401
Bij besluit van Burgemeester en Wethouders van
30 November 1950 werd een nieuwe regeling vast
gesteld inzake het onderzoek naar de geschiktheid
van sollicitanten naar de betrekking van onderwij-
zer(es) aan de openbare scholen voor gewoon, voort
gezet gewoon en uitgebreid lager onderwijs.
werd in 1950 3.357,30 en aan leerlingen van het
bijzonder onderwijs 5.570,60 uitgegeven.
De beloningen en ereblijken werden betrokken door
bemiddeling van het Gemeentelijk leermiddelenmaga
zijn.
Aan alle openbare scholen voor gewoon lager,
voortgezet gewoon lager en uitgebreid lager onderwijs
waren oudercommissiën verbonden, zodat werd vol
daan aan de voorschriften van het Koninklijk Besluit
van 24 October 1938, no. 374.
De schoolgelden voor de verschillende takken van
onderwijs werden geheven overeenkomstig de daar
voor op 1 Januari 1947 van kracht zijnde regelingen.
het Burgemeester en Wethouders ook al zal dit
enige vertraging geven doelmatiger voor, het regle
ment voor het onderwijzend personeel zo mogelijk
tegelijkertijd met de herziening van de andere regle
menten tot stand te doen komen.
Op 31 December 1950 waren aan de openbare
scholen, vallende onder de Lager-Onderwijswet 1920,
de navolgende aantallen hoofden en andere leerkrach
ten verbonden:
g. l.o.
v.g.l.o.
(m.)u.l.o.
h. u.l.o.
Het aantal boventallige onderwijzers(essen), het
welk in bovenvermelde cijfers is begrepen, bedroeg
bij het g.l.o. in totaal 121, waarvan vast 31, tijd. 90.
In het jaar 1950 gingen twee leerkrachten naar een
andere tak van onderwijs over. Wegens huwelijk en
pensionnering alsmede op verzoek van belanghebben
de werd aan 19 onderwijskrachten eervol ontslag ver
leend; twee leerkrachten overleden.
Een vrij groot aantal vacatures kon niet worden
vervuld. De oorzaken moeten worden gezocht in de
omstandigheid, dat nog niet over een voldoend aantal
geschikte leerkrachten kon worden beschikt en dat
het gebrek aan geschikte woongelegenheid in de Ge
meente het aantal sollicitanten van elders deed ver
minderen.
Na de overweging, dat zich, als gevolg van de gro
te toeloop van leerlingen in de eerstvolgende jaren,
mede verschillende onderwijskundige vraagstukken
zullen voordoen en dat het wenselijk lijkt het Ge
meentebestuur door een Commissie van enkele des
kundigen te doen voorlichten, werd besloten tot de
instelling van een Commissie van advies, welke tot
taak zal hebben een onderzoek in te stellen naar de
moeilijkheden, welke uit een mogelijk tekort aan
onderwijzend personeel bij de openbare lagere scho
len kunnen voortvloeien.
In deze Commissie werden voor het eerst benoemd:
mej. T. Langeraap, gemeentelijk inspectrice van het
onderwijs, lid-voorzitster; de heer W. A. van Kesteren,
hoofdcommies ter Gemeentesecretarie, afdeling On
derwijs, lid-secretaris; de heer B. Swanenburg, hoofd
commies ter Gemeentesecretarie, afdeling Onderwijs;
de heer I. M. Hoste, hoofd ener openbare lagere
school en de heer D. A. P. Tieleman, hoofd ener
openbare lagere school, leden.
Gezien het steeds hogere bedrag, noodzakelijk voor
de vergoeding van boventallige onderwijzers, streeft
het Gemeentebestuur ernstig naar vermindering van
dit aantal door het samenvoegen van klassen.
Het ontwerp Algemeen Rechtspositiereglement voor
het onderwijzend personeel is thans in een vergevor
derd stadium van voorbereiding. Aangezien een her
ziening van het Ambtenaren-, Werklieden- en het
Verpleegstersreglement in voorbereiding is en een
groot aantal bepalingen van deze reglementen gelijk
luidend zijn, althans dezelfde strekking hebben, komt
Overeenkomstig de rooster van aftreding traden
op 1 Januari 1950 af als leden van de Ouderraad de
heren B. H. Coelman, D. van Gelderen, Ph. J. A.
Henkes, P. H. C. P. Steijn en H. A. van der Velde,
van wie de heer Van der Velde werd herkozen.
Voorts werden gekozen mevr. A. Mioch-Smeenk en
de heren A. A. Lamhinon, J. W. Peereboom en A.
Vink.
Op 31 December 1950 bestond de Ouderraad uit
mevr. A. Mioch-Smeenk, mevr. D. Verheusen-Donker
en de heren W. A. van Deventer, A. L. Koelemij,
M. A. H. Kraa, P. J. A. Kuling, A. A. Lambinon,
L. Oldenhuis, G. H. Oschatz, P. W. Peerebom, W.
A. Schuling, J. W. Segaar, H. A. van der Velde, A.
Vink en B. W. de Wolff.
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.
t.
42
1
689
Totaal
6
I
Scholen
voor:
Algemeen
totaal
Onderwijzend personeel.
OPENBAAR ONDERWIJS.
Oudercommissiën.
SCHOOLGELDEN.
82 120
3
10
2
4
49
19
6
4
162 249 81 330
4
55
23
Onder
wijzeressen
vast tüd. tot.
2
14
2
574
9
79
27
ft
Hoofden
m. vr.
97 192 52 244 265 83 348
I
Commissie van advies inzake voorziening in onder
wijzend personeel bij de openbare lagere scholen.
Onderwijzers
tot.vast tijd. tot.
Ouderraad.
94 3
2
12 2
2
81
3
8 2
2