27 27 II. VISAFSLAG. 5 4 Als een bewijs, dat het grondprofiel om de haven hoofden aanzienlijk verandert, zij vermeld, dat op 17 Januari 1950 de sleepboot „Scheveningen” voor de eerste maal in Scheveningens havenhistorie een logger naar buiten moest slepen over de gevaarlijke zandrug- gen heen. Het was de SCH 160 „De Onderneming”, die deze assistentie verzocht had. In 26 palm water werd het schip dat een flinke diepgang heeft over de verraderlijke zandplaten heen geschoven. Op 20 Januari is de bok „Schieland” door twee sleep boten en een bergingsvaartuig voor de Scheveningse havenmond gebracht en door de sleepboot „Scheve ningen" binnen gebracht om de twee gebroken dukdal ven in de tweede binnenhaven op te ruimen. (Zie blz. 2). Als een niet veel voorkomend element in het Scheve ningse havenverkeer dient vermeld te worden, dat een tweetal Scheveningse loggers zelf zijn vangsten naar het buitenland vervoerde. Op deze manier houdt men de schepen in de vaart. Op 4 Februari vertrokken de loggers SCH 64, SCH 81, SCH 310 en SCH 312 als vrachtloggers met haring o.a. naar Frankrijk en Engeland. Bij de behandeling van de begroting in de Gemeente raad werd medegedeeld, dat hoewel de buitenhaven een aangelegenheid van het Rijk is Burgemeester en Technische Hogeschool te Delft, onder leiding van Prof. Ir J. Th. Thijsse, aangevangen; bij dit deel van het onderzoek wordt nagegaan, of een vergroting van de buitenhaven een doeltreffende verbetering oplevert voor het Scheveningse havencomplex. Wethouders zullen blijven aandringen op verbetering; dit is niet alleen een technisch vraagstuk, de Scheve ningse haven heeft ook sociaal-economische betekenis. Kort te voren had de Wethouder van Economische Zaken hierover een onderhoud gehad met de Minister van Economische Zaken. Blijkens het voorlopig verslag over de begroting voor het Staatsvissershavenbedrijf te IJmuiden, hebben ver scheidene Eerste-Kamerleden inlichtingen aan de Mi nister gevraagd, o.a. aangaande de verbetering van de vissershaven te Scheveningen. In het najaar 1949 brachten leden van de gemeente besturen van ’s-Gravenhage, Katwijk en Vlaardingen een bezoek aan Dieppe. Zij konden zien hoe de belangen van de Nederlandse visser, die zijn beroep langs de Franse kust uitoefent, worden behartigd. Op de Tweede Pinksterdag werd een tegenbezoek aan ons land gebracht, o.a. aan Scheveningen. ’s Ochtends om kwart vóór 10 werd het Franse gezelschap in het Kurhaus door het College van Burgemeester en Wet houders ontvangen, waarbij de burgemeesters van Vlaardingen en Katwijk tegenwoordig waren. Om half elf begaf men zich naar de haven om getuige te zijn van het hijsen van de bedrijfswimpel op de SCH 262, aan boord waarvan gasten en gastheren de vlootschouw (zie ook blz. 5) openden4 000 passagiers waren op de loggers aanwezig. Op 28 Juni liep het eerste houtschip na de oorlog de Scheveningse haven binnen. Het was de Nederlandse kustvaarder „Da Costa”, welke boot circa 95 last Zweeds hout aan boord had, bestemd voor de N.V. Scheveningse Houthandel; het gold hier een proef neming. werd geoordeeld in verband met de passagiersvaar tuigen. De „vlaggetjesdag” en de vlootschouw op de Tweede Pinksterdag mochten zich in een buitengewone belang stelling van Amerikanen en andere buitenlanders ver heugen. De Maatschappij „Zeebad” heeft ter gelegen heid van het uitvaren van de vissersvloot een groot vuurwerk doen ontsteken tegenover het Kurhaus. Op Zaterdagmiddag 19 Augustus waren enige duizen den Hagenaars en Scheveningers naar de boulevard en het strand gekomen om ooggetuigen te zijn van de door het station Scheveningen van de Noord-Zuidhollandse Redding-Maatschappij georganiseerde reddingsdemon- straties. Het meest spectaculaire gedeelte van de middag was het verschijnen van een helicoptère boven het Kurhaus. Het vliegtuig had opdracht gekregen op te stijgen om twee „schipbreukelingen” van een roei- reddingboot op te pikken. Nauwelijks vijf minuten later streek het hefschroefvliegtuig op het strand neer en sprongen de „schipbreukelingen” uit de cockpit. Door de vele stormen werden grote hoeveelheden zand verplaatst; hierdoor is een groot aantal keien los gewoeld. Nieuwe steen- en kleilagen werden aan gebracht om de buitenhaven te versterken. De steenglooiing in. de vissershaven is door het ruwe weer beschadigd. De kosten voor het herstel vorderden een bedrag van f 15.700,dat Burgemeester en Wet houders aan de Raad verzochten ter beschikking te stellen. Op 4 November werd de Waterboot II van de sleep- helling in de Scheveningse haven gereden. Het scheepje wordt gebruikt om drinkwater te vervoeren; vandaar de aanwezigheid van een tank voor 225 m’ water. De boot was voor Rotterdam bestemd. Tijdens het debat in de Tweede Kamer over de be groting van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening in November is er wederom op gewezen, dat de toe stand van de Scheveningse haven onhoudbaar is. Enige voorzieningen werden getroffen om het plan kier, aan de N.W.-zijde van de eerste binnenhaven, dat in vervallen staat verkeerde, enigszins begaanbaar te maken op die plaatsen van de steiger, waar dat nodig In totaal werden aangevoerd door 469 loggers en 4 458 küstvissersvaartuigen 13 010 258 kg verse zeevis (verse haring inbegrepen), welke aan de afslag werden verkocht voor f 4.361.159,87 volgens specificatie in on derstaande staat IV. Van elders, voornamelijk uit IJmuiden, werden aan de afslag aangevoerd 580 913 kg ter waarde van f 298.757,83, terwijl bovendien nog aan de afslag werden verkocht 282 186 kg garnalen, die f220.241,97 opbrachten. f De bruto opbrengsten waren in het verslagjaar iets hoger dan in het vorige. In totaal bedroegen deze f201.807,06, terwijl in 1949 uit dien hoofde f 197.392,33 werd ontvangen. De specificatie der genoemde ontvangsten is als volgt heffingen op verse vis147.437,01 haring38.002,72 overige ontvangsten16.367,33. I 2 260 850 7 VERSLAG GEM. DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN. VERSLAG GEM. DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN. Verschillende onderwerpen. Exploitatie. Aanvoer van verse zeevis. opbrengst van verse vis in 1950. Bedrag. Maand. 344 2 >5 t 125 042 166 490 225 539 In 1949 609 106 767 loggers (aantal). 21 49 66 70 77 16 IS 55 71 20 Kabeljauw, kg Tarbot. kg Tong, kg Schar. kg Rog. kg Poon. kg Makreel. kg Wijting, kg Schelvis. kg 6 426 23 841 61 359 14 772 34 211 12218 18 745 15 716 Verse haring, kg 45 085 1 475 775 Diversen. kg Griet. kg Bot. kg Schol. kg 5 27 698 2 623 22 468 46 808 102 819 43 274 26 539 45 529 10 909 3 917 7 788 15 598 355 970 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October November December. Totaal 6 469 530 223 514 314 426 381 324 356 431 393 316 250 4 458 6 358 14517 26 069 101 219 64 072 85 601 23 348 39 417 55 870 21 751 11 832 1 615 4 225 449 536 347 744 4 688 12 775 18 154 24 276 34 118 14 390 11 312 8 202 7 006 8 557 4 954 6 405 154 837 1 774 1 667 5 303 3 306 4 875 4 383 1 614 1 440 546 1 047 297 574 26 826 42 376 47 347 90 002 97 104 63 262 68 985 39 043 31 164 44 936 39 227 37 311 35 148 43 969 637 498 373 916 79 469 42 680 65 212 40 038 45 365 21 455 12 707 20 607 14815 23 779 19 930 15 866 401 923 719 075 3 885 696 10 805 3 943 3 604 605 1 840 1 910 566 2 696 6 613 4 305 41 018 45 783 18 830 47 379 52 870 12 926 7 538 6 082 3 577 3 237 1 296 350 154 429 117 593 1 650 18618 32 500 3 455 22 350 54 050 118 353 20 905 1 620 6 135 279 636 113911 58 027 57 123 89 420 69 643 92 735 43 908 17 597 21 510 64 640 139 532 67 000 31 378 752 513 427 555 9 182 15 255 13 931 7 630 17 765 12 214 9 765 7 420 8 417 3 380 1 680 2 072 108 711 ƒ4.361.159,87; ƒ4.016.015,68; ƒ3.893.834,19; ƒ4.186.980,40; ƒ6.413.846,47. Totaal 1950: 1949: 273.326,50 404.255,80 383.980,01 315.155,22 314.035,76 169.000,86 178.324,78 235.474,73 392.753,86 601.454,10 741.648,50 351.749,75 4.361.159,87 4.016.015,68 13 010 258 kg 9 939 935 kg 1948: 10 742 845 kg 1947: 12 109 519 kg 1946: 13 717 042 kg 130 654 273 645 259 480 203 021 258 238 158 032 125 194 182 035 99 425 121 772 65 028 41 609 1918 133 i 1 986 809 Aangevoerd door kustvissers (aantal) 2 198 300 6 140 161 310 j 840 605 3 236 200 987 000 7 541 938 I 5 137 335 187-290 STAAT IV. Aanvoer en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1950 | | pagina 350