37
21
I. Scholen voor debielen en imbed Hen.
Het aantal leerlingen van openbare en bijzondere
scholen, die voor plaatsing bij deze vorm van b.l.o.
Met voldoening mag ook gewag worden gemaakt
van de in diensttreding van mej. Lulofs als hulp bij de
administratie, waardoor deze afdeling gedurende het
afgelopen jaar in staat was de taak, die haar ten deel
viel, te vervullen.
Nadat de schoolverpleegster voor het b.l.o. Zr J. Bos
in September onder grote belangstelling haar 25-jarig
ambtsjubileum had gevierd, nam zij aan het einde van
het verslagjaar wegens het bereiken van de pensioen
gerechtigde leeftijd afscheid van haar werk. Haar bij
zondere toewijding en grote bekwaamheid voor het
haar opgedragen moeilijke en veelsoortige werk, die
op de afscheidsreceptie door verschillende sprekers
werden geprezen, mogen ook hier nog eens worden ver
meld. In haar opvolging was aan het einde van het
verslagjaar nog niet definitief voorzien.
Ofschoon dus het medische toezicht op de buitenge
wone scholen iets intensiever kon zijn dan vorige jaren,
een geheel bevredigende toestand werd nog niet bereikt.
Evenals in vorige jaren werd ook thans weer geregeld
contact onderhouden met de afdeling Geestelijke Volks
gezondheid.
Ten behoeve van de nazorg voor oud-leerlingen
b.l.o. werd bij 18 (10) leerlingen, die een debielenschool
gingen verlaten, een eenvoudig psychotechnisch onder
zoek ingesteld, ten einde vast te stellen of het verant
woord was, hen voor een vereenvoudigde ambachts-
schoolopleiding in aanmerking te brengen. Een gunstig
advies kon in 7 (2) gevallen worden uitgebracht.
Evenals in vorige jaren werd enige malen een onder
zoek gedaan naar de lichamelijke en psychische gesteld
heid van leerlingen der school voor slechthorenden en
spraakgebrekkigen. Met de aan die school verbonden
oor- en spraakarts werd geregeld overleg gepleegd in
zake tot de school toe te laten candidaten, te wier aan
zien vermoeden van zwakzinnigheid was gerezen. In
bijna alle gevallen bleek na een experimenteel-psy-
chologisch onderzoek dit vermoeden gerechtvaar
digd te zijn en gewoonlijk werd dan de betreffende can-
didaat niet toegelaten, omdat hij niet voldoende van
het onderwijs op de school voor slechthorenden en
spraakgebrekkigen zou kunnen profiteren. In een enkel
geval werd toch tot toelating besloten, omdat het dui
delijk was dat door de bestaande gehoors- of spraakaf-
wijking er van het onderwijs op een debielenschool nog
minder terecht zou komen dan op de school voor slecht
horenden en spraakgebrekkigen. Voorts werd bij enige
leerlingen van de school een intelligentiebepaling ge
daan om na te gaan, of overplaatsing naar een de
bielenschool moest worden bevorderd.
Dit jaar werd een begin gemaakt met het houden van
geregelde besprekingen met hoofd en personeel van de
school voor moeilijk opvoedbare kinderen over de psy
chische toestand der leerlingen.
waren opgegeven en die dus aan het daartoe ingestelde
candidaten-onderzoek deelnamen, bedroeg 616 (629).
De in vorige jaarverslagen vermelde stijging van het
aantal candidaten, die wegens te goede intelligentie of
te jeugdige leeftijd niet tot het b.l.o. werden toegelaten,
is in het verslagjaar tot staan gekomen. Het bedroeg
thans 182 of 29.5 pCt. (219 of 34.8 pCt.), hetgeen nog
altijd een hoog percentage betekent. Dat zulk een hoog
percentage als een gelukkig verschijnsel moet worden
beschouwd, werd in het vorige jaarverslag in het licht
gesteld. De huidige daling verwekt dus enige bezorgd
heid, dat het belang van het b.l.o. voor elk kind, dat dit
nodig heeft, bij ouders en onderwijzers weer iets minder
levendig beseft gaat worden dan in de laatste jaren het
geval was. De ervaring in volgende jaren zal moeten
leren, in hoeverre er voor deze bezorgdheid ernstige
gronden bestaan. Uit openbare scholen waren dit jaar
214 (198) candidaten afkomstig, uit bijzondere scholen
402 (431). Merkwaardig is de stijging van het eerste, de
daling van het tweede cijfer. Een verklaring daarvoor
kan voorlopig niet worden gevonden. Het aantal afge
wezen candidaten is voor beide groepen gedaald, het
sterkst voor de openbare scholen, waar het 67 of
31.3 pCt. (41.9 pCt.) bedroeg, minder voor de bijzon
dere, die 115 of 28.6 pCt. (31.6 pCt.) te zien gaven. Het
vermoeden, verleden jaar uitgesproken, dat een nieuwe
tendentie zich het eerst doet gevoelen bij het openbaar
onderwijs, schijnt door deze cijfers te worden bevestigd.
Van de tot het b.l.o. toegelaten leerlingen, zijnde 434
(410) werden 56 of 12.9 pCt. (16.8 pCt.) niet op de voor
hen geschikte school geplaatst. Dit cijfer is gelukkig
lager dan het vorige jaar, maar nog altijd veel te hoog.
Het komt voornamelijk voor rekening van de Chr.
b.l.o.-school, Prinsegracht 64, met 24 niet geplaatste
candidaten. Het is zeer de vraag of na de oprichting van
de Chr. b.l.o.-school, Van-Ravesteinstraat 303, plaatsge
brek nog wel als een voldoende verontschuldiging voor
dit zeer betreurenswaardige hoge cijfer mag gelden.
Ten slotte moet onder dit hoofd nog melding ge
maakt worden van enige speciale onderzoekingen, die
aan de openbare lagere school, Julianastraat 42 te
Loosduinen, werden verricht. Bij het Gemeentebestuur
bestond nl. het plan, in deze school een klas voor de
bielen te vestigen, als filiaal van de openbare buitenge
woon lagere school, De-Réaumurstraat 43, en bestemd
voor leerlingen uit Loosduinen voor wie debielen-on-
derwijs nodig was, doch wier ouders bezwaar hadden
tegen plaatsing op de school De-Réaumurstraat 43 uit
hoofde van de grote afstand. Er waren door deze be
zwaren reeds enige leerlingen op de gewone school
blijven hangen. Dit onderzoek omvatte 20 leerlingen,
van wie 11 wel en 9 niet tot het b.l.o. werden toegelaten.
De debielenklas kwam tot nu toe niet tot stand.
2. Openbare school voor moeilijk opvoedbare kinderen.
Het candidatenonderzoek voor deze school omvatte
79 (49) leerlingen, van wie 58 (33) wel en 21 (16) niet
werden toegelaten. Van de toegelaten leerlingen werden
51 wel en 7 niet op de school geplaatst. Bovendien wer
den 2 meisjes, die reeds in 1949 waren onderzocht en in
VERSLAG VAN DE GEM. GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST.
Candidatenonderzoek.