40n Namens Curatoren van het Gymnasium Haganum, L. A. NYPELS, voorzitter. J. VAN IJZEREN, secretaris. De reeds in het vorig verslag vermelde verbouwing van enige lokalen op de eerste verdieping van het gymnasium bracht de mogelijkheid der opening van het practicum voor natuur- en scheikunde, die op Dinsdag. 11 October 1949 plaats vond. De noodzakelijk geworden vernieuwing van de vloer van de jongensgymnastiekzaal kwam in de thans afgelopen vacantie tot stand, evenals de vergroting van het toneel der aula, die ongetwijfeld zal bijdragen tot verbetering van de toneelvoorstellingen der school vereniging. Tenslotte spreken Curatoren de hoop uit, dat de verbetering der electrische installatie van het gehele gebouw, waarmede in de afgelopen cursus een begin werd gemaakt, ten spoedigste zal worden voortgezet en voltooid; de onverwachte onderbreking bracht even grote teleurstelling als de onderhandse mededeling, dat de voltooiing wellicht nog enkele jaren zal moeten worden uitgesteld. Ook nu zou het Curatoren niet mogelijk zijn een woord van klacht op dit punt te uiten: zij zijn over tuigd, dat de houding der leerlingen slechts in zeer zeldzame gevallen te wensen over liet en dat hun werklust tot tevredenheid stemt. Ook de werkweek voor de zesde klasse, van 13 tot 18 Februari 1950, georganiseerd in het Gebouw Bui tenzorg te Baarn. gaf naar het oordeel van rector en leraren steun aan deze overtuiging. Aan het Maerlant-Lyceum gingen twee wensen van de rector, Dr E. B. J. Postma, in vervulling: vak lokalen werden ingesteld, een systeem, dat met veel succes werkt en er werd begonnen met facultatieve lessen, o.a. in handenarbeid, muziek en toneel, welke door vele leerlingen werden bezocht. In de curatorenvergaderingen werden lange be sprekingen gehouden over het instituut van de prijs- uitdeling, waaraan vele bezwaren verbonden waren en voornamelijk dit bezwaar, dat er geen vaste richt lijnen aanwezig zijn om aan te wijzen, welk kind in aanmerking komt voor een prijs. Vroeger werd bij de uitdeling alleen gelet op de cijferlijst; tegenwoordig wordt ook de habitus van het kind in aanmerking ge nomen. waarbij natuurlijk subjectieve opvattingen een rol spelen. Op beide lycea werd deze kwestie in leraarsvergaderingen besproken met het resultaat, dat in beide scholen een grote meerderheid zich uitsprak tegen het geven van prijzen. Met 4 tegen 2 stemmen besloten Curatoren toen het uitdelen van prijzen te staken. Met groot leedwezen vernamen Curatoren, dat de rector van het Maerlant-Lyceum, Dr E. B. J. Postma, met 1 September 1950 wilde aftreden om rector te worden van het Nederlands Opleidingsinstituut voor het buitenland te Breukelen. Ook voor de school is het een zware slag, dat na twee jaren reeds een einde komt aan het krachtige en frisse bewind van Dr Postma. In zijn plaats werd in de vergadering van de Ge meenteraad op 10 Juli 1950, overeenkomstig de voor dracht van Curatoren, benoemd Dr P. W. Steenber gen, tot dusver conrector van het Maerlant-Lyceum. De houding van de leerlingen was over het alge meen goed. Wel kwamen enkele klachten over oneer lijkheid in. Ons College leed dit jaar een groot verlies door het aftreden, wegens vertrek uit de Gemeente, van Ir J. J. M. Aangenendt, die jaren lang zeer prettig met ons samenwerkte. In de loop van de cursus trad in zijn plaats toe de heer Ir P. Levedag, waarna het College als volgt was samengesteld: Ir J. K. Tromp, voorzitter, Mr T. A. van Dijken, ondervoorzitter, Mevr. M. H. J. P. van Buttingha WichersVan Voorst Vader, secretaresse, Mr F. J. de Jong, Ir P. Levedag, J. F. Posthuma, Dr J. Schouten en Mevr. Dr J. W. P. WarningDrost, leden. In dit jaar werd een onderafdeling van het Grotius- Lyceum geopend in de omgeving van het Zuiderpark (Woudenbergstraat), aanvankelijk met twee klassen van 19 en 21 leerlingen. Deze afdeling kwam onder leiding van de leraar in wiskunde van het Grotius- Lyceum, de heer A. G. Trommel. In het afgelopen jaar zagen vijf leden der Com missie zich genoodzaakt hun lidmaatschap neer te leggen. Het waren mevr. W. H. KuinHarttorff, wegens vertrek naar het buitenland; mej. N.Ongerboer en de heren Mr A. Adama Zijlstra, Dr H. M. van Lawick van Pabst en Mr Drs A. C. Verbeek, die zich, wegens hun drukke werkzaamheden, genoodzaakt za gen te bedanken. Door het uittreden van de heer Verbeek moest worden voorzien in de functie van plaatsvervangend ondervoorzitter; als zodanig werd gekozen het lid der Commissie, de heer J. B. Reichardt. Aan het einde van het verslagjaar was de Commis sie als volgt samengesteld: de heer Dr C. van den Berg, voorzitter; de heer A. Rienks, ondervoorzitter; de heer Mr J. E. Claringbould, ondervoorzitter; de heer J. B. Reichardt, plaatsvervangend ondervoorzit ter; mevr. M. H. J. P. van Buttingha WichersVan VOORTGEZET ONDERWIJS. 2 Schoolgebouw. Houding en gedrag der leerlingen. Verslag van Curatoren der Gemeentelijke Lycea over het jaar 1949 1950. Verslag van de Commissie van toezicht op het Middelbaar Onderwijs te 's-Gravenhage.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1950 | | pagina 530