige besprekingen van aanvragen van gerepa-
trieerden met de provinciale inspecteur van de Dienst
voor Maatschappelijke Zorg van het Ministerie van
Binnenlandse Zaken.
De gemeente ’s-Gravenhage heeft zich aangesloten
bij de op 1 September 1950 opgerichte Stichting Inter-
locale Woningruil Centrale te Utrecht, een semi-offi-
ciële instelling, welke ten doel heeft door het bevorde
ren van interlocale woningruil de huisvestingspro
blemen tot een oplossing te brengen. De directeur van
het Bureau maakt deel uit van het bestuur en van de
raad van beheer van deze stichting.
In verband met de voortgaande bouw van Woning
wetwoningen zijn besprekingen gevoerd met de ver
tegenwoordigers der Woningbouwverenigingen, daar
het, gezien het grote aantal ingeschreven urgente ge
vallen van woningbehoefte, gewenst werd geacht op zo
kort mogelijk termijn daarin te voorzien. Een uniforme
wijze van behandeling is vastgesteld.
Commissie Vordering Woonruimte.
In de plaats van de heer W. C. van Beek, lid van de
Commissie Vordering Woonruimte, werd met ingang
van 20 October 1950 benoemd de heer J. F. J. de Lange;
tot plaatsvervangend lid werd gekozen de heer H.
Berends.
De Commissie Vordering Woonruimte bestond op
1 Januari 1951 uit: Mevrouw N. C. Bouma-Van Strie-
land (als lid van de Gemeenteraad), de heer J. O. van
Griethuijsen (namens de bond van huis- en grond
eigenaren), de heer Mr A. F. van Manen (namens hy
potheekhouders), mevrouw Mr C. de Vos-Versteeg
(namens huisvrouwen) en de heer J. F. J. de Lange
(namens vakorganisaties).
Plaatsvervangende leden wa/en: mevrouw A. M.
Geensen-Roos en de heren H. Smitskamp, H. de Kraa,
Mr G. W. A. de Veer en H. Berends.
In het jaar 1950 zijn verscheidene wettelijke bepa
lingen betreffende het woonruimtevraagstuk c.a. vast
gesteld. Hieruit blijkt, dat evenals de Gemeentelijke
overheid, ook het Rijk met alle ten dienste staande
middelen tracht bij te dragen in het lenigen van de
woningnood, welke een punt van voortdurende zorg
is in verband met het te voeren beleid op huisvestings-
gebied.
Het Huurbeschermingsbesluit 1941 (Verordeningen
blad 1941, no 81) evenals de Huurprijsbesluiten 1940,
1941 en 1944 zijn vervallen door het in werkingtreden
van de Wet van 13 October 1950, Stbl. no K. 452,
houdende regelen nopens de huurprijzen van onroerend
goed en de bescherming van de huurders (Huurwet).
In het Staatsblad no K 555 is gepubliceerd de Wet
van 8 December 1950, houdende bijzondere voorzie
ningen ter bevordering van de huisvesting van gerepa-
trieerden (Wet huisvesting gerepatrieerden 1950).
GEMEENTELIJK BUREAU VOOR DE HUISVESTING.
VERSLAG OVER HET JAAR 1950.
De stijging van het aantal ambtenaren houdt verband
met de in het jaarverslag 1949 vermelde gedragslijn
voor het opsporen van overtollige woonruimte in
samenwerking met de afdeling Bevolking, Verkiezingen
en Burgerlijke Stand der Gemeentesecretarie.
Commissie van toezicht.
In de samenstelling van de Commissie van Toezicht
op het Gemeentelijk Bureau voor de Huisvesting is in
het jaar 1950 geen verandering gekomen.
Bij Raadsbesluit d.d. 17 April 1950 zijn herbenoemd
de heer Ir P. Bakker Schut (tot 1 Mei 1954) en de heer
W. F. van Niekerk (tot 1 Mei 1954).
De Commissie van Toezicht bestond op 1 Januari 1951
uit: de heren Ir P. Bakker Schut, voorzitter; Mr W. A.
Schouten, secretarismevrouw A. E. J. de Vries-Bruins,
de heren J. W. van den Akker, G. J. Th. Bakker, A. J.
van Hagen, W. F. van Niekerk en Mr W. R. G. C. van
Solinge, leden. Adjunct-secretarisde heer J. L. Ancion.
In dienst van het Bureau waren
Totaal.
Datum.
z
Algemene Zaken.
Uitvoering van de aan het Bureau opgedragen taak.
1950
1950
1950
1950
1950
Vaste
ambtenaren.
18
17
17
17
17
4
4
4
4
4
118
128
132
130
130
140
149
153
151
151
1 Jan.
1 April
1 Juli
1 Oct.
31 Dec.
Organisatie en beheer.
BIJLAGE 23
Personeel.
Gedeta- Arbeids- I
cheerde I contrac-
ambtenaren. i tanten.