I 401 De in de Gemeente gevestigde niet-gesubsidieerde Franse school was gedurende het gehele jaar onder gebracht in het gemeentelijke schoolgebouw Paulus- Buysstraat 51terwijl de eveneens niet-gesubsidieerde Engelse school van 20 April 1950 af was gehuisvest in enkele lokalen van het voor het bijzonder lager onderwijs bestemde schoolgebouw Adriaan-Goekoop- laan 13. Deze scholen, waarop voorbereidend en lager onderwijs wordt gegeven in een vreemde voertaal, worden in hoofdzaak bezocht door kinderen van leden van het Corps Diplomatique en van andere te ’s-Gravenhage of in de randgemeenten verblijf hou dende vreemdelingen. Op 31 December 1950 bestond deze Commissie uit de heer J. van Zwijndregt, Wethouder van Onder wijs en Kunstzaken, voorzitter; de heer Mr J. Velders, hoofd van de afdeling Onderwijs der Gemeentesecre tarie. secretaris; de heer W. H. Damen, waarnemend hoofd van de afdeling Onderwijs, waarnemend secre taris; mevrouw E. van den BoschDe Jongh en de heren C. A. M. Diepenhorst, Mr J. J. Hangelbroek, Mr H. W. J. M. de Jong, H. J. Mollen en H. Swart, leden. te Op 31 December 1950 bestond de Commissie uit de heren E. H. Bos, voorzitter, D. E. Nieborg, Dr D. G. G. van Ringelestein. F. J. Schijf, technisch advi seur, A. G. Nieuwkerk en H. F. B. Heijtveldt, secre taris. De vergaderingen van de Commissie, in totaal 12, werden tevens bijgewoond door de heer W. H. Damen, waarnemend hoofd van de afdeling Onder wijs der Gemeentesecretarie. Gedurende het verslagjaar heeft de Commissie 78 adviezen aan de Wethouder van Onderwijs en Kunst zaken uitgebracht. Vele moeilijkheden op het gebied van de huisves ting, zowel van openbare als van bijzondere scholen, heeft de Commissie ook dit jaar tot oplossing weten te brengen. De van het Rijk uitgaande „Stichting ter bevorde ring van het onderwijs aan uit Indonesië gerepatrieer de kinderen” werd op 31 Augustus 1950 opgeheven. Als gevolg van een verruiming der beperkende be palingen inzake de scholenbouw kon in 1950 worden overgegaan tot de bouw van permanente scholen. Aangezien de detaileisen, waaraan een schoolgebouw mede moet voldoen, van genoegzame betekenis voor het onderwijs zijn, besloten Burgemeester en Wet houders op 3 Mei 1950 tot oprichting van bovenver melde commissie, teneinde betreffende de kleinere eisen de nodige adviezen te kunnen in winnen. Tot leden dezer commissie werden benoemd: de op grond waarvan niet tot de opstelling van een urgentielijst zal worden overgegaan. Ook mag worden verwacht, dat de bouw van kleuterscholen en gym nastieklokalen in beperkte mate mogelijk zal zijn. Bij deze „vrije bouw” dient evenwel naar het oordeel van de Minister de grootste voorzichtigheid en beper king te worden betracht. Mocht immers blijken, dat het beschikbare bouwvolume dreigt te worden over schreden, dan zal wederom een urgentielijst worden samengesteld. In verband hiermede hebben Burge meester en Wethouders nog voor het einde van 1950 de Directeur der Gemeentewerken bereids gemachtigd alsnog tot de bouw van de kleuterschool aan de Voort- huizenstraat over te gaan. Voorstellen tot de bouw van een soortgelijke school aan de van der Wijckstraat, alsmede tot het inrichten van enkele kleuterklassen aan de Mient 275 hebben de Raad reeds bereikt of zullen de Raad zeer binnenkort worden aangeboden. Ten aanzien van de plannen voor de bouw van een kleuterschool aan de Douwes-Dekkerstraat en de Maarsbergenstraat wordt nog overleg gepleegd, terwijl eveneens de mogelijkheid van de bouw van een school voor kleuteronderwijs op het Nachtegaalplein wordt onderzocht. Getracht zal worden het perceel Sweelinckstraat 72, thans nog in gebruik bij de bijzondere lagere school Schuytstraat 324, na ontruiming per 1 September 1951, voor het kleuteronderwijs te bestemmen en in te richten. Tenslotte zal de Directeiy der Gemeente werken een onderzoek doen instellen naar de moge lijkheid kleuterklassen te huisvesten in andere dan onderwijsgebouwen De bij Raadsbesluit van 27 Juni 1949 verleende medewerking tot uitbreiding van het bijzonder kleu teronderwijs door middel van huurlokalen is in 1950 nagenoeg geheel uitgevoerd. Van de 18 schoolbesturen zijn er slechts 2 nog niet in geslaagd de beschikking over lokaliteit te verkrij gen. De 4 schoolbesturen, welke voor 1949 bij Raads besluit van 21 Augustus 1950 medewerking tot uit breiding met gezamenlijk 6 lokalen hebben verkre gen, beschikken voor deze klassen alle over de nodige lokaliteiten. Getracht wordt de uitbreiding van dit onderwijs voor 1950 vóór het begin van het jaar 1951 haar beslag te doen krijgen. Op 31 December 1950 bedroeg het totaal aantal leerlingen van het openbaar en gesubsidieerd bijzon der kleuter-, gewoon lager, voortgezet gewoon lager, uitgebreid lager, buitengewoon lager, kweekschool- en rtijverheidsonderwijs 103 019, waarvan 53 840 jongens en 49179 meisjes. Deze leerlingen waren geplaatst op in totaal 444 scholen. VERSLAG LAGER ONDERWIJS. 2 Scholen met vreemde voertaal. Commissie voor het onderwijs. Commissie voor de verdeling van schoolruimte. Onderwijs aan gerepatrieerden. Commissie van advies inzake de inrichting van nieuw te bouwen scholen. Aantal leerlingen en scholen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1950 | | pagina 518