37
'II
51
meester en Wethouders dit advies nodig oordelen. In
deze commissie, waarvan een Gemeentelijk inspecteur
van het onderwijs voorzitter is, een raadslid, een hoofd-
architect-afdelingschef bij de Dienst van Gemeente
werken, een hoofd ener openbare lagere school zitting
hebben, werd als vertegenwoordiger van de Dienst aan
gewezen de leider van de afdeling Kinderbescherming.
Er werden 132 huisbezoeken gemaakt ter controle op
het gebruik van gehoorapparaten, verstrekt door of via
de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Belangen. In 4
gevallen werd geadviseerd het apparaat terug te nemen,
in hoofdzaak van (zeer) oude personen. In één geval
kon het terugnemen plaats hebben, doordat de betref
fende persoon door operatie genezen was. In 1 geval
werd een ander apparaat verstrekt.
Over het algemeen was men zeer tevreden over het
apparaat, dat door velen met de nodige voorzichtigheid
werd gebruikt. De tere bevestiging van de snoertjes gaf
nog al eens spoedig aanleiding tot breuk in verband
waarmede men dan veelal genoodzaakt was vrij hoge
kosten te maken. In vrijwel alle gevallen werd het appa
raat door de dames niet gedragen tijdens de huishou
delijke bezigheden. De hoge kosten voor het aanschaf
fen van batterijen zijn de oorzaak, dat velen een beperkt
gebruik van het apparaat maken.
Deze controle begon in de loop van het jaar 1949, in
overleg met de directeur van de Gemeentelijke Dienst
voor Sociale Belangen als proef, welke als geslaagd
is te beschouwen.
De hieronder vermelde cijfers geven een overzicht
van het aantal in controle zijnde gehoorapparaten,
gesplitst naar de leeftijden der gebruikers, zo mede of
deze personen al dan niet zijn opgenomen in het
arbeidsproces.
Van politiewege werd mij een verzoek gedaan om
medewerking te geven voor het afnemen van bloed en
het verzamelen van urine met betrekking tot onderzoek
van chaufferende personen verdacht van dronken
schap. Voor de personen zelf was het een vrijwillige
zaak, dus wat dat betrof, zou er geen bezwaar zijn.
Ondergetekende meende hiertoe niet te kunnen over
gaan, in het belang van het vlot werken van de eerste-
hulp verlening.
Naar aanleiding daarvan deelde de Burgemeester
mij mede, dat van de zijde van de Justitie er her
haaldelijk op aangedrongen werd, dat Gemeentelijke
diensten zouden worden ingeschakeld bij het afnemen
van de bloedproef op onder drank-invloed verkerende
voertuigbestuurders. In de Gemeente zou voor het
verrichten van de hierbedoelde proeven zijns inziens de
politiearts de aangewezen persoon zijn; deze was echter
in militaire dienst. Hij overwoog daarom om de Dienst
gedurende de afwezigheid van de politiearts met het
verrichten van de bloedproef te belasten en vroeg hier
over het oordeel van de Dienst.
Dit onderwerp zal nader in het jaarverslag over 1951
worden besproken.
1
In het verslagjaar werden geregeld door de artsen
S. W. Praag, G. de Reus en ondergetekende de bespre
kingen bijgewoond met de artsen van de Rijksgenees
kundige Dienst en de directeuren en de keuringsartsen
van de diensten te Amsterdam, Rotterdam en Utrecht,
ten einde te geraken tot gelijkluidende richtlijnen voor
de keuring o.m. van Gemeentepersoneel.
Deze besprekingen, op initiatief van de chef van de
Rijksgeneeskundige Dienst, arts F. C. A. Kuipers, tot
stand gekomen, zijn zeer vruchtbaar gebleken. Alle
onderwerpen werden aan de hand van de praktijk be
sproken, terwijl talrijke adviezen van hoogleraren en
andere specialisten in de besprekingen werden betrok
ken. Gehoopt wordt, dat de uiteindelijk vast te stellen
leidraad door alle geneeskundige keuringsinstanties zal
worden gevolgd, in het belang zowel van de gemeenten
zelf, als veelvuldig ook in het belang der aan keuring
onderworpen personen.
Het „Contact Haagse Vrouwenverenigingen” ver
zocht Burgemeester en Wethouders om een verordening
tot regeling van toezicht op de tehuizen en pensions,
waarin hulpbehoevenden en bejaarden worden ver
zorgd, op dezelfde wijze als dit door de Dienst wordt
é-è
5
gg f-S Ég
I I*
C. S
“•Sgï
sgr
SS he
Burgemeester en Wethouders vroegen mij, hoe ik
dacht over de wenselijkheid van periodieke keuring
van chauffeurs.
Dit periodiek geneeskundig onderzoek van personeel
heeft steeds mijn volle instemming gehad. In het volgend
jaarverslag zullen nadere gegevens worden vermeld
over het onderzoek van chaufferend en motorrijdend
Gemeentepersoneel, dat aan de eerste periodieke keu
ring (elke vier jaar) is onderworpen.
VERSLAG VAN DE GEM. GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST.
1
2
Totaal
16
3
20
90
3
Controle op gehoorapparaten.
Alcoholbepaling in het bloed.
Geboortejaar
van de gebruiker
9
7
3
1
21
24
19
11
5
6
4
O
1870 t./m. 1879
1880 t./m. 1889
1890 t./m. 1899
1900 t./m. 1909
1910 t./m. 1919
1920 t./m. 1929
1930 t./m. 1936
1
5
3
1
3
3
12
16
10
7
4
1
1
Richtlijnen voor de keuring.
c c o.
s-8
Hl
Aantal in controle zijnde gehoorapparaten.
Toezicht op tehuizen en pensions voor hulpbehoe
venden en bejaarden.
0.0 E Q.O
I i
i 2--
Periodieke keuring van chauffeurs.