37 26 1950 nog 247 patiënten op deze wijze dagelijkse bezig heid vonden. Door de leider van de afdeling, die als adviserend psychiater van genoemde vereniging fungeert, werden deze patiënten regelmatig gecontroleerd. Met de geesteszieken wordt het contact onderhouden op spreekuren van de psychiaters en van de zusters voor maatschappelijk werk, alsmede door huisbezoek. Op de spreekuren van de psychiaters werden 1 475 voor- en nazorgconsulten verleend. De spreekuren van de zus ters werden door 4 437 patiënten bezocht. De artsen en zusters brachten 6 348 huisbezoeken aan nazorgpatiën- ten. De zusters legden 1 457 controlebezoeken af aan pleeggezinnen; zij bezochten 161 maal de werkinrich tingen 26 maal verschillende bureaux voor sociale zorg en verrichtten 31 onderzoekingen voor het uitbrengen van een sociaal rapport, alles ten behoeve van nazorg- patiënten. Ter voorbereiding van het ontslag van pa tiënten uit klinieken en gestichten brachten zij 184 be zoeken aan verschillende ziekeninrichtingen, terwijl zij zich 73 maal belastten met het transport van patiënten, meestal uit ziekeninrichtingen naar nieuwe nazorg- adressen in de stad, minder vaak naar inrichtingen voor maatschappelijk ongeschikten buiten de Gemeente. Naast de bevordering van de arbeidstherapie werd ook dit jaar in samenwerking met het Gewestelijk Ar beidsbureau, afdeling Bijzondere Bemiddeling, en daar naast ook door rechtstreekse bemiddeling van de zus ters voor maatschappelijk werk, zoveel mogelijk ge tracht om normaal betaalde passende arbeid in de vrije maatschappij voor de herstelde patiënten te vinden. Ten aanzien van de bemiddeling van het Gewestelijk Arbeidsbureau te ’s-Gravenhage kunnen geen cijfers worden gegeven. De zusters slaagden met haar bemid- delingswerk in 34 gevallen (5 mannen en 29 vrouwen). Ressort en werkwijze. Wat betreft het arbeidsterrein en de werkwijze moge worden verwezen naar de jaarverslagen van 1944, 1945 en 1946. Volstaan wordt derhalve met het geven van de cijfers. In het ressort ep in de spreekuren kwam geen wijzi ging; in totaal meldden zich op de spreekuren 2 592 personen. Aantal ingeschrevenen. Op 1 Januari 1950 waren bij deze onderafdeling inge schreven 2 104 zwakzinnigen, nl. 1 580 mannelijke en 524 vrouwelijke. In het verslagjaar werden ingeschreven 282 mannelijke en 153 vrouwelijke personen. Afge schreven werden 212 zwakzinnigen (150 mannen en 62 vrouwen) en wel om de volgende redenen sociaal hersteld 29 mannen en 8 vrouwen; opneming in een inrichting voor geesteszieken of zwakzinnigen 59 mannen en 33 vrouwen opneming in een inrichting voor maatschappelijk ongeschikten 2 mannen en 3 vrouwen; vertrek uit de Gemeente 19 mannen en 7 vrouwen; houding van de patiënt en/of familie 10 mannen en 7 vrouwen; ingesloten 11 mannen en geen vrouwen; overlijden 2 mannen en 1 vrouw; militaire dienst 2 mannen; opneming in een ziekenhuis voor lichamelijk zieken 1 man en geen vrouwen; overgedragen aan de Rooms-Katholieke zusteror ganisatie 16 mannen en 2 vrouwen; Als sociaal hersteld werden 37 personen afgevoerd hetgeen 1,5 pCt. van het aantal ingeschrevenen be draagt. Op 31 December 1950 stonden derhalve nog inge schreven 2 327 zwakzinnigen nl. 1 712 mannen en 615 vrouwen. Vergeleken bij het jaar 1949 geeft dit een ac cres van 223 personen te zien tegen een decres in 1949 van 69 personen. Gerangschikt naar godsdienst: 1 230 protestant-christelijk; 697 Rooms-Katholiek 6 Israëliet en 394 niet behorend tot enig kerkgenoot schap. Zij konden worden gerangschikt onder: debilitas mentis 2 046, imbecillitas 231, idiotie 50. Gezinsverpleging. In de loop van het verslagjaar waren bij 240 (150 mannen en 90 vrouwen) zwakzinnigen gedrag of milieu- omstandigheden van die aard, dat maatregelen voor verwijdering uit het gezin noodzakelijk was. Zij werden in verpleging geplaatst bij 41 gezinnen en tehuizen en konden daardoor veel in de maatschappij gehandhaafd blijven. Op 1 Januari 1950 waren 136 zwakzinnigen (96 man nen en 40 vrouwen) in gezinsverpleging. Gedurende het verslagjaar werden 54 mannen en 50 vrouwen in gezin nen geplaatst, terwijl er 44 mannen en 38 vrouwen wer- De reclassering onder psychiatrisch toezicht van gees teszieke en geesteszwakke delinquenten had een nor maal verloop. Er werden 13 nieuwe pupillen inge schreven, 12 vanwege de Centrale Vereniging, 1 van wege het Leger des Heils. Deze 13 patiënten maakten zich schuldig aan de navolgende delicten: zedenmis drijven in 11eigendomsdelicten in 2 gevallen. Naar het vonnis kunnen wij hen verdelen als volgt: voorwaardelijk ter beschikking van de Regering ge steld 6; ter beschikking van de Regering gesteld 5; voorwaardelijk veroordeeld 2. Van de onder toezicht staande reclasseringspupillen werden er 17 afgevoerd: 7 wegens opheffing van de ter beschikkingstelling, 5 wegens hernieuwde insluiting, 5 wegens beëindiging van de justitiële proeftijd, zodat er op het einde van het verslagjaar nog 50 reclasserings pupillen onder toezicht stonden. VERSLAG VAN DE GEM. GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST. Reclassering. Nazorg buitengewoon lager onderwijs. Nazorg voor geesteszieken.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1950 | | pagina 490