Uit de laatste kolom van bovenstaande tabel
blijkt, dat de gemiddelde bezetting ook in bet af
gelopen jaar weder gedaald is. Deze daling was
het sterkst in het eerste halfjaar, maar nam in
het tweede halfjaar en in het bijzonder in de
laatste maanden af.
Uit dit overzicht blijkt, dat de toeneming der
ontvangsten het sterkst was in het tweede half
jaar, waaruit de gevolgtrekking kan worden ge
maakt, dat, naarmate het publiek aan de nieuwe
tarieven gewoon raakte, het gebruik van het
openbaar vervoermiddel weer toenam.
De opbrengst van het stadsvervoer per tram
en bus tezamen nam toe met f 1.089.000,of
9,3 De intercommunale tramlijnen brachten
totaal aantal gereden wagen- en buskm is dan
ook geringer dan over 1949. De stijging van het
loonniveau per 1 Januari 1950 en nogmaals in
September, van de sociale lasten, materiaal-,
stroom- en motorbrandstofprijzen is de oorzaak
geweest, dat de totale exploitatiekosten weder
om met 4,9 zijn toegenomen.
Met uitzondering van enkele verlengingen van
buslijnen, zijn in de bestaande tram- en busver
bindingen geen wijzigingen van betekenis tot
stand gebracht; per 31 December werden ge
ëxploiteerd de intercommunale tramlijnen, 15
stadstramlijnen en 11 autobuslijnen, waaronder
begrepen de verbinding met Kijkduin en met
het vliegveld Ypenburg.
Aan het einde van het verslag zijn de gebrui
kelijke grafieken opgenomen.
Figuur 1 geeft een beeld van het aantal per
jaar afgelegde wagenkilometers over de 24
jaren van het bestaan onzer vennootschap.
Het aantal vervoerde reizigers per afgelegde
wagenkilometer over de jaren 1939 t./m. 1950 is
in onderstaande tabel aangegeven.
Figuur 2 geeft de reizigers per wagenkilome
ter aan voor de stadstramlijnen over de jaren
sinds de oprichting van het Gemengd Bedrijf.
Hieronder volgt het gebruikelijke overzicht
van de toe- of afneming der totale ontvangsten
in de beide semesters van het jaar 1950, verge
leken met die van het jaar 1949.
tezamen f 192.000,of 9,2 meer op dan in het
vorige jaar.
In 1950 werden rond 124.697.000 reizigers ver
voerd. De afname van het aantal vervoerde rei
zigers bedroeg t.o.v. het jaar 1949 rond 19.208.000
of 13,3
Van het stadsvervoer hebben de tramlijnen
70,1 de autobuslijnen 29,9 bewerkstelligd.
ALGEMENE TOESTAND.
De in November 1949 goedgekeurde tariefs
verhoging werd conform de gestelde voorwaar
den per 1 Januari 1950 ingevoerd. Als gevolg
van deze tariefsverhoging heeft, zoals te ver
wachten was, een vermindering van het aantal
reizigers plaats gehad; procentueel bedroeg deze
vermindering rond 13,3 ten opzichte van het
voorgaande boekjaar. Niettemin stegen de ont
vangsten en wel met 9,3 zodat het resultaat
bevredigend is en aan de gestelde verwach
tingen beantwoordt.
De exploitatie der tram- en buslijnen werd
uit de aard der zaak zoveel mogelijk aan de
verminderde vervoersbehoefte aangepast. Het
Mijne Heren,
Wij hebben de eer U hierbij ons verslag over
de toestand en de verrichtingen onzer vennoot
schap over het jaar 1950, zijnde het 24e boekjaar,
zomede de balans en de verlies- en winstreke
ning, afgesloten per 31 December 1950, ter goed
keuring aan te bieden.
1948
1945
1946
1947
1939
1944
2e halfjaar.
Totaal.
Ie halfjaar.
n
12,-%)
f 836.000
f 445.000
O
n
n
f
Stadstramlijnen
buslijnen
Hjn Den HaagDelft
Den Haag—Leiden
Stadstramlijnen
Autobuslijnen
Intercom
munale
lijnen
Te zamen
3,79
3,91
3,64
2,75
11,51
5,80
9,8%)
17,3%)
12,4%)
11,8%)
8,07
7,97
8,07
4,84
694.000
395.000
107.000
85.000
6,26
6,67
7,09
4,22
8,3%)
H,6%)
8,8%)
9,7%)
5,02
5,46
5,36
3,43
7,11
9,21
7,06
4,42
Delft
Leiden
4,87
6,60
4,53
2,99
10,75
9.22
9,08
5,72
n
n
f 1.281.000 9,3%)
10,91
9,84
10,82
6,32
3,24
2,99
2,87
2,47
f 275.000
105.000
32.000
33.000
f 419.000
290.000
75.000
52.000
5,72
6,12
6,19
3,87
6,7%)
6,1%)
5,2%)
7,6%)
6,5%)
1940 I 1941
12,48
9,75
11,67
9,58
5,66
1949 1950
1942 1 1943