37 kinderen beneden 12 jaar, 352 (20 pCt.) bij personen van 12 tot en met 20 jaar en 508 (27 pCt.) bij personen boven 20 jaar (totaal 1 864 gevallen). De Haagse Vrijwillige Brigade tot redding van dren kelingen wist in 1950 weer tal van personen voor de verdrinkingsdood te behoeden. In vele gevallen moest eerst in de diverse loodsen eerste hulp worden verleend. In 1950 werd ook hulp verleend aan 15 schipbreuke lingen. Op verzoek van de Haagse Vrijwillige Brigade tot redding van drenkelingen werd een demonstratie bijge woond met het redding- en duikapparaat Cousteau- Gagnan, welke demonstratie in alle opzichten als ge slaagd mag worden beschouwd. De Dienst verleende medewerking aan de tentoon stelling voor Overheids-gezondheidszorg in het Mu seum voor het Onderwijs. Deze tentoonstelling mag als geslaagd worden beschouwd. Het was te betreuren, dat vele leerlingen en volwassenen deze tentoonstelling niet meer konden bezichtigen, doordat het Gemeentezieken huis na een paar maanden enkele tentoongestelde stuk ken moest terug nemen. Op deze tentoonstelling trok ook het zg. babyhuisje (model Dr Posthumus), waarover in het vorige jaar verslag sprake was, veel belangstelling vooral van de dames. Deze tentoonstelling had daarom nog extra nut, door dat het hoofd van het Paedagogisch Centrum van deze gebruik maakte om lessen in hygiëne beter ingang te doen vinden. Op mijn verzoek werd door Burgemeester en Wet houders bepaald, dat de arts mevr. H. Albarda-Hankes Drielsma, werkzaam bij de afdeling Kinderbescher ming, een onderzoek ging instellen naar het vraag stuk der kinderbewaarplaatsen en kindertehuizen in Engeland, waarbij te voren was vastgesteld, welke in richtingen in het bijzonder zouden moeten worden be zocht. Een uitnemend rapport werd daarvan door haar uit gebracht, waarbij tevens een vergelijking werd gemaakt met Nederlandse (speciaal ook Haagse) toestanden. Conclusies ten aanzien van en wensen voor verbetering voor de Gemeente in de naaste toekomst werden tot uiting gebracht. nen over de verzorging van kinderen. Speciaal over het St. Antoniushuis en ook over het tehuis van het Leger des Heils, dat te kampen heeft met een onvoldoend in gericht huis. Voor het beoordelen van de verzorging kon de Dienst beschikken over de diensten van de arts mevr. H. Albar da-Hankes Drielsma, die over hetgeen zij opmerkte uit nemende gegevens verschafte, zowei voor de kinderte huizen als voor de kinderbewaarplaatsen. Het ontbreekt in deze huizen aan een deskundige staf en zonder deze kan men van het best gebouwde tehuis een voor kinderen ongeschikt verblijf maken. Het zal nodig zijn om een onderzoek in te stellen, naar hetgeen psychisch misdaan wordt aan kinderen in niet-deskundig geleide kindertehuizen. De vraag is nu of het eigenlijk wel verantwoord is, kinderen voor lan gere termijn onder te brengen in tehuizen en of niet veel meer zal moeten worden uitgezien naar goede pleegge zinnen voor deze kinderen. Gelet op de berichten van de leider van de afdeling Kinderbescherming over de geestelijke toestand, waar in dergelijke kinderen komen te verkeren, zal het alles zins nodig zijn deze kwestie in overleg met de leider van de afdeling Geestelijke Volksgezondheid scherp onder ogen te zien. In het vorige verslagjaar werd de voorbereiding ge troffen met betrekking tot de voorzorg voor school kinderen met een lichamelijke afwijking. Bij het werk voor deze kinderen bestond grote samenwerking met de hoofden van scholen, deH.A.V.O. de afdeling bij zondere bemiddeling van het Gewestelijk Arbeidsbu reau. Voor dit werk was een ambtenaar van de afd. Kinderbescherming ingeschakeld. Aan het einde van het eerste jaar kan worden gezegd, dat dit voorzorg- werk van de afdeling Kinderbescherming in een drin gende behoefte voorziet; de ouders blijken adviezen zeer op prijs te stellen, daar zij zich vaak ernstige zorgen maken over de vraag hoe hun kind zich na het verlaten der school zelfstandig door het leven zal kunnen slaan. De afdeling Kinderbescherming beschikt over een cen traal register, waarin bijzondere afwijkingen, opgemaakt uit de gegevens, welke door de schoolartsen worden toegezonden, zijn aangetekend. Herhaaldelijk kwamen èn van de kinderpolitie èn van de leider van de afd. Kinderbescherming klachten bin- Met verheugenis kan worden medegedeeld, dat de nieuwe geneeskundig inspecteur in algemene dienst voor de kinder-hygiëne bij de hoofdinspectie, Prof. Dr M. de Haas, grote belangstelling toont voor de uitzen ding van zwakke kinderen naar gezinnen buiten de Ge meente, zoals deze in de Gemeente sedert tal van jaren, in nauwe samenwerking met de vereniging „Ki- nabu”, wordt betracht. Door bezoeken aan de gezinnen zijn de schoolartsen nader in contact gebracht met deze uitzending, terwijl het in de bedoeling ligt, dat Prof. De Haas zich met de Voorzitter van „Kinabu”, Dr Van- Gangelen, Dr Streng en mij op de hoogte zal stellen in de gezinnen, van de betekenis van dit werk, dat voor een groot aantal kinderen, voor wie uitzending naar een koloniehuis niet aangewezen is, noodzakelijk is. VERSLAG VAN DE GEM. GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST. schoolkinderen met lichamelijke 5 Demonstratie met duikapparaat. Tentoonstelling Gezondheidszorg. Kinderbewaarplaatsen Engeland. t Voorzorg voor afwijkingen. Kindertehuizen. 9 Haagse Vereniging voor On volwaardige Arbeidskrachten, en kindertehuizen in Uitzending van zwakke kinderen naar gezinnen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1950 | | pagina 469