24
FINANCIEEL OVERZICHT.
de Dienst van Gemeentewerken over 1950.
14
Als toelichting op de bedrijfsrekening van Gemeente
werken zij het volgende vermeld.
De uitkomsten van Artikel III „Vergoeding voor het
verrichten van schoonmaakwerkzaamheden en diensten
ten behoeve van het onderwijs” en Artikel VI „Inhou
ding voor gebruik van dienstwoning, vuur en licht”
geven geen aanleiding tot opmerkingen.
De hogere uitkomst van Artikel IV „Opbrengst
brandstoffenvoorziening” is hoofdzakelijk het gevolg
van de gestegen omzet en de sterk verhoogde brandstof-
fenprijzen.
Artikel V „Opbrengst gefabriceerde artikelen” ver
toont een belangrijke overschrijding van de raming,
welke is veroorzaakt door het feit, dat meer opdrachten
aan de Centrale werkplaatsen van Gemeentewerken
zijn verstrekt, dan waarop bij de samenstelling van de
begroting kon worden gerekend.
De uitkomst van Artikel VII „Rente van kasgeld,
disconto enz.” houdt verband met de hogere omzet
blijkens hiervorengenoemde artikelen.
De uitkomst van Artikel VIII „Bijzondere inkom
sten” is beïnvloed door de aanmerkelijk hogere ont
vangst wegens inkoopsommen voor geldigmaking van
eigen pensioen en door de hogere uitkomsten van de
verschillende fabricagerekeningen.
Lasten.
De uitkomsten van de Artikelen I t./m. V en VIII
houden gelijke tred met de uitkomsten van de overeen
komende, onder de baten genoemde artikelen.
Artikel VII „Algemene onkosten” is overschreden
met rond 89.000,hoofdzakelijk tengevolge van de
hogere uitgaven voor kinderbijslag, drukwerken, kan
toor- en tekenbehoeften, huur enz. van vervoermidde
len en door uitkering van de op 1 September 1950 inge
gane tweede 5 pCt.-salarisverhoging.
Baten.
De uitkomst van Artikel 1 „Vergoeding voor het ver
richten van verschillende onderhoudswerken", over
schrijdt de raming met rond 462.000,—.
Hierbij dient in aanmerking te worden genomen, dat
voor de voltooiing van verschillende, oorspronkelijk
onder het gelijknamige artikel der begroting voor 1949
uitgetrokken werken bij Raadsbesluit van 27 Novem
ber 1950 (Bijlage 572) een bedrag van rond 328.000,
op de Gemeentebegroting voor 1950 werd overgebracht,
met welk bedrag de begroting van Gemeentewerken
echter niet werd verhoogd. Voorts is deze overschrij
ding mede het gevolg van de uitvoering van verscheide
ne voor rekening van Gemeentebedrijven en particu
lieren komende bestratings- en rioleringswerken, waar
van de opbrengst onder dit artikel is verantwoord.
Onder Artikel II „Vergoeding voor het verrichten
van werken, niet onder Artikel I bedoeld” is de op
brengst verantwoord van werkzaamheden voor reke
ning van Gemeentebedrijven en -diensten, alsmede van
die werken, waarvoor de nodige gelden bij afzonderlijk
Raadsbesluit beschikbaar zijn gesteld. Hiertoe kunnen
o.a. worden gerekend het herstellen van in de bezet
tingstijd beschadigde Gemeente-eigendommen, w.o. de
herbouw van de Javabrug en de Wittebrug, de bouw
van het nieuwe stadhuis, de aanleg van de Binckhorst-
havens, het uitvoeren van de stratenplannen in „Moer-
wijk” en „Morgenstond”, het verbeteren van het straat-
oppervlak, het vernieuwen van kademuren c.a. en het
treffen van bijzondere voorzieningen in Gemeentege-
bouwen.
Rekening van
VERSLAG GEMEENTEWERKEN
Vermindering wegens aflossing in 1950
873.744,05
Kapitaal, volgens de balans per 31 December 1950
Gezien:
De directeur,
J. G. W. BOLOMEY.
De administrateur
W. A. VAN DER HORST.
Kapitaal, volgens de balans per 31 December 1949
Vermeerdering wegens uitbreiding in 1950
781.133,54
143.175,—
924.308,54
50.564,49
I. Kapitaalstaat 1950.