30
30
503
558
GEMEENTELIJK ELECTRICITEITS-BEDRIJF VAN 'S-GRAVENHAGE.
VERSLAG OVER HET JAAR 1950.
Beheer van het Bedrijf.
Het Bedrijf wordt beheerd door Burgemeester en
Wethouders, bijgestaan door de Commissie voor het
Gemeentelijk Electriciteits-Bedrijf en het Gemeente
lijk Gasbedrijf, benoemd uit de Gemeenteraad.
Deze Commissie bestond in het verslagjaar uit de
heren Dr K. J. Boeijinga (met ingang van 10 Februari
1950 vervangen door de heer W. Verburg), Mr J. A.
M. Borghols, Mr G. L. Mens Fiers Smeding en H.
Neuteboom. Voorzitter was de Wethouder van Econo
mische Zaken, de heer Mr J. van Aartsen.
Directie
Centrale
Kabelnet
Installatie-afdeling
Openbare verlichting
Tekenkamer
Administratie
Correspondentie
Huishoudelijke dienst
173
144
93
79
27
12
Algemene beschouwingen.
Het totale aantal in 1950 verkochte energie-eenheden
bedroeg 240 758 MWh tegen 212 219 MWh in 1949.
Een toeneming dus van ruim 13 procent.
De leverantie aan de Nederlandse Spoorwegen be
droeg 28 218 MWh tegen 26 500 MWh in 1949 en
31 417 MWh in 1939. Dat nog niet het vooroorlogse
verbruik werd bereikt, werd mede veroorzaakt door
de omstandigheid, dat het voedingspunt Maredijk te
Leiden sinds 1 September 1950 door het Leidse bedrijf
is overgenomen.
Het verbruik van de stadslijnen der N.V. Gemengd
Bedrijf Haagsche Tramweg-Maatschappij bedroeg in
het verslagjaar 14 935 MWh tegen 14 400 MWh in
1949, een stijging dus van ca. 4 procent.
Van het totale debiet werd 78 pCt. in de Haagse cen
trale opgewekt; het vorige jaar 83 pCt.
De grootste dagproductie, nl. 1 010 000 kWh, kwam
voor op 24 Februari.
De montage van de schakelapparatuur van het
nieuwe schakelgebouw op het terrein van de centrale
kwam gereed, waardoor het mogelijk was het gebouw
op 26 Juli 1950 in bedrijf te nemen.
Het nieuwe bedrijfsgebouw, waarin de meterafdeling
en het electrotechnische laboratorium zijn gevestigd,
werd in bedrijf genomen op 2 Mei 1950. Het gebouw
blijkt uitstekend aan de behoeften te voldoen.
Aangevangen werd met de bouw van een onder-
station aan de Vleerstraat, in welk station een gedeelte
van het volbelaste station op het terrein van de centrale
zal worden ondergebracht.
Op 2 Januari 1950 besloot de Gemeenteraad tot
aanschaffing van een 30 000-kVA-turbo-generator en
drie ketels, ieder met een stoomproductie van 80 ton
per uur, ter vervanging van een verouderd 16 000-kVA-
turbo-aggregaat met bijbehorende ketelinstallatie. Het
oude materiaal werd gesloopt. De plannen voor de
bouwkundige wijzigingen werden ontworpen en goed
gekeurd. Een ketelhuis zal worden gebouwd voor vier
ketels, twee aan twee aangesloten op plaatijzeren
schoorstenen, welke op het ketelhuis zullen worden ge
plaatst en een hoogte zullen hebben van 85 meter
boven het maaiveld.
Op 18 December 1950 besloot de Gemeenteraad ook
tot het opstellen van een vierde ketel over te gaan.
Machine en ketels zullen worden geleverd door de
N.V. Koninklijke Machinefabriek Gebr. Stork Co.
te Hengelo.
Een van de grote machines, nl. machine 9, van 22 500
kVA, geraakte op 14 November 1950 defect. Door ver
schuiving van de rotor werd de machine zeer ernstig be
schadigd, zodat opzending van de belangrijkste onder
delen naar de fabriek noodzakelijk was. Verwacht mag
Personeel.
Het personeel was op 31 December 1950 aldus
samengesteld.
Van bovenvermelde ambtenaren waren er 2 in mili
taire dienst, 3 waren bij een ander bedrijf gedetacheerd
en 1 was er met buitengewoon verlof.
Van de werklieden waren er 5 in militaire dienst en
1 was er met buitengewoon verlof.
Op 31 Juli 1950 verliet de directeur, Ir M. S. H.
Trooster, na een diensttijd van 35 jaren, het Bedrijf
wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leef
tijd. Op waarderende wijze werd afscheid van hem ge
nomen door het Gemeentebestuur, bij welk afscheid
hem bij monde van de wnd. Burgemeester zijn benoe
ming tot Officier in de orde van Oranje Nassau werd
medegedeeld. Niet minder hartelijk was het afscheid
door het personeel, dat op ondubbelzinnige wijze blijk
gaf van de erkentelijkheid die het gevoelde voor de
directeur, die in een zo lange reeks van jaren de be
langen van het personeel heeft kunnen behartigen.
Ook op deze plaats zij Ir Trooster dank gebracht
voor al hetgeen hij voor het Bedrijf tot stand heeft
weten te brengen.
Als opvolger van Ir Trooster trad op 1 Augustus 1950
in dienst Ir H. F. A. Roodenburg, tot die datum direc
teur van het Gemeente-Electriciteitsbedrijf te Dor
drecht.
Ambtenaren. Werklieden.
1
63
43
39
10
20
301
13
13
BIJLAGE
1