37 22 De verbetering, die in het verslagjaar in de personeels bezetting tot stand kwam door de hulp van de reserve psychiater mej. A. Thierry, was onvoldoende om de achterstand in de aangevraagde specialistische (neuro- logisch-psychiatrische en experimenteel psychologische) onderzoekingen te overwinnen. Ook de indiensttreding van mej. M. Horst, psychol. dra op 1 December van dit jaar kon daaraan uiteraard nog weinig veranderen. Het aantal aanvragen was overigens hoger dan ooit, te weten 802 (718). Naar de aanvragers gespecificeerd waren zij afkomstig van 3. Openbare school voor partiële defecten. Daar het Gemeentebestuur in October 1950 had be sloten tot de oprichting van deze school, die begin 1951 zou worden geopend, werd gedurende de laatste maan den van 1950 met het candidatenonderzoek voor deze school een aanvang gemaakt, waarbij nog niet van de diensten van een psycholoog kon worden gebruik ge maakt en waarbij de functie van het nog niet benoemde hoofd der school door de inspectrice voor het b.l.o. werd vervuld. Aan dit onderzoek werd door 41 leer lingen deel genomen, van wie 36 wel (hoofdzakelijk wegens alexie) en 5 niet tot de school werden toege laten. Van plaatsing kon uiteraard nog geen sprake zijn. Uitzending naar Koloniehuis. Naar het Koloniehuis „Zonneoord” te Ede werden dit jaar 208 kinderen uitgezonden, waarmede het voor oorlogse peil weder bereikt was. het verslagjaar toegelaten, geplaatst in de inmiddels tot stand gekomen meisjesklas. De school vertoonde dus in 1950 een zeer aanmerkelijke groei, die tot gevolg had, dat aan het einde van het jaar enkele leerlingen, die waren toegelaten, wegens plaatsgebrek nog niet konden worden opgenomen. Ouders en leerkrachten Schoolartsen Afd. Onderwijs Afd. Geestelijke Volksgezondheid G.G. en G.D Huisartsen en specialisten Kinderpolitie Gem. Bureau voor Beroepskeuze Andere instanties 32 16); 16 16); 15 22); 8 9); 4( 9). 91 59); 636 (586); -( i); Het aantal ingeschreven leerlingen bedroeg op 1 Ja nuari 1950 117, waarvan 66 jongens en 51 meisjes. Hiervan waren 69 slechthorend en 48 spraakgebrekkig. Van deze laatsten hadden 25 een gespleten gehemelte of gelijksoortige spraakafwijking en 23 behoorden tot de groep „hoorstommen”. In de loop van het jaar verlieten 23 kinderen de school waarvan 13 jongens en 10 meisjes. Hiervan waren 11 slechthorend en 12 spraakgebrekkig. Van deze laatsten hadden 5 een gespleten gehemelte en 7 behoorden tot de groep hoorstommen. Van deze afgeschreven leer lingen gingen 7,naar een school voor g.l.o., 4 naar een school voor b.l.o., 4 naar een ambachtsschool, 1 naar een school voor moeilijk opvoedbare kinderen, 1 naar een inrichting, 1 naar een huishoudschool, 1 naar een doofstommenschool, 1 meisje ging thuis werken, 1 moest wegens ziekte de school verlaten, 1 ging bij een particuliere baas werken en 1 vertrok naar Utrecht. Ge durende het verslagjaar kwamen 71 kinderen ter onder zoek. Hiervan waren 36 slechthorend en 35 spraakge brekkig. Van deze laatsten hadden 15 een gespleten ge- hemelteof gelijksoortige spraakafwijking; 19behoorden tot de groep hoorstommen en 1 had een stemstoornis. Voor 58 kinderen werd het advies verstrekt: „Op name” op de school voor slechthorenden en spraakge- brekkigen. Het aantal voor onderzoek opgeroepen kinderen, dat niet verscheen, ook ondanks herhaalde oproep en per soonlijk bezoek van de schoolzuster, was dit jaar ge ringer dan vorige jaren. Daarentegen kwam het nog méér voor, dat de ouders het advies „opname”, niet opvolgden, al of niet met op gave van redenen, soms zelfs zonder enig bericht te sturen. Vervoersmoeilijkheden, speciaal bij de kleine kinderen, bleken nog al eens invloed uit te oefenen op het besluit der ouders. Ook ontkwam men niet aan de indruk, dat deze werk wijze en resultaten van de school nog veel te weinig be kend zijn, speciaal ook bij hoofden en personeel der lagere scholen alhier, waardoor deze nogal eens een zéér ondeskundig advies aan de ouders van hun leer lingen gaven, die daar dan maar al te gaarne gebruik van maakten ten koste van hun kinderen. Gedurende het verslagjaar werden 40 kinderen opge nomen (19 jongens en 21 meisjes). Hiervan waren 14 slechthorend en 26 spraakgebrekkig. Van deze laatsten behoorden 12 tot de groep gehemeltespleet, 14 tot de groep hoorstommen. Ingeschreven waren op 31 December 1950 134 leer lingen, waarvan 72 jongens en 62 meisjes. Hiervan waren 72 slechthorend en 62 spraakgebrekkig. Van deze laatsten behoorden 32 tot de groep gehemelte spleet en 30 tot de groep hoorstommen. In de kleuter klasse zaten in totaal 15 kinderen. De afdelingen slechthorenden en spraakgebrekkigen zijn niet scherp van elkaar gescheiden. Evenals in 1949 werd op verzoek van de geneeskun- dig-inspecteur van de Volksgezondheid enige malen een demonstratie met toelichting gegeven betreffende het werk van het paedologisch-laboratorium voor doc torandi in de geneeskunde aan de Rijks-Universiteit te Leiden, die in groepen van 3 of 4 het laboratorium be zochten. f VERSLAG VAN DE GEM. GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST. Paedologisch laboratorium. Werkzaamheden van de oorarts aan de Gemeente lijke school voor slechthorenden en spraakgebrek- kigen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1950 | | pagina 486