33 Het loon bedroeg voor de valide handarbeiders met ingang van 1 Januari 1950 ƒ0.76 per uur, waarin de zg. „Joekes”-gulden en de 5 pCt. algemene loonsverhoging waren opgenomen. Met ingang van 4 September 1950 werd het loon opnieuw verhoogd tot ƒ0,80 per uur. Voor zover mogelijk werden de sociale verzekerings wetten toegepast. Bij brief van 12 December 1949, no. 5529 van de di recteur van de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Be langen werden aan hen, die langer dan twee weken uit kering ingevolge de Ziektewet genoten, de emolumen ten verbonden aan de steunverlening ingevolge de Armenwet toegekend. Met ingang van 1 Juli 1950 is deze regeling echter ingetrokken met het oog op de verhoging der lonen. Het percentage van de Zieken fondspremie dat op de lonen werd verhaald, bedroeg in 1950: 1,8. De brandstoffenbijslag werd voor het stookseizoen 1949/1950 nog aan de te werk gestelden toegekend, doch over het stookseizoen 1950/1951 werd deze niet meer verstrekt. Ook de Kerstgave, zoals deze in 1949 nog werd toe gekend, werd niet meer verstrekt. De tewerkstellingstermijn was evenals in het vorige verslagjaar zes maanden, terwijl de leeftijdsgrens op 65 jaar bleef gesteld. b. Arbeid voor minder-valide handarbeiders. De tewerkstelling van minder-valide arbeiders werd in 1950 voortgezet. In het verslagjaar nam hun aantal weer toe. Regelmatig waren 35 a 40 arbeiders werk zaam. In totaal werden 50 personen geplaatst, namelijk 34 bij de Gemeenteplantsoenen en 16 bij de Gemeen telijke School- en Kindertuinen, object Leyweg I. Voor zover het betrof plaatsing van niet door de Ge meentelijke Dienst voor Sociale Belangen ondersteunde minder-validen, werd overleg gepleegd met het Ge westelijk Arbeidsbureau, afdeling Bijzondere Bemid deling. De arbeiders ontvingen een vergoeding, door de dienst; belast met de technische leiding, waarbij de betrokken arbeider was tewerkgesteld, in overleg met het Bureau vastgesteld op grond van de arbeidspres tatie. De vergoeding bedroeg in 1950, evenals in het vorige verslagjaar, voor vrijwel alle arbeiders, die bij de Gemeenteplantsoenen werkten, 100 pCt. van het nor male loon van na 4 September 1950 ƒ0,80 per uur, aangezien hun arbeidsprestatie gelijk of vrijwel ge lijk kon worden gesteld met die van valide arbeiders in de werkverschaffing. In de regel blijven zij echter de speciale voor hen geschikte arbeid verrichten. De te werk gestelden bij de Gemeentelijke School- en Kindertuinen ontvingen, gelet op de aard van het werk en de geschiktheid van deze arbeiders een vergoeding die werd bepaald op 80 tot 95 pCt. van het normale loon. Voor deze categorie te werk gestelden gold het gewone rouleersysteem van zes maanden niet. Bij brief van Burgemeester en Wethouders dd. 25 Juli 1950 corr. no. 252747 afd. S.Z. werd toestemming verleend om ook in het verslagjaar te handelen over- Gemeentelijke School- en Kindertuinen. Evenals in 1949 werd het grootste deel van de in de categorie handarbeiders te werk gestelden geplaatst bij de Gemeentelijke School- en Kindertuinen. De tewerkstelling bij deze dienst vond plaats op een drietal objecten: 1. het object Gemeentelijke School- en Kindertuinen; 2. het object Leyweg II B 3. het object Leyweg I, dat echter speciaal bestemd was voor tewerkstelling van minder-valide arbeiders. Door de arbeiders, te werk gesteld op het onder 1 ge noemde object, werd grondwerk verricht ten behoeve van de schooltuinen en bijkomende terreinen, alsmede onderhoudswerk. De op de onder 2 en 3 genoemde objecten te werk ge stelden, arbeidden op terreinen aan de Leyweg, teneinde deze teeltrijp te maken voor het kweken van gewassen, waarvan de opbrengst ten goede kwam aan de Ge meente of wel bestemd was voor de Gemeentelijke ver- zorgings- en ziekenhuizen. Gemeentelijke Reinigingsdienst. Bij deze dienst verrichtte een aantal te werk gestel den werkzaamheden verband houdende met het schoon houden van landerijen en van het Stille Strand. a. Arbeid voor handarbeiders. De tewerkstelling in deze categorie werkverschaffing geschiedde 1. bij de Gemeentelijke School- en Kindertuinen; 2. bij de Gemeentelijke Reinigingsdienst nl. voor de objecten a. schoonhouden landerijen, b. papierprikken Stille Strand. sidieerde werkverschaffing werden 601 personen ge plaatst, waarvan 177 meer dan eens werden tewerkge steld. Het aantal plaatsingen beliep 851. Ingevolge de regeling voor sociale bijstand aan beel dende kunstenaars werd in 122 gevallen hulp verleend; ingevolge de regeling tewerkstelling hoofdarbeiders werden 77 personen te werk gesteld. Hieronder volgt een overzicht van de soorten werk verschaffing en werkverruiming; een overzicht van de daarvoor uitgegeven gelden is opgenomen als bijlage II van dit verslag. Zoals reeds hierboven werd opgemerkt, werden in deze werkverschaffing, behoudens in die voor minder- valide handarbeiders, slechts armlastigen geplaatst, na dat een verzoek daartoe vanwege de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Belangen was gedaan. De hierbe- doelde werkverschaffing kan worden onderscheiden in: a. arbeid voor handarbeiders b. arbeid voor minder-valide handarbeiders; c. waakdiensten. VERSLAG VAN HET BUREAU VOOR WERKLOZENZORG EN PERSONEELSVOORZIENING. 13 1. Gemeentelijke niet-gesubsidieerde werk verschaffing.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1950 | | pagina 417