en werklieden
1 183
12,06
1
GEMEENTELIJKE DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN TE 'S-GRAVENHAGE.
VERSLAG OVER HET JAAR 1950.
Algemene dienst
Vissershaven
Binnenhavens
Marktwezen
Visafslag
12
30
23
23
111
57
287
357
371
Kustvisserij.
De kustvisserij werd uitgeoefend door motorschok-
kers en motorkotters afkomstig uit Scheveningen, Stel
lendam, Goedereede, Ouddorp, Texel en Urk. Deze
vaartuigen maakten in totaal 4 700 reizen op de Scheve-
ningse haven.
Treilvisserij.
Aan de treilvisserij namen deel 37 motorloggers, die
in totaal 307 reizen op de haven maakten of gemid
deld bijna 8y2 reis per schip. Op Ijsland werd niet ge
varen. Enkele loggers, afkomstig uit Katwijk en IJmui-
den, deden de haven aan om tevens van de helling ge
bruik te maken.
11,10
4,75
9,57
15,52
16,13
A. HAVENDIENST.
I. VISSERSHAVEN.
Scheepvaart.
Op 1 Januari 1950 lagen in de haven de volgende
vaartuigen: 1 stoomlogger, 102 motorloggers, 20 mo
torkotters of -schokkers, 4 onderlossers, 12 motor
sloepen of -vletten, 1 sleepboot, 1 baggermolen, 1 zand
zuiger, 2 reddingboten, 1 motorkotter van de Visserij-
Commissie van Bijstand.
In de Commissie van Bijstand voor het Haven- en
Marktwezen hadden zitting de heren C. P. Damme, P.
den Duik Hzn., F. H. M. Lem, K. J. Nieukerke, Dr B.
van den Tempel alsmede, tot 13 Maart 1950, DrK.J.
Boeijinga; laatstgenoemde trad op die datum af en in
zijn plaats werd benoemd de heer W. Verburg. Voor
zitter was de Wethouder van Economische Zaken, de
heer Mr J. van Aartsen, secretaris het hoofd van de
afdeling Economische Zaken der Gemeentesecretarie,
de heer Mr M. Blei Weissmann.
inspectie, 1 jacht, 1 kustvaarder; in totaal 147 vaar
tuigen.
Van deze schepen behoorden tot de Scheveningse
vloot: 1 stoomlogger, 102 motorloggers, 17 motor-
schokkers of -kotters, 12 motorsloepen of -vletten, in
totaal 132 vaartuigen. 2 motorkotters waren afkomstig
uit Katwijk en 1 uit Urk; 1 baggermolen, 2 onder
lossers, 1 sleepboot en 1 zuiger kwamen uit Sliedrecht;
1 kustvaarder uit Groningen; 2 onderlossers waren
bestemd voor het buitenland; de motorkotter„V.O.I.”
was van de Rijksvisserij-inspectie; 2 reddingboten be
hoorden aan de Koninklijke Noord- en Zuidhollandse
Redding-Maatschappij (K.N.Z.H.R.M.); 1 jacht was
eigendom van een reder te Scheveningen.
In het verslagjaar kwamen in totaal de haven binnen
7 975 schepen met een inhoud van 1 281 083 m-’ tegen
9 937 vaartuigen met een inhoud van 1 323 130 m3 in
1949.
Op 31 December 1950 lagen in de haven: 1 stoom
logger, 103 motorloggers, 28 motorkotters of -schok
kers, 8 motorsloepen of -vletten, 1 sleepboot, 1 bagger
molen, 1 zandzuiger, 2 onderlossers, 1 motorkotter van
de Visserij-inspectie, 1 reddingboot, 5 jachten, in totaal
152 vaartuigen.
Alle binnenliggende schepen behoorden tot de Sche
veningse vloot, behalve 3 motorkotters of -schokkers,
afkomstig uit Katwijk, 1 uit Ouddorp, 6 uit Stellendam,
I uit IJmuiden; 5 vaartuigen maakten deel uit van het
baggermaterieel, 1 was eigendom van de Rijksvisserij-
inspectie, 1 van de K.N.Z.H.R.M. en 5 jachten van
particulieren.
Aan het einde van het verslagjaar bestond de Scheve
ningse vissersvloot uit 1 stoomlogger, 116 motorloggers,
II motorkotters, 7 motorschokkers, 8 motorsloepen
of -vletten.
Van deze vloot waren 10 motorloggers voor opleg of
reparatie in andere havens; 3 voeren ter treilvisserij.
Het aantal ziektedagen van het personeel bedroeg
1 183, over de afdelingen als volgt verdeeld.
Personeel.
Aan het einde van het verslagjaar waren 98 personen
w.o. 1 vrouwelijke aan het Haven- en Markt
wezen verbonden, nl. 48 ambtenaren en 31 werklieden
in vaste dienst, 6 ambtenaren en 4 werklieden in tijde
lijke dienst en 1 ambtenaar, 7 werklieden en 1 werk
vrouw op arbeidsovereenkomst.
Evenals in vorige jaren werd in de loop van het
verslagjaar een aantal losse werklieden gedurende korte
of lange tijd in dienst genomen ter vervanging van per
soneel tijdens verlof of ziekte.
De formatie van het personeel was als volgt.
Algemene dienst 9 ambtenaren en 1 werkvrouw
Vissershaven
Binnenhavens
Marktwezen
Visafslag
BIJLAGE 27
Gemiddeld
per persoon.
Totaal.