GEMEENTELIJKE CRISIS- EN DISTRIBUTIEDIENST.
VERSLAG OVER 1950, 1951 EN DE MAANDEN JANUARI EN FEBRUARI 1952.
1 persoon
1
j
Op 1 Januari 1951 genoten nog wachtgeld
In de loop van 1951 zijn uitgetrokken
186 personen
152
193 personen
7
Personeel.
Nadat per 1 Januari 1950 de laatste crisis-ambtenaren
waren ontslagen, bleven nog 7 ambtenaren in vaste Ge
meentedienst geheel of ten dele ten behoeve van de
Distributiedienst werkzaam.
Met ingang van 1 Maart 1950 werden 3 hunner naar
een andere tak van Gemeentedienst overgeplaatst: met
ingang van 1 Mei 1950 geschiedde dit met nog 1 van
deze ambtenaren. Uiteindelijk bleven de directeur en
2 ambtenaren belast met de afdoening van de lopende
zaken en de zorg voor de uitbetaling van „wachtgelden”
enz. Aan de directeur werden, in zijn hoedanigheid van
referendaris A ter Gemeentesecretarie in algemene
dienst, door de Gemeentesecretaris tevens verschillende
opdrachten van algemene aard verstrekt. De beide
overige ambtenaren waren tevens belast met werkzaam
heden ten behoeve van de afdeling „Bevolking, Ver
kiezingen en Burgerlijke Stand” der Gemeentesecreta
rie. Hun salaris werd voor 50 pCt. ten laste van de
Distributiedienst gebracht. Met ingang van 15 Decem
ber 1950 werd ten slotte nog 1 der ambtenaren elders te
werk gesteld, zij het, dat deze voorlopig nog gedurende
enkele dagen per maand voor de administratie van de
Distributiedienst beschikbaar bleef.
Met de vrij omvangrijke werkzaamheden, welke
voortvloeiden uit enige maatregelen van financiële aard
ten behoeve van het Gemeentepersoneel, welke maat
regelen eveneens op het gewezen distributiepersoneel
van toepassing waren, werd mede belast een daartoe
gedetacheerd ambtenaar van de afdeling „B.V.B.”.
Het Rijk vergoedde wegens administratiekosten, ge
maakt in verband met de uitbetaling van „wachtgeld”
85 pCt. van 1,voor elke wachtgelder, voor wie in
de loop van enige maand nog administratieve werk
zaamheden moesten worden verricht.
Toen het aantal wachtgelders practisch niet meer van
enige betekenis was geworden, besloten Burgemeester
en Wethouders de Dienst op te heffen. De opheffing
had plaats met ingang van 1 Maart 1952. Hierbij werd
de heer J. B. G. M. van Pelt eervol ontheven van de
dagelijkse leiding van de Distributiedienst en van zijn
functie van hoofd van de afdeling „Crisis- en Distri
butie” der Gemeentesecretarie. Tevens bepaalden Bur
gemeester en Wethouders, dat de verdere financiële en
administratieve afdoening van zaken, de voormalige
Op 1 Januari 1952 genoot dus nog wachtgeld
Op 1 Maart 1952 was ook deze laatste uitgetrokken
Omtrent 6 crisis-ambtenaren, die zich nog, sedert een
datum, gelegen vóór die van hun eervol ontslag, in
militaire dienst bevinden, is, op grond van een desbe
treffende bepaling in de Tijdelijke Uitkerings Verorde
ning 1949, de uitbetaling van een „tijdelijke uitkering”
door Burgemeester en Wethouders, op verzoek der be
trokkenen, opgeschort tot de datum van hun demobili
satie. Inlichtingen van het Ministerie van Oorlog om
trent de aard van hun militair dienstverband hebben
Burgemeester en Wethouders inmiddels aanleiding ge
geven nader te bepalen, dat de aanspraken van 3 der
betrokkenen zijn vervallen en dat voor de andere 3 de
opschorting voorlopig van kracht blijft.
34 personen
33
Distributiedienst betreffende, werd opgedragen aan
de sub-ontvanger voor de Dienst, de adjunct-referen-
daris H. G. J. Muuse,werkzaam bij de afdeling „B.V.B.”
Huisvesting en gebouwen.
Het perceel Hazelaarstraat 99 werd met ingang van
1 Juni 1950 ontruimd en kon derhalve aan de woning
voorraad worden toegevoegd. De verdere behandeling
der zaken van de Crisis- en Distributiedienst had plaats
in lokaliteiten van de afdeling „B.V.B.” in het gebouw
Goudenregenstraat 36.
Het gebouw aan de Groot-Hertoginnelaan, voorheen
gebruikt voor de centrale uitreiking van distributiebe
scheiden, dat in de bezettingstijd door de Gemeente,
Wachtgeldregelingen.
De werkingsduur van de Tijdelijke Uitkeringsveror-
dening 1949, welke ook op het gewezen distributieper
soneel van toepassing was, werd door de Gemeenteraad
telkens voor de jaren 1950, 1951 en 1952 verlengd.
Op 31 December 1949 genoten wachtgeld
Uitgetrokken met ingang van 1 Januari 1950
Op 1 Januari 1950 genoten alzo wachtgeld
Uitgetrokken in de loop van het jaar
BIJLAGE 28