IS
37
uitgeoefend op de verzorging van door de Gemeen
telijke Dienst voor Sociale Belangen ondergebrachte
zieken enz.
Aan Burgemeester en Wethouders werd dezerzijds
medegedeeld, dat voor zover bekend was, de wetgever dit
onderwerp reeds geruime tijd in studie had, doch dat er
nog steeds geen oplossing voor dit netelige vraagstuk
gevonden is.
Bij brief van 18 October 1950 werd medegedeeld, dat
wellicht een verplichte registratie en een verplichte toe
gang voor het personeel van de Dienst reden van be
staan zou hebben; zulks dan in afwachting van een
eventuele rijksregeling.
Op verzoek van het Ministerie van Justitie werd
overeengekomen, dat de Dienst zou zorg dragen voor
geneeskundige hulpverlening aan leden van de lilde
Conférence Internationale des Offices Centraux pour
la répression du faux monnayage.
Ondergetekende woonde de openingszitting van deze
conferentie bij.
De vergaderingen van de Commissie van beroep, in
gesteld in verband met de tussen de Gemeentelijke
Dienst voor Sociale Belangen en de te ’s-Gravenhage
werkzame Algemene Ziekenfondsen gesloten herver-
zekeringsovereenkomst, onder voorzitterschap van de
Wethouder van Sociale Zaken, werden geregeld door
ondergetekende bijgewoond. De commissie voldoet
volkomen aan de bedoeling, waarvoor zij werd in het
leven geroepen.
Aan het Bestuur van de Haagse Ziekenfondsraad
werd medegedeeld, dat ziekenfondsleden herhaaldelijk
’s avonds laat en ’s nachts geneeskundige hulp van de
Dienst poogden te verkrijgen onder mededeling, dat
als de dokterswacht werd opgebeld, er een taxi moest
worden betaald. Ondergetekende verzocht de Zieken
fondsraad hem de regeling hieromtrent mede te delen.
Uit het antwoord bleek, dat de kosten voor de pa
tient zelf f. 1,bedroegen, omdat de fondsen aan hun
verzekerden f. 2,50 van de f. 3,50 terug betaalden en dat
in de gevallen, waar de kosten voor vervoer absoluut
niet konden worden opgebracht, de gulden als niet ver
schuldigd werd beschouwd. De „Regeling dokters-
wachtdienst” had, ook wat betreft het bedrag der ver
voerkosten, de volle aandacht van de Ziekenfondsraad.
Op deze kwestie wordt nader in het verslag over 1951
terug gekomen, in verband met een gesprek met de ge
neeskundig hoofdinspecteur.
In het verslagjaar brachten verschillende inwonenden
en hoofdbewoners klachten in bij de Dienst over
toestanden en moeilijkheden, ondervonden bij het ge
meenschappelijk wonen in huizen, welke daartoe oor
spronkelijk niet bestemd waren en dus als zodanig al
nadelig kunnen werken, ook al is er geen onenigheid
tussen de bewoners. Het huisvestingprobleem vormt
een geestelijk probleem van de eerste orde.
Het liep de spuigaten uit, toen bewoners in enkele ge
vallen de toiletten gingen afsluiten, waardoor de meest
onhygiënische toestanden ontstonden.
Dit vraagstuk werd onder de aandacht van Burge
meester en Wethouders gebracht, aangezien noch het
Gemeentelijk Bureau voor de Huisvesting, noch de Po
litie, noch de Dienst hier konden ingrijpen.
Ondergetekende adviseerde Burgemeester en Wethou
ders dan ook te bevorderen, dat bij de toewijzing van
woonruimte medegebruik zou worden voorgeschreven
voor bepaalde toilets.
Bij brief van 29 Juni 1950 deelden Burgemeester en
Wethouders mede, dat indien onderling overleg geen
oplossing zou brengen, zo nodig en indien mogelijk tot
vordering zou worden overgegaan.
Het afsluiten van gas, electriciteit en leidingwater
kwam de Dienst in dit verslagjaar niet ter kennis.
De samenwerking liet in het verslagjaar weer niets te
wensen over.
Bij allerlei kleinere hulpverleningen traden deze or
ganisaties zelfstandig op, nadat hulp aan de Dienst was
gevraagd, terwijl bij grotere volksverzamelingen ook
medisch en verplegend personeel van de Dienst werd
ingeschakeld.
Ook op het Roode Kruis behoefde nooit tevergeefs
een beroep te worden gedaan. De samenwerking met de
colonnecommandant en zijn plaatsvervanger was uit
stekend.
Met betrekking tot hetgeen de afdeling ’s-Graven
hage van de Nederlandse Vereniging „Eerste Hulp bij
Ongelukken” verrichtte, kan worden medegedeeld, dat
de leden alle voorzien van een draagbare verband-
trommel in 1 172 gevallen hulp verleenden bij straat-
ongevallen.
Niet alleen bij straatongevallen werd eerste hulp ver
leend, maar bij vrijwel alle sportwedstrijden, grote sa
menkomsten, festiviteiten enz. zijn regelmatig de leden
belangloos aanwezig. Bij al deze gebeurtenissen verleen
den de leden 2 749 maal hulp bij ongevallen. Bovendien
moet worden bedacht, dat in nagenoeg alle bedrijven en
fabrieken, op kantoren, zowel particuliere als die van
Rijk en Gemeente, leden werken, die, zo nodig deskun
dig eerste hulp verlenen waardoor behalve veel leed
voor de personen zelf ook veel nadeel uit bedrijfsoog-
punt wordt voorkomen. Het aantal dagen waarop geen
arbeid kan worden verricht, wordt door deskundige
eerste hulp verlening zeer zeker belangrijk verminderd;
dit wordt wel eens te veel vergeten. Voor het Roode
Kruis is alleen het werk in de hulppost (strand) te
Scheveningen te noemen.
Er werd hulp verleend in 1 004 (53 pCt.) gevallen bij
VERSLAG VAN DE GEM. GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST.
4
-
Commission Internationale de Police Criminelle.
Commissie van beroep (ziekenfondsen).
Geneeskundige hulp voor ziekenfondsleden.
Huisvestingsmoeilijkheden.
41
Samenwerking met E. H. B. O.-organisaties, Roode
Kruis en de Haagse Vrijwillige Brigade tot redding
van drenkelingen.