35 Personeelsvereniging. Valide-ondersteunden. 2 Ook in het vijfde jaar van haar bestaan werkte de Personeelsvereniging mede aan ontspannings- en wijdingsbijeenkomsten ten behoeve van de in de ge meentelijke verzorgingshuizen en in het Gemeentelijk Tehuis voor Kinderen opgenomen verzorgden. III. STEUNVERLENING INGEVOLGE DE ARMENWET. Enkele andere groepen van steunbehoevenden vinden hieronder nadere bespreking. In Januari 1950 heeft het Ministerie van Sociale Za ken de voorwaarden voor steunverlening aan werklozen aanmerkelijk minder streng gesteld, waardoor tal van valide werklozen, die voorheen om formele redenen niet in de Sociale Bijstandsregeling konden worden op genomen en daardoor als valide-ondersteunden op de hulp van de Dienst voor Sociale Belangen waren aan gewezen, nu door het Gemeentelijk Bureau voor Werk lozenzorg als uitvoerend orgaan van de Overbruggings- en Sociale Bijstandsregeling kunnen worden gesteund. Deze soepele regeling betreft voornamelijk werklozen, die z.g. door „eigen schuld” zijn ontslagen of die on gemotiveerd ontslag genomen hebben en die daarom geacht werden vrijwillig werkloos te zijn. De afdeling „Valide-Ondersteunden” van de Dienst heeft als gevolg daarvan geen bemoeiing meer met een belangrijk aantal personen, die nog de beste kansen tot opheffing boden. Degenen, die nog bij de afdeling „Valide-Ondersteun- den” in behandeling bleven, zijn de minder validen en minder bonafiden, de lichamelijk en geestelijk zwakken, de a-socialen, luiaards, gewezen gedetineerden, mis lukte kooplieden, dronkaards, enz. Zij houden het midden tussen de behoorlijke werknemer en de pauper. De mogelijkheid tot plaatsing van deze onder steunden in het vrije bedrijf is zeer gering, evenals die tot scholing, herscholing of omscholing. Hun capaci teiten en/of hun wil tot werken zijn zodanig, dat het De nog steeds voortdurende stijging van de kosten voor levensonderhoud was in 1950 ook op het gebied van de geldelijke steunverlening van invloed en was oorzaak, dat veel extra werkzaamheden moesten wor den verricht. Zo vond telkens, na de door de Regering toegestane verhoging van salarissen en lonen, verhoging van de steunnormen plaats. De verhoging van de uit keringen ingevolge de sociale wetgeving, alsmede de stijging van de premie voor de vrijwillige verzekering bij de ziekenfondsen brachten eveneens verandering in het bedrag der ondersteuning. Bovenvermelde stijging van de kosten voor levens onderhoud had tot gevolg het toenemen van het aantal ondersteunde partijen, welke toeneming zich, in tegen stelling tot voorgaande jaren, zelfs in de zomermaanden althans voor wat de grootste groep ondersteunden betreft voortzet (zie bladzijde 4). Gewestelijk Arbeidsbureau hen moeilijk bij een werk gever kan aanbevelen. Normale bemiddeling is slechts mogelijk, indien geen betere krachten beschikbaar zijn, en dit is, gezien het aantal bij de arbeidsbureaux inge schreven werkzoekenden, niet spoedig het geval. Voor zover de lust en de mogelijkheid tot herscholing niet ontbreekt, mist men vaak de geestelijke ontwikke ling, die voor het leren van een ambacht nu eenmaal nodig is en vaak mist men tevens de lichamelijke ont wikkeling, die noodzakelijk is om zich als los-werkman te kunnen handhaven. Velen hebben een voortdurende controle nodig, om dat maar al te vaak wordt geconstateerd, dat zij zich bezig houden met clandestiene handel in afvalstoffen, bedelnegotie of losse werkjes. Plaatsing in de D.U.W. is niet mogelijk, omdat zij uitgesloten zijn van de Over- bruggings- en Sociale Bijstandsregeling, waardoor ook testing op hun bereidheid tot het verrichten van ge regelde arbeid uitgesloten is. De Dienst slaagt er in het algemeen in deze maat schappelijk niet-aangepasten aan het arbeidsproces te doen deelnemen en heeft daardoor het ontstaan van een grote groep gesteunde valide werkschuwen en a- socialen voorkomen. Logementbewoners. Degenen, die in een logement verblijven meestal zwervers komen alleen dan voor ondersteuning in aanmerking, indien het logement voldoet aan de door de Politie, de Gemeentelijke Geneeskundige- en Ge zondheidsdienst en de Dienst voor Sociale Belangen in gemeenschappelijk overleg gestelde eisen. Sedert de bevrijding was er in deze gemeente slechts één logement, welks bewoners zo nodig voor steun in aanmerking konden komen. Dit was niet voldoende. Na beoorde ling door genoemde drie gemeentelijke instellingen werd met ingang van 1 April het aantal goedgekeurde loge menten met 3 uitgebreid, waardoor het aantal be schikbare plaatsen tot 148 steeg. Kunnen thans de zwervende mannen onderdak in een goedgekeurd logement vinden, de alleenlopende dakloze vrouwen vormen voor de Dienst nog vaak een zij het niet ernstig probleem. De ondersteunde logementbewoners vormen een be werkelijke groep. Gezien het aantal drankzuchtigen onder hen wordt een nauw contact met de drankbe- strijdingsverenigingen onderhouden. a. Middenstandsgevallen. De grootste moeilijkheid voor deze gevallen is nog steedshet aanvaarden van en het zich aanpassen aan hun nieuwe omstandigheden. De geestelijke en culturele behoeften zijn groter en de betrokkenen kiezen zich bij voorkeur een woon- of pensiongelegenheid in de duur- VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1950 | | pagina 428