40n
4-
5,9 I
10
I 20,-
7,- i
4,- I
3,6
2,5 I
vakken Nederlandse en Engelse taal en handelscor-
respondentie. Het percentage beweegt zich rond 18.
Het aantal cursisten voor deze drie vakken te zamen
bedraagt bij de openbare avondscholen bijna van
het totaal, bij de bijzondere scholen is dit cijfer nog
wat hoger, nl. ruim 80 pCt.
Voor Franse en Duitse taal en handelscorrespon-
dentie vertoont de belangstelling de laatste jaren niet
veel verandering, evenals voor aardrijkskunde en
staatsinrichting. Het aantal deenemers aan de cursus
stenografie en machineschrijven geeft bij de openbare
inrichtingen een kleine vermindering, bij de bijzon
dere daarentegen enige vermeerdering te zien.
Vermeldenswaard is ten slotte, dat het aantal vrou
welijke leerlingen bij de openbare scholen voor de
moderne talen en stenografie/machineschrijven vrij
wel steeds groter is dan het aantal mannelijke; bij de
bijzondere inrichtingen geldt dit slechts voor de Duitse
taal en behoudens in de periode tijdens en kort na
de oorlog ook voor machineschrijven/stenografie.
33,7 I
38,6
9,2 I
5,1
Voor het eerst na de oorlog zijn thans weer ge
gevens beschikbaar omtrent het aantal bevorderden
en geslaagden bij de onderscheiden richtingen van
middelbaar onderwijs.
Evenals vóór de bezetting het geval was, is ook in
de beide laatste jaren het percentage bevorderden en
geslaagden voor alle klassen en inrichtingen te zamen
in de regel voor de meisjes groter dan voor de
jongens. Voor de h.b.s.-en is dit verschil meestal wat
groter dan voor de gymnasia en de openbare handels-
dagschool.
Ontlopen de percentages voor de onderscheiden
soorten van onderwijs elkaar niet in belangrijke mate,
toch neigt men op grond van de cijfers tot de mening,
dat deze voor het gymnasiaal onderwijs over het alge
meen wat gunstiger zijn dan voor het h.b.s.-onderwijs.
Wat de gemeentelijke handelsdagschool betreft, na
een dieptepunt in 1949 is het percentage bevorderde
en geslaagde leerlingen gestegen en kwam daarmede
weer op het peil van vóór de oorlog.
Met betrekking tot de percentages bevorderden en
geslaagden in de verschillende klassen dient opge
merkt, dat deze bij de hoogste klasse van de onder
scheiden inrichtingen (6e klasse van gymnasia, 5e
klasse van h.b.s.-en en 4e klasse van handelsdag
school) vrijwel steeds boven het gemiddelde voor alle
klassen te zamen liggen. Aangaande de overige klas
sen kan t.a.v. de h.b.s.-en en de handelsdagschool
worden gezegd, dat het percentage bevorderde leer
lingen voor de beide laagste klassen in de regel wat
beneden en voor de volgende klassen in het algemeen
iets boven het gemiddelde ligt; bij de gymnasia valt
ten aanzien hiervan weinig verschil te constateren.
I 1950
1,2
- 3,8
VOORTGEZET ONDERWIJS.
Aantal cursisten der handelsavondscholen.
Tijdstip.
Tot.
M.
17,8
18,9
16.3 I
18.-
18.2
17,6
8,2
7,3
6,8
7-
8,1
9,-
3,7
16,3
4,7
5.1
18,9
17,8
14,3
16,3
13,7
15,5
31,3
29,4
39,1
46,2 43,8
45,2
41,3
40,5
8,-
7,3
3,7
3,1
1,9
0,9
0,7
0,5
3,4
5,-
3,9
4,6
6,8
5,5
1) Machineschrijven alleen bij twee der bijzondere scholen.
Stenografie
en machine
schrijven1)
Staats
inrichting
Duitse taal
enz.
Handels-
weten-
schappen.
Aardrijks
kunde.
Franse taal
enz.
Engelse taal
enz.
1926/30
1931/’35
1936/’40
1941/’44
1945/’48
1949
1950
1926/30
1931/35
1936/’40
1941/’44
1945/’48
1949
1950
20.2
19,8
19,9
19,5
20,6
Aantal cursisten der handelsavondscholen
(alle leerjaren te zamen) in pCt. van het
totaal aantal cursisten van alle vakken te
zamen.
Gemeentelijke
scholen
19.6
18,9
19,4
17,6
19,9
17.5
16,9
17,1
17,2
17,7
2,1
3.2
3,6
3,2
2,6
29,8
29,6
3,1
1,4
Bijzondere
scholen
9,6
14,9
18.1
19.2
17,6
1,6
0.3
3,2
1,3
1926/30
1931/35
1936/’40
1941/’44
1945/’48
1949
1950
1926/30
1931/35
1936/’40
1941/’44
1945/M8
1949
1950
9,2
7,7
7,1
6,8
4,-
6.5
5,3
6.1
5.9
7.4
7,8
5,8
7-
19,5
19,7
18,8
20,4
10,5
8,5
7,7
8,1
5,1
5.8
7.7
1,7
0,4
22,1
20,9
21,5
19,3
19,7
11,6
11,8
11,9
8,3
4,5
1,4
0,3
3,4
1,2
21,1
20,8
21,5
19.9
21,8
1926/30
1931/35
1936/’40
1941/’44
1945/’48
1949
1950
12,7
9,5
8,5
10,2
7,7
4.7
4.8
8,6
10,7
5,2
8,8
7-
6,3
4.6
20.5
20.7 i
21,4
20,2
23.7
5,-
7,5
8,6
7,1
6,3
5,5
9,2
11,7
12,3 I
13,3
3,7
29,4
36,8
41,-
9.3
13,-
14,7
15.4
10,1
15,8
15,6
15,8
16,-
15,2
15,-
18,7
18,9
18.2
19.7
7,2
7,7
10,-
9,8
4,8
19,-
21.4
22.2
22,4
26,6
8,7
6.2
4,1
3,4
Nederl. taal
en handels-
corresp.
6,6
8,2
9,1
8,5
6,-
2,8
3,4
3,1
3,6
4,2
3,8
2,5
8.2
10,5
9.7
11,3
6,1
6,9
5,5
6,4
5.6
28,2
27,3
28,6
7,3
8.9
8,4
16.3 I
16.1
16,3
16.4 I
16-
17,5
20.3
20,8
20,9
23.4
1926/30
1931/35
1936/’40 I
19411'44
1945/’48
1949
1950
1 31,4
30,4
28.9
30,6
36,2
7.7
9,5
8,8
10-
5,4
1926/30
1931 /35
1936/’40
1941/’44 I
1945/’48
1949
1950
6,-
7,9
8,9
7,9
6,2
Aantal bevorderden en voor het eindexamen
geslaagden.
1926/30
1931/’35
1936/’4O i
1941/44 30,4
I 1945/’48 I
1949
Vr. Tot.
8,7
4.9 I
1,-
33,-
32,6
28,2 j 29,2
28,7
33,9
27,1
30,9 i 27,7
26,1
27,8
31,6
M. i Vr.