I
I
I
ill
li
i
ill
lil
ll='
401
i I I
1
11 Mil
i
10
i 143
1
I
(partiële defecten), welke school voorlopig is onder
gebracht in het gemeentelijk schoolgebouw Prins-
Willemplein 5.
De noodzakelijkheid en mogelijkheid om te komen
tot oprichting van een school voor lichamelijk ge-
brekkigen worden nog nader bezien.
Op 1 September 1950 werd de meisjesklasse van
de openbare school voor moeilijk opvoedbare kinde
ren geplaatst in het gemeentelijk schoolgebouw Duin
straat 10.
Bovendien werden voor de openbare school voor
moeilijk opvoedbare kinderen 79 kinderen onder
zocht, waarvan 58 kinderen voor plaatsing op deze
school geschikt werden bevonden. Van dezen konden
er 51 terstond worden geplaatst.
Voor de openbare school voor kinderen met leer-
en opvoedingsmoeilijkheden werden 41 kinderen
onderzocht, waarvan er 36 voor plaatsing op de
school in aanmerking kwamen. Zodra dit mogelijk is,
zullen deze kinderen op de school worden geplaatst.
De algemene regeling van het aan de scholen voor
buitengewoon lager onderwijs gegeven onderwijs in
spreken onderging geen wijziging.
Op 31 December 1950 bedroeg het aantal leerlingen
van de openbare scholen voor buitengewoon lager
|!s
Het volgende overzicht bevat de uitkomsten van
het onderzoek der leerlingen, die voor plaatsing, on
derscheidenlijk herplaatsing, op een openbare school
voor buitengewoon lager onderwijs werden voorge
dragen. Het onderzoek vond plaats aan het Paedolo-
gisch Laboratorium van de afdeling Kinderbescher
ming van de Gemeentelijke Geneeskundige en Ge
zondheidsdienst, De-Réaumurstraat 43.
onderwijs in totaal 1 308, waarvan 822 jongens en
486 meisjes.
Deze leerlingen waren geplaatst op in totaal 11
scholen.
Het aantal scholen onderging in het verslagjaar
geen wijziging.
Het merendeel van de bijzondere b.l.o.-scholen
heeft met een tekort aan schoollokaliteit te kampen.
Zo zijn de leerlingen van de R.K. scholen voor b.l.o.
aan de Prinsegracht voor een deel ondergebracht in
niet voor het geven van onderwijs geschikte ruimten
en in te ver van de school verwijderde lokaliteit. Ook
het tekort aan schoolruimte in de R.K. school voor
b.l.o. aan de Pasteurstraat wordt steeds nijpender.
Verder hebben enkele scholen wachtlijsten voor leer
lingen moeten aanleggen.
Op 31 December 1950 bedroeg het totaal aantal
leerlingen van de gesubsidieerde bijzondere‘scholen
voor buitengewoon lager onderwijs 1 396, waarvan
858 jongens en 538 meisjes.
Deze leerlingen waren geplaatst op in totaal 11
scholen.
Het volgende overzicht bevat de uitkomsten van
het onderzoek der leerlingen, die voor plaatsing,
onderscheidenlijk herplaatsing, op een bijzondere
school voor buitengewoon lager onderwijs werden
voorgedragen. Het onderzoek vond plaats aan het
Paedologisch Laboratorium van de afdeling Kinder
bescherming van de Gemeentelijke Geneeskundige
en Gezondheidsdienst, De-Réaumurstraat 43.
13 !p1|«
j Q 0 5|_iSi
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.
39
37
214
19
4
4
4
25
126
18
17
33
16
14
3
I
1
3
1
6
1
I
14
22 44
45
15
402
7
3
14
115
15 30
12
27
113 11
287
11
10
236
6
3
3
6
2
3
1
I I 2
6
24
2
1
42
17
20
3
16
I 67
71
16 11
55
H
c*
o
o
X
22 102
I
26 53
7 16
37
9
27 19
2
15
24
1
4 2 1
28 15
School voor moeilijk opvoedbare kinderen.
Aantal onderzochte candi-
daten
te weinig zwakzinnig of te
jong
geschikt voor het b.l.o.
geschikt voor een school
voor zeer zwakzinnigen
geplaatst op dezelfde b.l.o.-
school
geplaatst op een andere
openbare b.l.o.-school
geplaatst op een bijzondere
b.l.o.-school
niet geplaatst op één der ge
noemde scholen
SPREEKONDERWIJS.
Aantal leerlingen en scholen.
on
i 2 -'tl
158. 12
18 45 1
i o
I
u
36
3 i
Aantal onderzochte
candidaten
te weinig zwakzinnig
of te jong 1
geschikt voor het
b.l.o
geschikt voor een
school voor zeer
zwakzinnigen
geplaatst op dezelfde
b.l.o.-school I 14 j 28
geplaatst op een an
dere bijzondere
b.l.o.-school
geplaatst op een
openbare b.l.o.-
school
niet geplaatst op één
der genoemde
scholen
I 4
1| 5]
29 6
18 6
1| 1
Onderzoek der leerlingen.
E
*4»
o:
v
BIJZONDER BUITENGEWOON LAGER
ONDERWIJS.
Algemeen.
Aantal leerlingen en scholen.
Onderzoek der leerlingen.
£3